1 / 9

Actie Onderzoek

Meer aandacht voor (hoog) begaafde leerlingen?. Plusleerlingen. Differentiëren. Compacten & Verrijken. Actie Onderzoek. Daan Ebbers VR4A. 1. De aanvankelijke problematiek of uitdaging.

Download Presentation

Actie Onderzoek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Meer aandacht voor (hoog) begaafde leerlingen? Plusleerlingen Differentiëren Compacten & Verrijken Actie Onderzoek Daan Ebbers VR4A

  2. 1. De aanvankelijke problematiek of uitdaging • Ik loop stage in een combinatiegroep 5/6 op CBS. de Haven in Doetinchem. In mijn groep werk ik met een weektaak, deze weektaak stel ik vrijdagmiddag samen met behulp van de methoden taal/rekenen en de zaakvakken. Op de voorkant staat het verplichte werk dat de leerlingen moeten doen. Op de achterkant heb ik een lijst met “extra” werk (computer opdrachten, extra reken/taal taken, atlas, woordenboek, Ambrasoft). Toch zijn er telkens 4 leerlingen die de weektaak donderdag al hebben afgerond. Ook zijn zij gauw klaar met het extra werk van de achterkant, tijdens het nakijken blijkt dat ook al het werk goed gemaakt is. • Het lukt mij nog onvoldoende om deze ‘Plus’ kinderen een ander aanbod te geven waardoor zij ook wanneer ze klaar zijn verder kunnen! • Ik ervaar dit voor mijzelf als een probleem, de uitdaging voor mezelf wordt op welke manier kan ik de betrokkenheid van deze 4 leerlingen vergroten en het lesaanbod verrijken met leuke ‘extra’ leerstof? • Kortom, door mijn voorkennis, voorgaande stage-ervaringen en het aanwezige materiaal lukt het mij onvoldoende verrijkend materiaal voor mijn plus-leerlingen aan te bieden.

  3. 2. Een schets van de gewenste werksituatie • (plus)Leerlingen werken aan eigen weektaak. • (plus)Leerlingen krijgen uitdagend werk, worden verrijkt en leren veel. • Leerlingen werken aan een eigen programma. • De leerkracht heeft een goede tijdsplanning waardoor hij aan alle groepen voldoende aandacht kan geven. • De leerkracht onderhoudt contact met de Ib-er en wisselt zijn/haar ideeën uit. • Voldoende materiaal in de klas aanwezig waar (plus) leerlingen mee aan de slag kunnen.

  4. 3. De relevante aspecten van de problematiek of de uitdaging. • Verrijken van leerstof • Plus leerling (hoogbegaafdheid / begaafde leerling) • Differentiëren 10 minuten voor het einde van de les komt er een plus leerling binnenen roept door de les heen.. “Meester, alles klaar, de spelletjes zijn ook saai.. mag ik wat anders doen? “Ok, we hebben bijna pauze – Lees vast je taalboek door wat je straks mag doen, dan heb je dat al gedaan – En doe maar even wat voor jezelf tot de bel gaat”.

  5. 4. Onderzoeksvragen en onderliggende hypothesen • Hoe weet ik of ik te maken heb met een plus leerling ( een (hoog)begaafde leerling)?Op een basisschool met 400 leerlingen komen gemiddeld zo’n 10 tot 12 begaafde leerlingen voor. Onderzoekers zijn het er wel over eens dat ongeveer 2% van de basisschoolleringen begaafd is. Hoe weet ik welke leerlingen (hoog)begaafd zijn in mijn klas? • Wat vereist differentiëren in mijn klas van mij als leerkracht? Volgens Pluskracht (2007) differentieer je in een klas wanneer je tegemoet komt aan verschillen. Maar welke verschillen kun je maken als leerkracht? En welke differentieermogelijkheden werken het beste? • Op welke wijze start ik met het compacten en verrijken van leerstof?Begaafde leerlingen leren vlotter en met meer gemak en dat betekent dat ze sneller dan de groep de reguliere leerstof verwerken. Leeractiviteiten die voor de groep nodig zijn (zoals herhalen, blijven oefenen) kunnen worden overgeslagen. Met andere woorden, de leerstof kan ingedikt (gecompact) worden. Maar op welke wijze kan er gestart worden met het compacten en verrijken?

