1 / 76

Vrij-Katholiek Instituut voor Educatie (VKIE)

Vrij-Katholiek Instituut voor Educatie (VKIE). Godsdienstwetenschap Pr. Gert Jan van der Steen. RELIGIE. Nut van godsdienstwetenschap. Veel thema’s binnen de VKK komen ook elders voor Welke referentiekaders werden en worden gebruikt Valkuilen uit het verleden reductionisme

benecia
Download Presentation

Vrij-Katholiek Instituut voor Educatie (VKIE)

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Vrij-Katholiek Instituut voor Educatie (VKIE) Godsdienstwetenschap Pr. Gert Jan van der Steen

  2. RELIGIE

  3. Nut van godsdienstwetenschap • Veel thema’s binnen de VKK komen ook elders voor • Welke referentiekaders werden en worden gebruikt • Valkuilen uit het verleden • reductionisme • historische lineariteit • alleen vergelijking volgens verschijningsvorm en niet naar diepgang

  4. College 1 – inhoud • Overzicht Godsdienstwetenschappen • Referentiekaders • Thema’s • Voorbeelden • Vergelijking godsdienstfenomenen voor Egypte en Mesopotamië • Vergelijking ethiek bij Christendom, Navajo indianen, Islam en Boeddhisme

  5. College 1 – inhoud (vervolg) • Opgaven aan cursisten • Welke onderwerpen spelen in de VKK een belangrijke rol? Denk aan: • Mystiek • Rituaal • Magie • Monisme-Dualisme • Het algemene-het bijzondere (als openbaring) • Tolerantie

  6. College 1 – inhoud (vervolg) • Lees Karen Armstrong, Een geschiedenis van God, en geef per onderwerp aan (één of meer onderwerpen per cursist, samenwerking mogelijk) • hoe over die onderwerpen gedacht werd in Christendom, Jodendom, Islam, Boeddhisme en Hindoeisme • de gevoerde discussies daarover binnen en tussen de religies: pro- en contra • de wederzijdse beïnvloeding tussen religies • denkwijze binnen de VKK.

  7. Literatuur • Kernliteratuur • Religie voor dummies, Marc Gellman en Thomas Hartmann, Wiley, 2002, 428 p., ISBN 90-430-0732-3 • Wereldreligies in kaart gebracht, Eliade/Couliano, 1992, 398 p., Aula Pocket, het Spectum. • Aanraders voor verdere studie (naast de kernliteratuur) • Armstrong, Karen, Een geschiedenis van God, Vierduizend jaar Jodendom, Christendom en Islam, Anthos, 1995, 511 p, ISBN 90-6074-901-4 • James, William, Vormen van de religieuze ervaring - een onderzoek naar het wezen van de mens. Abraxas, Amsterdam, 5e druk, 2005, 400 p.ISBN: 90-807300-2-5.

  8. Literatuur (vervolg) • Bowker, Johan, ed., The Oxford Dictionary of Word Religions, Oxford University Press, 1997, 1111 p, ISBN 0-19-213965-7, 0-19-866242-4 pbk • Wouter Hanegraaff, New Age Religion and Western Culture - esotericism in the Mirror of Secular Thought, Brill, Leiden, 1996, 580 p, ISBN 90-04-10696-0 • Hoekstra en Kranenborg, Rituelen in religieus Nederland, Ten Have, Baarn, 2001, 420 p. ISBN 90-259-5260-7 • Daniel Pals, Seven Theories of Religion, Oxford Univ. Press, 294 p, ISBN 0-19-508725-9 • LCIS Unit 11, Scripture: Non-Christian Religions.

  9. Definities van religie • In te delen volgens de 5 aandachtsgebieden van de VKK, hun verdiepingen en hun verbindingen • I Innerlijke ervaring • II goddelijk, menselijk en natuurlijk leven • IIIa gemeenschap • IIIb liturgie • IV kennis, wijsheid

  10. Definities van religie (vervolg) • Religion as a “binding together” (Latin “religio”, from the verb religare = “to bind together”). • I “The feelings, acts, and experiences of individual men in their solitude, so far as they apprehend themselves to stand in relation to whatever they may consider the divine” (psychologisch, ethnocentrisch, circulair). (W.James) • I-II Religion is a relationship between the religious devotee and that which is the object of religious devotion (the gods, God, the Tao, the Holy, etc.), a relationship that binds the two together.

