1 / 56

Hoofdstuk 10

Hoofdstuk 10. Financiering van de internationale handel. 1. Financiering op korte termijn. Financiering van verrichtingen met een maximale looptijd van 2 jaar Sommige vormen zowel voor binnenlandse als voor buitenlandse handel, andere uitsluitend voor buitenlandse handel.

ezra
Download Presentation

Hoofdstuk 10

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Hoofdstuk 10 Financiering van de internationale handel

  2. 1. Financiering op korte termijn • Financiering van verrichtingen met een maximale looptijd van 2 jaar • Sommige vormen zowel voor binnenlandse als voor buitenlandse handel, andere uitsluitend voor buitenlandse handel

  3. 1. Financiering op korte termijn • Kaskrediet • Straight loan • Discontokrediet • Acceptkrediet • Goederenpand • Forfaiting • Borgstellingskrediet • Factoring

  4. 2. Financiering op middellange en lange termijn VoorwerpProjecten waarbij levering en afwerking over periode van > 2 jaar gespreid is: * 2 tot 5 jaar = middellange termijn * > 5 jaar = lange termijn Vormen van financiering

  5. 2.2 Vormen van financiering • Wentelkrediet • Individueel leverancierskrediet • Koperskrediet • Bank-tot-bankkrediet • Forfaiting • Kaderkrediet • Soft loan • Andere vormen • Bankgaranties

  6. 3. De nationale bank van België • Website www.nbb.be • Monetair beleid => nu ECB • Bank der banken • Interbancair betalingsverkeer • Verwerking van handelspapier • Verrekeningsstelsel voor effecten • Beschermingsfonds voor deposito’s • In omloop brengen van geld (samen met ECB) • Verzamelen van informatie

  7. Detailslides

  8. 1.1 Kaskrediet • Begrip Voorschot in rekening-courant Kredietlijn = toegelaten debetstand • Kenmerken Onbepaalde duur Opname volgens behoefte Regelmatig creditsaldo Trimestriële afrekening kosten Geen verantwoording over aanwending Binnenlandse of buitenlandse handel

  9. 1.1 Kaskrediet (2) • KostenIntrest = basistarief + marge I I variabel vast • Provisie→ op hoogste debetstand • Voordeel: soepel krediet • Nadeel: duur krediet

  10. 1.1 Kaskrediet (3) • Kaskrediet in deviezen • Varianten op kaskrediet • Voorschotten op facturen • Voorschotten op vorderingsstaten [Terug]

  11. 1.2 Voorschot op vaste termijn of straight loan • Begrip Vast bedrag Vaste termijn Vaste rentevoet • Kenmerken Eenvoudig Weinig soepel Grote bedragen Zeer korte termijnen (dagen, weken, maanden) Geen verantwoording over aanwending

  12. 1.2 Voorschot op vaste termijn of straight loan (2) • Kosten rente + marge I I Euribor vast • Werking • Voordelen Eenvoudig • Nadelen Weinig soepel Enkel grote bedragen [Terug]

  13. 1.3 Discontokrediet en het handelsaccept • Discontokrediet = Krediet gebaseerd op geaccepteerde wissel Wissel wordt vóór vervaldag ‘verdisconteerd’ (= ‘verkocht’) aan bank • Handelsaccept =Wissel getrokken door een leverancier op zijn koper en door de koper geaccepteerd

  14. 1.3 Discontokrediet en het handelsaccept (2) • Cedentendiscontokrediet • Omschrijving Krediet aangevraagd door de trekker van wissels bij zijn bank • Kenmerken Leverancier geeft uitstel van betaling Leverancier draagt kredietkosten Looptijd max. de looptijd van de wissel Bedrag = max. bedrag verkoop Self-liquidating

  15. 1.3.1 Cedentendiscontokrediet Werking (1) Trekken wissel VERKOPER= trekker wissel KOPER= betrokkene wissel (2) Geaccepteerde wissel (4) Contante waarde (5) Aanbieding wissel op vervaldag BANK VERKOPER= bank trekker (6) Betaling wissel op vervaldag (3) Verdiscontering wissel

  16. 1.3.1 Cedentendiscontokrediet • Kostprijs - Intrest of disconto: basisrente + marge - Commissieloon of discontoprovisie - Incassokosten • Voordelen • Goedkoper dan kaskrediet • Soepeler dan straight loan • Handelsaccept in deviezen

