1 / 29

Samenvatting klas 1 en 2

Samenvatting klas 1 en 2. 5 periodes. Prehistorie tot 3000 v.c . Oudheid 3000 v.c .-500 Middeleeuwen 500-1500 Nieuwe/vroegmoderne 1500-1800 geschiedenis Nieuwste/moderne 1800-heden geschiedenis. 10 tijdvakken. 1-Tijd van jagers en verzamelaars(tot 3000 v.c .)

vevay
Download Presentation

Samenvatting klas 1 en 2

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Samenvatting klas 1 en 2

  2. 5 periodes Prehistorie tot 3000 v.c. Oudheid 3000 v.c.-500 Middeleeuwen 500-1500 Nieuwe/vroegmoderne 1500-1800 geschiedenis Nieuwste/moderne 1800-heden geschiedenis

  3. 10 tijdvakken 1-Tijd van jagers en verzamelaars(tot 3000 v.c.) 2-Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c-500) 3-Tijd van monniken en ridders (500-1000) (vroege Middeleeuwen) 4-Tijd van steden en staten (1000-1500) (late Middeleeuwen) 5-Tijd van ontdekkers en hervormers (1500-1600) 6-Tijd van regenten en vorsten (1600-1700) 7-Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) 8-Tijd van burgers en stoommachines (1800-1900) 9-Tijd van wereldoorlogen (1900-1950) 10-Tijd van televisie en computer (1950-2000)

  4. 1-Tijd van jagers en boeren Eerste mensen waren nomaden en leefden van jagen, vissen en verzamelen.(econ) Ze geloofden in geesten(cult) Ze woonden in primitieve hutjes.(cult) Ze leefden in stamverband o.l.v. een stamhoofd.(pol) Iedereen was gelijk.(soc)

  5. Toen vond de landbouwrevolutie plaats. Men ging -zelf voedsel verbouwen (akkerbouw) -dieren houden (veeteelt) -men bleef jagen en vissen(econ) Irrigatielandbouw Daardoor kreeg men meer tijd en kon de cultuur zich ontwikkelen(rivierdalbeschavingen) Er ontstonden polytheïstische natuurgodsdiensten.(cult) Men ging uitvindingen doen (wiel, schrift) en daardoor ontstond de wetenschap(cult)

  6. Er ontstond arbeidsdeling (voedseloverschot)→ ontstaan handel en handwerk/ambacht en geld.(econ) Mensen gingen in steden wonen.(cult) Er ontstond een gelaagde samenleving (ongelijkheid)(soc) Er ontstond een bestuur met koningen, ambtenaren en wetten en staten(pol) Met het ontstaan van het schrift eindigt de Prehistorie.

  7. 2-Tijd van Grieken en Romeinen Grieken Pol stadstaten monarchie aristocratie democratie Econ agrarisch stedelijke samenleving Soc gelaagde samenleving Cultbouw-en beeldhouwkunst wetenschappelijk denken

  8. filosofie polytheistische natuurgodsdienst goden lijken op mensen (mythologie) Olympische Spelen

  9. Romeinen Pol monarchie republiek(senaat en consuls) keizerrijk imperialisme PaxRomana Econagrarisch-stedelijk Soc gelaagde samenleving Cultpolytheistische natuurgodsdienst ontstaan christendom (monotheisme)

  10. grote invloed Griekse cultuur Romaniseren wegen,viaducten,aquaducten Romeins recht (Romeins burger) 1 taal (Latijn)

  11. 3-Tijd van monniken en ridders Pol zwakke,Germaanse koninkrijkjes ontstaan leenstelsel(feodale stelsel) (leenheer,leenman,hulp in de oorlog trouw,land uitlenen) Karel de Grote (800) verenigt Europa invallen van de Noormannen Econ Europa weer puur agrarisch ontstaan van het domaniale stelsel (lijfeigenen,horigen,herediensten) weinig vrije boeren geen handel,handwerk en geld

  12. Soc standenstaat 1-geestelijkheid 2-adel 3-derde stand (boeren) Cult grote invloed christendom kerstening van Europa via kloosters(centra van cultuur) door monniken(missionarissen) Pol Grote macht van de paus (strijd met de vorsten) Cult Opkomst Islam→kruistochten

  13. 4-Tijd van steden en staten Econ verbeteringen in de landbouw herstel van handel,handwerk, steden en geld gildes Pol stadsrechten (privileges): eigen bestuur(burgemeesters, vroedschap) eigen rechtspraak(schout,sche- penen) muur om de stad

  14. Soc derde stand: rijke kooplieden middenstand van handwerkers armen boeren (4de stand?) Pol Ontstaan van nationale staten koningen vergroten hun macht tov adel en geestelijkheid (huurlegers,bedes aan burgerij) invloed van burgers via Staten Generaal