  11. Definities van religie (vervolg) • I-II “Religie is de menselijke houding tot een sacrale (heilige) orde die in zich bergt al het zijnde - menselijk of ander zins - d.i. geloof in een kosmos, waarvan de betekenis zowel de mens omvat als transcendeert.” (The Oxford Dictionary of Word Religions, OUP 1997, p. xv) • I-II “Beliefs in spiritual beings”. (E.B.Tylor, Primitive Culture)

  12. Definities van religie (vervolg) • I-II-IV Godsdienst is de som van menselijke pogingen om veronderstelde niet-waarneembare machten te begrijpen, te eren, en te beïnvloeden door vormen van communicatie (William Y. Adams, Religion and Adaptation) • III Religion is also a binding together of all those who share the same or similar religious attitudes. In this way, religion gives rise to a community of devotees, a collectivity (church, synagogue, brotherhood, sisterhood, etc.) that is itself related to and bound together with the object of its devotion (the gods, etc.).

  13. Definities van religie (vervolg) • III-II liturgie “A set of rituals, rationalized by myth, which mobilizes supernatural powers for the purpose of achieving transformations of state in man and nature”. (A.Wallace, Religion: An Anthropological View)

  14. Wat is godsdienstwetenschap • Godsdienstwetenschap bestudeert inhoud en zin van religieuze uitingen en verschijnselen • Is niet gebonden aan een bepaalde kerk of godsdienstige stroming, i.t.t. theologie. • Omvangrijk; academische richtingen, studies en faculteiten; veel en goede documentatie

  15. Wat is godsdienstwetenschap (vervolg) • Verbijzonderingen • I Godsdienstpsychologie • II Godsdienstmythologie • III Godsdienstsociologie • III Godsdienstige cultuur • IV Godsdienstfenomenologie/geschiedenis • IV Vergelijkende godsdienstwetenschap • IV Godsdienstfilosofie (apart college).

  16. Waarom wenden mensen zich tot religie? • Mysteries • Onze existentie: waarom bestaan wij? • Hoe moeten we leven? • Wat gebeurt er na onze dood? • Waarom bestaat het kwaad? • Wie is de schepper van het leven?

  17. Waarom wenden mensen zich tot religie? (vervolg) • De zoektocht naar geluk vs. de menselijke conditie • Vervreemding van zichzelf en anderen versus de behoefte aan een betekenisvolle en harmonieuze relatie • De ontoereikendheid van het menselijk bestaan versus de zoektocht naar vervulling • Schuld, betekenisloos zijn en dood versus het zoeken naar rechtvaardigheid, bedoeling en onsterfelijkheid • De belofte van religie: overstijgen van de menselijke conditie.

  18. Huidige wereldreligies met hun grondleggers, zie literatuur • Bahai-geloof; De Bab en de Baha’u’llah • Boeddhisme; Siddharta Gautama • Christendom; Jezus: menselijk en goddelijk • Confucianisme; Confucius: leraar, wijze en ethicus • Hindoeïsme; Krishna • Inheemse religies en geloofssystemen.

  19. Huidige wereldreligies met hun grondleggers (vervolg) • Islam; Mohammed • Jainisme; Mahavira • Jodendom (Judaisme); Mozes • Shintoïsme • Sikh-religie; Goeroe Nanak • Taoïsme; Lao Tzu • Zoroastrisme; Zoroaster (Zarathoestra)

  20. JAIN RELIGION : A SUPERSCIENCE

  21. Karakteristieken van religieuze organisaties • Indeling • Church, e.g. Anglicanism, Catholicism, Islam, Hinduism, Judaism, Sikhism • The Universal Church, e.g. the Hindu religion in India • The Ecclesia, e.g. Catholic church in medieval Europe, the Anglican church in England and Islam in several Near East societies • The Denomination, e.g. Baptists, Methodists, Pentecostalists • The Sect, e.g. Mormons, Jehovah’s Witnesses, Salvation Army, Quakers • Cult, e.g. Scientology, Transcendental Meditation, Spiritualism. • New Religious Movements (NRM), e.g. Moonies, Scientology. • New Age Movements (NAM) • Fundamentalism • Millenarian Movements - Duizendjarig (vredes)rijk, bijv. People’s Temple en Heaven’s Gate

  22. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • The Church • A conventional religious organisation with deep roots in society; • national or/and international; • hierarchical and bureaucratic; • trained clergy; • strong use of ritual; • broad membership of a society; • established worldwide networks; • usually accepted by the establishment. • E.g. Anglicanism, Catholicism, Islam, Hinduism, Judaism, Sikhism.