  17. 1.3.2 Leveranciersdiscontokrediet 2. Leveranciersdiscontokrediet • Omschrijving Krediet aangevraagd door de betrokkene (koper) van wissels bij zijn bank • Kenmerken Koper moet contant betalen Koper is kredietnemer en draagt kredietkosten Koper neemt initiatief wissel te gebruiken Bedrag = max. bedrag aankoop

  18. 1.3.2 Leveranciersdiscontokrediet Werking (2) Trekken wissel VERKOPER= trekker wissel KOPER= betrokkene wissel (1) Geaccepteerde wissel (6) Aanbieden wissel op vervaldag (5) Debiteren discontokosten (4) Nominale waarde BANK KOPER= bank betrokkene (7) Betaling wissel op vervaldag (3) Verdiscontering wissel

  19. 1.3.2 Leveranciersdiscontokrediet • Kostprijs - Idem als bij cedentendiscontokrediet • Voordelen - Goedkoper dan kaskrediet - Soepeler dan straight loan - Koper kan korting contante betaling bekomen • Leverancierswissel in deviezen [Terug]

  20. 1.4 Acceptkrediet en het bankaccept Begrip - Bankaccept = wissel getrokken en geaccepteerd door bank, mits voorafgaand kredietakkoord wissel getrokken op basis van handels- transactie met buitenland (uitvoer/invoer) - Acceptkrediet = voorschot van bank op basis van verdiscontering van bankaccept

  21. 1.4 Acceptkrediet en het bankaccept (2) • Exporteurs-acceptkrediet • Importeurs-acceptkrediet • Bankaccepten in deviezen • Globalisatie van bankaccepten [Terug]

  22. 1.4.2 Exporteurs-acceptkrediet Kenmerken • Gebaseerd op een exportverrichting • Exporteur geeft betalingsuitstel • Exporteur is kredietnemer en draagt kosten krediet • Looptijd krediet = betalingsuitstel • Bedrag krediet = max. bedrag exportverrichting • Self-liquidating

  23. 1.4.2 Exporteurs-acceptkrediet (2) Werking Commerciële verrichting BELGISCHE EXPORTEUR= trekker wissel BUITENLANDSE KOPER (3) Betaling factuur (2) Contante waarde (4) Nominale waarde Buitenlandse koper is niet betrokken bij krediet! BANK EXPORTEUR= betrokkene wissel (1) Trekken wissel + accepteren + in disconto nemen

  24. 1.4.2 Exporteurs-acceptkrediet (3) • Kosten - Intrest (zie discontokrediet) - Acceptprovisie • Voor- en nadelen - Goedkoper dan kaskrediet - Koper betaalt niet → exporteur moet wissel betalen op vervaldag [Terug]

  25. 1.4.3 Importeurs-acceptkrediet Kenmerken - Gebaseerd op een importverrichting - Koper betaalt contant aan leverancier - Importeur is kredietnemer en draagt kosten krediet - Bedrag krediet = max. bedrag importverrichting

  26. 1.4.3 Importeurs-acceptkrediet (2) Werking Commerciële verrichting BELGISCHE IMPORTEUR= trekker wissel BUITENLANDSE LEVERANCIER (3) Contante betaling factuur (2) Contante waarde (4) Nominale waarde Buitenlandse leverancier is niet betrokken bij krediet! BANK IMPORTEUR= betrokkene wissel (1) Trekken wissel + accepteren + in disconto nemen

  27. 1.4.3 Importeurs-acceptkrediet (3) • Kosten - idem exporteur-acceptkrediet • Voordelen - goedkoper dan kaskrediet - dankzij krediet kan importeur later betalen (aan bank) [Terug]

  28. 1.5 Goederenpand of voorraadfinanciering • Goederenpand • Carcollateral • Landbouwwarrant * voorraden als borg * voorschot = 80 % marktwaarde * pandakte * tussenkomst opslagruimten * fysieke controles [Terug]

  29. 1.6 Forfaiting Begrip • Bijzondere vorm discontokrediet • Bank (forfaiter) neemt schuldvordering over tegen een forfaitaire prijs, zonder verhaalrecht op vorige houder • Risico’s worden overgedragen aan forfaiter

