1 / 25

Wat is de invloed van een hersentumor op het functioneren van de patiënt?

Wat is de invloed van een hersentumor op het functioneren van de patiënt?. Dieta Brandsma, neuroloog NKI-AvL 19 e AvL symposium ‘Oncologie in perspectief, 100 jaar grensverleggend’. overzicht presentatie. type hersentumoren de verschillende functies van de hersenen

duyen
Download Presentation

Wat is de invloed van een hersentumor op het functioneren van de patiënt?

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Wat is de invloed van een hersentumor op het functioneren van de patiënt? Dieta Brandsma, neuroloog NKI-AvL 19e AvL symposium ‘Oncologie in perspectief, 100 jaar grensverleggend’

  2. overzicht presentatie • type hersentumoren • de verschillende functies van de hersenen • taal, geheugen en gedrag/emoties • bijzondere casus

  3. indeling hersentumoren primaire hersentumoren: - glioom: 800 /jaar in NL - meningeoom: 500/jaar in NL secundaire hersentumoren = hersenmetastasen - 5000-7000/jaar - meest voorkomend: longca, mammaca, melanoom

  4. soorten hersentumoren hersenmetastasen glioom meningeoom

  5. behandeling

  6. hersentumoren • type hersentumor bepaalt: • behandeling en levensverwachting • de snelheid van ontstaan van neurologische verschijnselen • plaats van de hersentumor bepaalt welke neurologische verschijnselen een patiënt krijgt

  7. gevoel lichaam, ruimtelijke oriëntatie initiatief planning (ont-)remming taal spierkracht visuele prikkels geheugen/taal coördinatie gevoel en kracht lichaam oogbewegingen, slikken ademhaling, bloeddruk, hartslag neurologische verschijnselen

  8. invloed op spierkracht, gevoel lichaam, zien

  9. taal, geheugen en gedrag/emoties

  10. taal

  11. afasie stoornis in begrijpen en produceren van gesproken en geschreven taal ( spreken, begrijpen, lezen, schrijven)

  12. Onderzoek afasie Begrijpen gesproken taal gesloten vragen: Kan een olifant vliegen? opdrachten uitvoeren: voorwerpen aanwijzen, rechter hand naar linker oor Begrijpen geschreven taal geschreven opdracht laten lezen en navertellen

  13. onderzoek afasie Producerengesprokentaal spontanetaal, gesprekje benoemen automatischetaal (aanvullen /afmaken) Producerengeschreventaal eigennaam spontanezin

  14. afasie • sterk bemoeilijkte communicatie met grote invloed op • overleg over behandelingen, dagelijkse zorg in ziekenhuis • relatie/gezin, sociaal leven en werk

  15. adviezen bij afasie • langzaam praten, korte zinnen, trefwoorden • aangeven waar het gesprek over gaat (evt. tekening) • controleer of iemand de boodschap begrepen heeft, evt. herhalen. • rustige omgeving, tijd nemen

  16. adviezen bij afasie

  17. geheugen prefrontale cortex: geheugen voor volgorde gebeurtenissen

  18. gedrag • frontaal kwab: 1/3 van de hersenen ‘uitvoerende functies’: • organiseren/aanpassen van gedrag • maken van plannen • initiatief tonen

  19. veranderd gedrag Twee typen groepen bij frontaal syndroom: • veranderingen in persoonlijkheid • veranderingen in cognitief functioneren

  20. veranderingen in persoonlijkheid • familie/vrienden vinden patiënt een ander mens: • traag, initiatiefloos, onverschillig = apathie b) kinderlijk gedrag, onnatuurlijk vrolijk, onaangepast gedrag. Impulsief en ontremd = ontremming

  21. veranderingen in cognitief functioneren • snel afgeleid • geen overzicht • kan complexere situaties niet overzien of uitvoeren • leert niet van eerdere ervaringen • heeft vaste routine en wijkt hier niet van af • geen invloed op intelligentie

  22. frontaal syndroomhoe ga je ermee om? • apathie: • vertellen wat hij/zij moet gaan doen • vaste dagstructuur • chaotisch gedrag • zet/leg dingen in volgorde • beperkt aantal keuzemogelijkheden

  23. frontaal syndroom: hoe ga je ermee om? • impulsiviteit/ontremming: • weghalen prikkels waarvoor patiënt gevoelig is • geef kort aan wat je wel/niet van patiënt verwacht • dwangmatigheid • ga niet met patiënt in discussie • leid patiënt af

  24. conclusie • hersentumor tast persoonlijkheid aan, welke bepaald wordt door taal, geheugen, gedrag/emoties • aandacht van ons als zorgverleners voor beperkingen in • communicatie over medische behandelingen en • dagelijkse verzorging • problemen binnen relaties/gezin en werk • adviezen hoe om te gaan met afasie en gedragsstoornissen

More Related