  23. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • The Universal Church • The universal church is a type of religious organization that is almost indistinguishable from society • An individual belongs to the universal church by virtue of being a member of society • The universal church typically reinforces existing social arrangements. • Example: the Hindu religion in India

  24. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • The Ecclesia • The ecclesia (like the universal church) shares the same ethical system as the larger society • The ecclesia represents the interests of the ruling class, and hence loses its influence over the lower classes • Consequently, there may be sectarian groups that emerge • Examples of the ecclesia include the Catholic church in medieval Europe, the Anglican church in England and Islam in several Near East societies

  25. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • The Denomination • Generally, a conventional religious organisation; • national and often international; • bureaucratic; • trained clergy but often lay preachers; • less ritual but emphasis on emotional fervour; • often have broad membership within societies;

  26. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg Denomination) • established networks; • generally accepted but often not part of formal establishment. • is one of many religious groups in a particular society • Tends to attract a particular social class and/or ethnic group • Membership is typically voluntary and based upon common beliefs and values • Examples include the various Protestant denominations, e.g. Baptists, Methodists, Pentecostalists • Participate actively in society and cooperate with other religious groups

  27. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • The Sect • The sect is usually a smaller religious body that adheres to unconventional beliefs or forms of worship that differ from mainstream religious practice • Sects generally reject some values of secular society (materialism, entertainment, fashion) • Sects are less likely to be tolerant of other religious groups • Often not accepted as a conventional religious organisation; • local but often international; • informal and tight knit;

  28. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg Sect) • no professional clergy nor bureaucratic, • often charismatic leader; • monopoly view of truth; • small and inclusive within societies; • established networks, • often worldwide; • often critical of mainstream society/establishment. • E.g. Mormons, Jehovah’s Witnesses, Salvation Army, Quakers.

  29. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • Cult • Generally not accepted as a conventional religious organisation; • local, national or international; • voluntary, loose structure; • individualistic, often inspirational leader; • ritual often borrowed from many sources; • inclusive membership; • loose/informal networks; • accepting or critical of society. • E.g. Scientology, Transcendental Meditation, Spiritualism.

  30. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • New Religious Movements (NRM) • Can embrace cult and sect; • many organisations are based overseas; • can have large membership, • commitment through practice and belief rather than formal membership; • lacking in formal organisational structure (clergy, meeting place etc,); • pic’n’mix mentality – mixing mainstream belief with others; • often appeal to those disillusioned with the world; • often accused of brainwashing; • world rejecting e.g. Moonies; • world affirming e.g. Scientology.

  31. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • New Age Movements (NAM) • Often cults based on spiritual healing, paganism etc; • commitment through practice and belief rather than formal membership; • lacking in formal organisational structure (clergy, meeting place etc,); • hybrids of different belief systems; • client cults – offer services to their followers e.g. tarot readings, reflexology, I Ching; • audience cult – contacts through mass media, internet and conferences. • E.g. Astrology and belief in UFOs.

  32. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • Fundamentalism • Has turned inwards to the centre of the religion – the Scripture, doctrines and traditions - seeking to protect these from the intrusions of the modern, secular world. • The secular world must adapt to and come under the control of the religious world. • The fundamentalist mentality is characteristically one that sees things in terms of black-and-white, in terms of clear-cut boundaries which determine what is and what is not acceptable belief, who is and who is not in the community.

  33. Karakteristieken van religieuze organisaties (vervolg) • Millenarian Movements - Duizendjarig (vredes)rijk • Defined by their tendency to prophecy the end of the world • Are like sects in that they are usually in tension with the larger society • Millenarian movements tend to emerge during times of stress • Examples include the People’s Temple and Heaven’s Gate—both groups which committed mass suicide in response to their beliefs about the end of the world

  34. Thema’s in de godsdienstwetenschap • Theologie – hoogste werkelijkheid en het idee van het Heilige • Kosmologie – vragen over ontstaan en structuur van de kosmos • Schepping • Dualisme, samenwerkend • Dualisme, antithetisch • Monisme

  35. Thema’s in de godsdienstwetenschap (vervolg) • Uiteindelijke bestemming of hoogtepunt van alle dingen • Antropologie – natuur, bestaan en conditionering van de mens • Ethiek • Heilbrengers • Mythologische heilbrengers • Historische verlossers • De eschatologische verlosser

  36. Thema’s in de godsdienstwetenschap (vervolg) • Eschatologie • Cyclische kringloop • Lineaire these • Verlossing of bevrijding • Rituaal, gebed • Religieuze gemeenschap • Heilige boeken • Heilige mensen

  37. Nuttige onderscheidingen • I Geloofsvoorstellingen van de mens • Participerend • Dualistisch • Synthese daarvan • I Kenmerken menselijk en goddelijk

  38. Nuttige onderscheidingen (vervolg) • IV Theisme: goddelijke wezens hebben invloed op menselijk gedrag • Polytheisme is het geloof in meerdere goden, elk met hun eigen invloedssfeer • Monotheisme is het geloof in een enkele almachtige God • Exclusief: Jodendom, Christendom en Islam • Inclusief : alle goden zijn in wezen gelijk; Egypte, India en laat-antiek • Intellectueel: oppergod, van wie al de andere goden afstammen • Pluriform: één algemene god die zich manifesteert in, onderling onafhankelijke vormen. Deze godheid omvat alle tegenstellingen.