  30. 1.6 Forfaiting (2) Opmerkingen Meestal door verdiscontering van handelspapier (wissel) De forfaiter betaalt contant aan aanvrager forfait, bv. exporteur/begunstigde van handelspapier (min rente en risicopremie) Forfaiter vraagt meestal aval (bv. door bank betrokkene) Voor betalingsuitstel van > 90 dagen (kan > 2 jaar zijn) Er bestaat exportforfaiting en de importforfaiting

  31. 1.6 Forfaiting (3) Werking Commerciële verrichting BELGISCHE EXPORTEUR= trekker wissel BUITENLANDSE KOPER= betrokkene wissel (2) Geaccepteerde wissel Forfaiting overeenkomst (7) Betaling nominaal bedrag wissel (1) Aval op wissel (4) Betaling netto- bedrag wissel (3) Endossering wissel (6) Aanbieding wissel op vervaldag (5) Aanbieding wissel op vervaldag BANK EXPORTEUR= FORFAITER BUITENLANDSE BANK VAN KOPER (8) Betaling nominaal bedrag wissel

  32. 1.6 Forfaiting (4) • Kostprijs - Intrest - Risicopremie - Reserveringsprovisie - Betalings- en incassoprovisie • Voordelen van forfaiting - Dekking tegen politiek, betalings- en wisselrisico - Vrijmaken werkkapitaal en verbetering liquiditeit - Geen krediet nodig - Beter kredietmanagement [Terug]

  33. 1.7 Borgstellingskrediet • Ook ‘handtekeningkrediet’ genoemd • Bv. aval op wissel, borgstelling tegenover douane … • Bank (borgsteller) verstrekt geen geld • Bank waarborgt goede uitvoering van een verbintenis van haar cliënt tegenover derde (begunstigde) • Borgsteller tekent borgakte waarin ze belooft te betalen als hoofdschuldenaar in gebreke blijft • Cliënt-kredietnemer tekent borgakte waarin hij belooft sommen die bank aan begunstigde uitbetaalt onder deze borgstelling, terug te storten. [Terug]

  34. 1.8 Factoring Zie hoofdstuk 11 [Terug]

  35. 2.2.1 Wentelkrediet of roll-over krediet Begrip - Reeks van straight loans (vaste voorschotten) die elke deelperiode (wentelperiode) hernieuwd worden - Financiering over lange periode op basis van kortetermijnrentevoeten - Bij het begin van elk ‘roll-over’-moment wordt de rentevoet opnieuw vastgelegd - Grote bedragen

  36. 2.2.1 Wentelkrediet of roll-over krediet (2) Kostprijs • Intrest, zelfde als bij straight loan (EURIBOR) • Marge • Kredieten in deviezen hebben de LIBOR (London Interbank Offered Rate) als basisrente • Rente op KT is meestal lager dan rente op LT → goedkoper dan investeringskrediet [Terug]

  37. 2.2.2 Individueel leverancierskrediet Begrip - Financiering uitvoer van uitrustingsgoederen - Leverancier staat uitstel van betaling toe - Leverancier vraagt krediet aan zijn bank - Middellange of lange termijn - Grote bedragen - Max. 85 % financiering - 15 % voorschot contant 5 % contant bij bestelling 10 % met L/C bij levering

  38. 2.2.2 Individueel leverancierskrediet (2) Werking (1) 5 % bij bestelling (2 ) 10 % bij levering L/C FINEXPO BELGISCHE EXPORTEUR BUITENLANDSE KOPER (3) Trekken wissels voor 85 % som Rentetoelage (5) Geaccepteerde & geavaliseerde wissels Verzekeringspremie (9) Semestriële intrest NDD (12) Betaling wissels op vervaldag (7) Opbrengst disconto (4) Aval op wissels (6) Disconto wissels (8) Semestriële intrest (11) Aanbieding wissels (10) Incasso wissel op elke vervaldag BANK EXPORTEUR BANK KOPER (13) Betaling op elke vervaldag

  39. 2.2.2 Individueel leverancierskrediet (3) • Tussenkomst van FINEXPO • Eventuele rentesubsidie • Niet voor uitvoer naar EU landen • Kostprijs • Semestriële rente • Kredietopenings-, betalings-, incassoprovisie • Verzekeringspremie NDD • Risico’s • Niet-betaling van wissels (niet 100 % gedekt door NDD) • Resiliatierisico (niet 100 % gedekt door NDD) [Terug]