  15. Cult cultureel herstel verval in katholieke kerk (ketterij en heksenvervolging)

  16. 5-Tijd van ontdekkers en hervormers Renaissance kunst en denken Oudheid ↓ Humanisme→mens in het centrum wetenschappelijke revolutie Ontdekkingstochten -nieuwsgierig naar de wereld -verspreiden van het geloof -handel mogelijk door betere schepen, kaarten en instrumenten

  17. Portugal via Afrika naar Indië(specerijen) Brazilië factorijen langs de kust Spanje M en Z Amerika(conquistadores) plantages en mijnen trans Atlantische slavenhandel Verdrag van Tordesillas→paus verdeelt de wereld tussen Spanje en Portugal Handelskapitalisme→wereldeconomie

  18. Reformatie ontstaan protestantisme (Luther, Calvijn) (ketters) ↓ godsdienstoorlogen bv 80 jarige oorlog (De Opstand) -verzet tegen kettervervol- gingen(inquisitie) -verzet tegen centralisatie (adel en burgers verliezen macht) Beeldenstorm (aanleiding)

  19. Alva (landvoogd) vervolgt tegenstanders Philips II Willem van Oranje (stadhouder) verzet zich samen met de watergeuzen Zuiden (Unie van Atrecht) blijft bij Spanje Noorden(Unie van Utrecht) verzet zich→ Acte van Verlatinghe (Philips afgezworen) →onstaan van De Republiek (Willem van Oranje vermoord)

  20. 6-Tijd van regenten en vorsten De Republiek statenbond→ weinig macht bij Staten Generaal,veel bij gewesten en steden. Macht ligt bij de regenten = groep rijke burgers en paar edelen. Stadhouder (familie Willem van Oranje) alleen legeraanvoerder (wil koning worden) Raadpensionaris (vertegenwoordiger regenten)veel meer macht Stadhouderloos tijdperk

  21. Gouden eeuw -bloei van kunst en wetenschap -bloei van de economie Europese handel (mn Oostzeehandel)→ Amsterdam stapelmarkt Buiten Europese handel (VOC en WIC) -moderne handelscompagnieën -NV’s met monopolie -nemen Portugese kolonies over Nijverheid bv laken Visserij (haring) Meer vrijheid/tolerantie dan elders in Europa

  22. Ontstaan absolutisme (mn Frankrijk) elders in Europa -DroitDivin theorie -Centralisatie van het bestuur -Staatskerk→vervolging Hugenoten -staatscultuur -Mercantilisme (staatseconomie) -kolonies overnemen van Spanje/Port. (ook Engeland doet dat)

  23. 7-Tijd van pruiken en revoluties Verlichting (rationalisme) -alle mensen vrij/gelijk -rechtsstaat -volkssoevereiniteit -verdraagzaamheid Leidt tot de democratische revoluties bv Amerikaanse vrijheidsoorlog(1776-1783) -grondwet -bondsstaat -trias politica -bill of rights

  24. Patriotse revolutie(1785-1787) Patriotten grijpen tijdelijk de macht Stadhouder herstelt zijn macht mbv de koning van Pruisen Franse Revolutie(1789-1799) -Vrijheid,gelijkheid,broederschap -Grondwet met grondrechten -Verklaring van de rechten van de mens en burger -Parlement met verkiezingen Exporteren van de revolutie naar de rest van Europa

  25. Terreur onder Robespierre (1792-1795) Napoleon pleegt in 1799 een staatsgreep en maakt een einde aan de revolutie -gaat heel Europa veroveren -maakt nieuwe wetboeken Bataafse revolutie (1795-1798) -met behulp van de Fransen stadhouder verdreven -verklaring van de mensenrechten -grondwet -gekozen volksvertegenwoordiging -Nederland een eenheidsstaat

  26. In 1806 stuurt Napoleon zijn broer Lodewijk→koninkrijk Holland Van 1810-1815 Nederland een provincie van Frankrijk

  27. 8-Tijd van Burgers en stoommachines In 1815 Congres van Wenen -Europese vorsten terug op de troon (terugkeer Oranjes→Nederland konink- rijk) -herstel Ancien Regime -Frankrijk omgeven met sterke staten (België bij Nederland) Revolutiegolven in 1830 en 1848 maken eind aan absolutisme (macht naar bourgeoisie)

  28. Industriële Revolutie(eerst Engeland) -eerst landbouwrevolutie (boeren worden arbeiders) -initiatief bij rijke handelaren/grootgrond- bezitters -technische kennis (stoommachine,krukas) -voldoende grondstoffen en afzetmogelijkheden (bevolkingsgroei) Textielindustrie gaat voorop Industriële samenleving -massaproductie -urbanisatie

  29. -industrieel kapitalisme -standenstaat →klassensamenleving -ontstaan sociale kwestie -ontstaan moderne infrastructuur -ontstaan modern imperialisme (kolonies voor grondstoffen,afzetgebied en investeringen) -fabrikanten (nieuwe rijken) aan de macht

More Related