  39. Nuttige onderscheidingen (vervolg) • IV Het algemene-hetbijzondere (als openbaring) • I-II Religie vs. Magie

  40. I-II Voorbeelden uitwerking thema’s: rituelen • Collectieve religieuze rituelen • Bidden • Offers • Zingen en dansen • Genezen • Vasten • Eucharistie, liturgie

  41. Voorbeelden uitwerking thema’s: rituelen (vervolg) • Individuele religieuze rituelen • Yoga • Kruiswegstaties lopen • Met kralen bidden • Bedevaart • Individueel gebed • Overgangsriten: de heilige dagen van ons leven

  42. Voorbeelden uitwerking thema’s: Ethiek • Persoonlijke deugden • De gouden regel • Mededogen • Bescheidenheid: je plaats weten. • Respect: op je woorden letten • Hoop: leven in een angstaanjagende wereld • Gelukzaligheid: heerlijke vreugde • Eerlijkheid: ik zweer je • Nieuwsgierigheid; kritische vragen stellen • Geduld: een deugd • Dankbaarheid en erkentelijkheid • Reinheid

  43. Voorbeelden uitwerking thema’s: Ethiek (vervolg) • Publieke deugden • Liefdadigheid: de rijkdom delen. • Berouw, vergeving, verzoening; • het kwade belonen met het goede. • Gehoorzaamheid: je plicht doen • Ahimsa: het leven respecteren en geweldloosheid praktiseren. • Evangelisatie; het geloof verspreiden • Gerechtigheid: het juiste doen • Innerlijke rust: vrede vinden • Tolerantie; accepteren dat er andere manieren zijn. • Gemeenschap; bij elkaar komen

  44. Voorbeelden uitwerking thema’s: Ethiek (vervolg) • Religie en enkele brandende ethische kwesties • Abortus: wie mag een zwangerschap beëindigen? • Euthanasie en zelfmoord: wie mag een leven beëindigen? • Genetische manipulatie: wie is de schepper van het leven? • De doodstraf • Homoseksualiteit • De scheiding tussen kerk en staat

  45. Godsdienstpsychologie • De psychologische analyse van de religieuze ervaring • De genetische en oorzakelijke voorwaarden voor het bestaan van de religieuze ervaring • De betekenis van godsdienst - in het algemeen of van een bepaalde godsdienst- als uitvloeisel van een individueel zielenproces. • De eventuele onmogelijkheid voor de psychologie om godsdienstige, spirituele en mystieke ervaringen te duiden. • Overstijgen godsdienstige, spirituele en mystieke ervaringen die van de ziel?

  46. Godsdienstpsychologie (vervolg) • Standaardwerk: William James (Varieties of Religious Experience, 1902 - Vormen van de religieuze ervaring - een onderzoek naar het wezen van de mens, 2003): “de gevoelens, gedragingen en ervaringen van een individu in relatie tot de eigen perceptie van het goddelijke” • De werkelijkheid van het ongeziene • De religie van het optimisme • De zieke ziel • Het gespleten zelf en het proces van eenwording • Bekering • Heiligheid • De waarde van heiligheid • Mystiek • Filosofie; belang van pragmatisme • Esthetische elementen

  47. Godsdienstsociologie (zie ook Religion social.ppt) • Benadert religie als een sociaal verschijnsel • De relatie tussen religie en samenleving • inwerking religie op het sociale leven • uitwerking van een staatsgodsdienst op het geestelijke welzijn van de mensen • afhankelijk van zowel de sociale structuur van de samenleving als van de godsdienst zelf • invloed van de sociale structuur van een land op de heersende godsdienst • aard en bron van de gemeenschapvormende kracht van godsdienst Columbia, de personificatie van de USA, leidt pioniers

  48. Godsdienstsociologie (vervolg) • Scheidendende werking van religie in de samenleving van een volk, of tussen volkeren onderling. (Zie: gevaren van religie) • Godsdienstige of geestelijke of spirituele gemeenschappen zoals • een heilsinstituut: kerk en klooster van het Christendom, • de monniksorden van het Boeddhisme.

  49. Godsdienstsociologie (vervolg) • Onderwerpen • Religie als een kracht voor stabiliteit en verandering • Religieen sociale klasse • Religieen leeftijdsgroepen • Religieen geslacht • Religieen etniciteit • Groei van alternatieve religies • Groei van Christelijk fundamentalisme • Groei van Islamitisch fundamentalisme • Religie – Marx • Religie – Weber, Durkheim • Religie - Functionalisme • Religie - Feminisme • Secularisatie

  50. Godsdienstsociologie (vervolg) • Functie van religie voor behoud én transformatie van de maatschappij en van cultuur • Functionalisten zien religie als een kracht om: • mensen in de maatschappij te socialiseren en te integreren • normen en waarden van de maatschappij te handhaven - en ineenstorting van de maatschappelijke structuur te voorkomen • mensen zich met levenveranderende gebeurtenissen te laten verzoenen.

More Related