  40. 2.2.3 Koperskrediet Begrip - Vergelijkbaar met individueel leverancierskrediet - Bank exporteur geeft rechtstreeks krediet aan buitenlandse koper die daardoor betalingsuitstel krijgt - Gebruik van orderbriefjes of promesses (= opdracht om te betalen op bepaalde vervaldag)

  41. 2.2.3 Koperskrediet (2) Werking (1) 5 % bij bestelling BELGISCHE EXPORTEUR BUITENLANDSE KOPER (2) 10 % bij levering L/C (8) Betaling promesse op vervaldag (5) Contante betaling 85 % na disconto (3) Trekken promesses 85% som (7) Aanbieding promesse (10) Semes-triële intrest NDD (4) Aval op promesses Verzekeringspremie BANK EXPORTEUR BANK KOPER (6) Promesse op elke vervaldag FINEXPO (9) Transfer betaling Rentetoelage (11) Semestriële intrest [Terug]

  42. 2.2.4 Bank-tot-bankkrediet Begrip - Vergelijkbaar met koperskrediet - Bank exporteur verleent rechtstreeks krediet aan bank buitenlandse koper, ter financiering betalingsuitstel aan koper - Buitenlandse koper draagt financieringslast - Gebruik van promesses 2.2.3 Koperskrediet

  43. 2.2.4 Bank-tot-bankkrediet (2) Werking (1) 5 % bij bestelling BELGISCHE EXPORTEUR BUITENLANDSE KOPER (2 ) 10 % bij levering L/C (4) Contante betaling 85 % na disconto (5) Betaling op vervaldag (6) Semes-triële intrest NDD Verzekeringspremie (3) Trekken promesses 85 % som BANK EXPORTEUR BANK KOPER (7) Betaling promesse op vervaldag FINEXPO Rentetoelage (8) Semestriële intrest [Terug]

  44. 2.2.5 Forfaiting • Zie onder 1.6 (kortetermijnfinanciering) [Terug]

  45. 2.2.6 Kaderakkoord • Lening van groep banken (bankenconsortium) of de overheid, meestal aan ontwikkelingslanden • Gestandaardiseerd financieringspakket met vaste voorwaarden te gebruiken voor individuele transacties van Belgische exporteurs • Kan vorm hebben van leverancierskrediet, koperskrediet of bank-tot-bank-krediet • Voordeel: geen individuele onderhandelingen over financiering van een project • Recent weinig gebruikt [Terug]

  46. 2.2.7 Lening van staat tot staat • Lening van Belgische overheid aan ontwikkelingslanden • Financiering van Belgische export uitrustingsgoederen • Gunstige voorwaarden - Lange looptijd (30 jaar) - Gratieperiode 10 jaar - Lage rentevoet (0 à 2 %) [Terug]

  47. 2.2.8 Andere vormen van financiering 1 Leasing (2) Verkoop goed LEASING-MAATSCHAPPIJ (LESSOR) LEVERANCIER INVESTERINGS- GOED (4) Betaling goed (1) Leasingovereenkomst (huurcontract) (3) Levering goed (5) Periodieke huur LEASINGNEMER (LESSEE/HUURDER)

  48. 2.2.8 Andere vormen van financiering (2) • Financiële leasing • Contract bepaalde duur (niet opzegbaar) • Leasinggever = juridische eigenaar • Leasingnemer = economische eigenaar (moet goed afschrijven, leasing opnemen in balans, rentegedeelte huur is bedrijfskost)

  49. 2.2.8 Andere vormen van financiering (2) Opmerkingen bij financiële leasing Leasingnemer staat in voor onderhoud, herstellingen en verzekering Aankoopoptie is verplicht Goed uitsluitend voor beroepsdoeleinden gebruiken Financiële leasing = ‘full pay-out’-leasing: periodieke betalingen van kredietnemer volstaan om de investering, inclusief rente op het geïnvesteerde kapitaal van leasinggever terug te betalen.

  50. 2.2.8 Andere vormen van financiering (3) • Operationale leasing • Contract onbepaalde duur • Leasinggever = juridisch én economisch eigenaar (moet goed afschrijven) • Meestal geen aankoopoptie • Leasing van rollend materieel soms aangeduid als ‘renting’ • Veel gebruikt door bedrijven met groot wagenpark

More Related