  6. 5. Organisatie, vorm en planning van het onderzoek. • Onderzoeksvraag 1: Hoe weet ik of ik te maken heb met een plus leerling ( een (hoog)begaafde leerling)? • Praktijk: Ik wil hierbij een gesprek aangaan met de IB leerkracht van de school. Zij is bekend met het diagnosticeren van plus leerlingen. Ook kan zij mij meer info geven over het begrip “de Plus leerling” • Onderzoeksvraag 2: Wat vereist differentiëren in mijn klas van mij als leerkracht? • Praktijk: Hierbij wil ik een gesprek aangaan met de huidige groepsleerkracht, op welke wijze differentieert zij? Welke mogelijkheden ziet zij met differentiëren en wat wordt er van mij als leerkracht verwacht? • Onderzoeksvraag 3: Op welke wijze start ik met het compacten en verrijken van leerstof? • Praktijk: De leerkracht van groep 8 is onlangs begonnen met het compacten en verrijken in haar groep. Ik hoop haar enkele vragen te kunnen stellen over dit onderwerp, hoe is zij begonnen.. waar heeft zij de juiste informatie vandaag gehaald? En heeft het haar ook daadwerkelijk geholpen binnen het klassenmanagement?

  7. 6. Onderzoeksresultaten: Conclusie en ontwikkelpunten • Conclusie 1:Als leerkracht moet je bij het samenstellen van je programma de juiste kennis hebben over je leerlingen. De conclusie van deze vraag is dat wanneer leerlingen opvallend hoog scoren niet op 1 maar op meerdere vakgebieden men contact kan opnemen met de IB-er en zijn/haar leerling kan laten diagnosticeren als een (hoog)begaafde leerling. Als leerkracht kun je hierop inspelen, en deze leerlingen extra verrijkend en uitdagend werk aanbieden. Het is niet handig om deze kinderen vooruit te laten werken of al met stof van een hoger jaar bezig te laten gaan. • Conclusie 2:Differentiëren vereist een goede voorbereiding en klassenmanagement van de groepsleerkracht. Om te differentiëren moet je weten wat een leerling kent/kan en wat je van ze kan verwachten. Ook wordt er enige zelfstandigheid van de leerlingen gevraagd. Zij werken aan een eigen programma waarbij de leerkracht niet alleen tijd heeft voor een bepaalde groep. Deze zelfstandigheid moet je de leerlingen goed aanleren. • Conclusie 3: Om te starten met het compacten en verrijken van leerstof moet er eerst een duidelijk beeld zijn bij welke leerlingen dit de leerkracht wil inzetten. Ook moet er wel degelijk tijd vrij gemaakt worden om de opdrachten (verrijking) duidelijk bespreekbaar te maken. Het is ook handig om hierbij bijvoorbeeld de IB leerkracht te vragen om reflectie of evalueer momenten in te plannen met deze leerlingen en het lijntje kort te houden met de IB leerkracht. • Ontwikkelpunten: 140. Vanuit gestelde prioriteiten de beschikbare leertijd efficiënt indelen en een eigen adequaat timemanagement voeren. Om een duidelijke weektaak te maken moet ik zeker efficiënt kunnen indelen, hierbij is zeker een duidelijk timemanagement nodig. 142. Verschillende programma’s voor kinderen zo organiseren, dat ze gelijktijdig en hanteerbaar worden uitgevoerd en passen in het ritme van de toets kalender. Door gebruik te maken van het routeboekje, minimumdoelen en verrijkend materiaal moet ik zorgen dat alsnog alle leerlingen gelijk lopen met de toets kalender.

  8. Te ondernemen (of reeds ondernomen) implementatieactiviteiten; implementatieresultaten.

  9. Samenhang met andere onderwijskundige problematiek/concepten: Verdieping en voortgang. • Adaptief Onderwijs • Reflecteren / evalueren • Verdieping in het (plus) kind. • Alles resultaten worden besproken met de huidige groepsleerkracht, vervolgens start ik met het werken in 3 niveaugroepen. Dit zou duidelijk gemaakt worden naar de leerlingen. Uiteindelijk bespreek ik verdere resultaten en vorderingen/problemen in mijn col-groep en zou ik de resultaten en begeleiding bespreken met de IB leerkracht van CBS. de Haven.

More Related