480 likes | 617 Views
Het was een mooie avond. Jorinde was in een nachtegaal veranderd die tuwiet, tuwiet zong. " Oh, wat moet er van mij worden? ". Wanneer iemand binnen honderd meter van het kasteel kwam, moest hij stilstaan en kon zich niet meer verroeren.
E N D
Jorinde was in een nachtegaal veranderd die tuwiet, tuwiet zong.
Wanneer iemand binnen honderd meter van het kasteel kwam, moest hij stilstaan en kon zich niet meer verroeren.
Ze mompelde wat, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg.
Overdag veranderde ze zich in een kat of een uil, maar 's avonds werd ze weer een mens.
Hij stond erbij als van steen, kon niet huilen, niet praten, geen hand of voet bewegen.
De uil vloog in een struik en direct kwam er een kromme, oude vrouw uit tevoorschijn.
Wanneer het maantje in het kooitje schijnt, maak los Zachiël, op het juiste moment ".
Joringel keek door de struiken en zag vlakbij de oude muur van het kasteel.
Toen hij dichtbij het kasteel gekomen was, verstijfde hij niet, maar hij liep door tot aan de deur.
Daarna begon de zon krachtig te stralen, en hierop trok de reiziger onmiddellijk zijn mantel uit.
Joringel lette niet op haar en bekeek de kooien met de vogels.
De noordenwind en de zon waren erover aan het redetwisten wie de sterkste was van hun beiden.
De noordenwind moest dus wel bekennen dat de zon van hun beiden de sterkste was.
Wanneer er echter een onschuldig meisje te dicht bij haar kasteel kwam, veranderde de heks haar in een vogel en sloot haar op in een kooitje.
Ze was mooier dan alle andere meisjes en was verloofd met de knappe Joringel.
De noordenwind begon toen uit alle macht te blazen, maar hoe harder ie blies, deste dichter trok de reiziger zijn mantel om zich heen;
Hij viel voor de oude vrouw op de knieën en smeekte haar om hem Jorinde terug te geven.
" Pas op ", zei Joringel, "dat je niet te dicht bij het kasteel komt".
Ze had wel zevenduizend kooien met zulke bijzondere vogels in haar kasteel.
Maar ze zei dat hij Jorinde nooit meer terug zou krijgen en ging weg.
Ze kwamen overeen dat degene die het eerst erin zou slagen de reiziger zijn mantel te doen uittrekken de sterkste zou worden geacht.
Nu kon de heks niet meer toveren, en Jorinde stond weer voor hem.
Snel sprong hij erheen en raakte het kooitje en de oude vrouw aan met de bloem.
Mijn vogeltje met het rode ringetje Zingt lijden, lijden, lijden :
Ze had grote rode ogen en een kromme neus die met de punt tot aan haar kin kwam.
Joringel ging naar binnen, liep over de binnenplaats en luisterde goed of hij de vele vogels kon horen.