560 likes | 1.27k Views
BOEK. Natuurkunde 1 (trim 1.1a) Mechanica Natuurkunde 2 (trim 1.2) H 21-23 electrostatica H 10-11 rotaties H 14-15 trillingen en golven Natuurkunde 3 (trim 2.1) Magnetisme, optika,… . Website (zie Pag xxix in boek) www.prenhall.com/giancoli. College 6: rotaties. - Boek hoofdstuk 10.
E N D
BOEK Natuurkunde 1 (trim 1.1a) Mechanica Natuurkunde 2 (trim 1.2) H 21-23 electrostatica H 10-11 rotaties H 14-15 trillingen en golven Natuurkunde 3 (trim 2.1) Magnetisme, optika,… Website (zie Pag xxix in boek) www.prenhall.com/giancoli
College 6: rotaties -Boek hoofdstuk 10 Vandaag leer je hoe je rotaties kunt beschrijven
begrippen Solide objecten/ solid body Rotatie as Rotatie hoek Radiaal
begrippen R versus r
Vogel op 100 m hoogte kan scherp zien tot 3 10-4 rad. Kan hij de muis zien? l= 3cm
definities • Snelheid • hoeksnelheid • versnelling • hoekversnelling
Omega constant V groter als R groter
Versnelling heeft 2 componenten w = 2p /T T = 1/f w = 2p f
Bewegings vergelijkingen • Bij constante versnelling geldt: • Bij constante hoekversnelling geldt:
Wieldiameter = 68 cm V0 = 8.4 m/s Bepaal w0 w0= 8.4/0.34 = 24.7 rad/s v = wR
Wieldiameter = 68 cm V0 = 8.4 m/s Bepaal a (bij constante vertraging over 115 m) t=27.4 s
Wat is het totale krachtmoment op dubbele cylinder (R1=30 cm; R2= 50 cm)
Traagheidsmoment I F =ma F=mRa
Traagheidsmoment I Meer dan een massa:
Bereken massamiddelpunt (2.3 m) traagheids moment door centrale as
Horizontale staaf kan vrij scharnieren. Bepaal op moment van loslaten hoekversnelling en lineaire versnelling van eindpunt staaf
Parallelle as theorema: voor een rotatie-as op afstand h parallel aan een as door het MMP geldt voor het traagheidsmoment van object met massa M: I=ICM+Mh2 I=ICM+Mh2 I=1/2 MR2+MR2 I=3/2MR2
Parallelle as theorema: voor een rotatie-as op afstand h parallel aan een as door het MMP geldt voor het traagheidsmoment van object met massa M: I=ICM+Mh2 Bewijs: I= mi{(xi-xA)2+(yi-yA)2} =mi{xi2+yi2-2xAxi –2yAyi+xA2+yA2} =mi{xi2+yi2+xA2+yA2} =ICM+Mh2
Loodrechte as theorema: voor een dun of een 2 dimensionaal object geldt dat de som van traagheidsmomenten van twee loodrechte assen in het vlak gelijk is aan de het traagheidsmoment van de loodrecht daarop staande as: Iz=Ix+Iy Bewijs Iz = mi (xi2 +yi2)=Iy+Ix
Loodrechte as theorema: voor een dun of een 2 dimensionaal object geldt dat de som van traagheidsmomenten van twee loodrechte assen in het vlak gelijk is aan de het traagheidsmoment van de loodrecht daarop staande as: Iz=Ix+Iy Voorbeeld bepaal Ix van platte schijf Iz = ½ MR2 Ix=Iy=1/4 MR2
impulsmoment impulsmoment: L = Iw Impuls p=mv Eenheid: kg m2 /s Eenheid kgm/s Krachtmoment t=Ia Kracht F=ma t=dL/dt F= dp/dt Als er geen netto externe kracht is blijft impuls behouden Als er geen netto extern krachtmoment is blijft het impulsmoment behouden: L = Iw = constant
Voorbeeld: koppelingsplaten Ma = 6 kg, Mb=9kg, R=0.6 m Ma begint met draaien en na 2 s is wa= 7.2 rad/s Bepaal impulsmoment van Ma L=Iw =½mr2w =1/2 6 0.62 7.2= 7.8 kgm2/s
Voorbeeld: koppelingsplaten Ma = 6 kg, Mb=9kg, R=0.6 m Ma begint met draaien en na 2 s is wa= 7.2 rad/s La=7.8 kgm2/s Bepaal krachtmoment nodig om Ma te versnellen t=dL/dt t=DL/Dt t=7.8/2 = 3.9 Nm
Voorbeeld: koppelingsplaten Ma = 6 kg, Mb=9kg, R=0.6 m, wa= 7.2 rad/s La=7.8 kgm2/s Ma en Mb bewegen wrijvingsloos zonder extern krachtmoment. Wat gebeurt er als we de stilstaande plaat Mb in kontakt brengen met de draaiende plaat Ma. Bepaal wab Lab=constant=La=7.8 kgm2/s Iabwab=Iawa wab= Ia /Iab wa = Ma/(Ma+Mb)wa wab= 6/15 wa=2.9 rad/s
Voorbeeld: supernova explosie en vorming neutronenster Ster met straal van zon R=7 105 km, massa = 2Mzon, T=10 dagen Wordt neutronenster met R=10km Wat wordt Tneut Impulsmoment behoud: L=Iw=constant Ibol=2/5 MR2 2/5MsterR2sterwster= 2/5MneutR2neutwneut R2ster 2p/Tster= R2neut 2p/Tneut Tneut= R2neut /R2sterTster=102/(7 105)2 10 24 3600 Tneut=0.17 ms of f = 6000 Hz
Speeltuinvoorbeeld: man (m) begint te lopen op ronde plaat (I) Geef relatie tussen vman en wplaat. Impulsbehoud Lplaat =-Lman I wplaat=mR2v/R=mvman R wplaat=mvman R/I
Rotationele kinetische energie Ekin=1/2 mv2 K= Ekin=(1/2 mi vi2) K= ½ mi (w Ri) 2 K= ½ miRi2w2 Erot= ½ Iw2
Erot= ½ Iw2 Rotationele kinetische energie
Erot= ½ Iw2 Rotationele kinetische energie = ½ Iw22- ½ Iw12 Arbeid – energie principe voor rotaties
Voorbeeld: Het vliegwiel Een vliegwiel is een ronddraaiende schijf die gebruikt wordt om energie in op te slaan, bv in auto. Stel ik heb een schijf met m=200 kg, R=30 cm. Hoe hard gaat die draaien als ik alle kinetische energie van een auto (m= 1200 kg, v=50 km/h) erin stop. ½ mv2=½ Iw22 ½ mauto v2=½ ( ½ mwiel R2)w2 ½ 1200 (50/3.6)2 = ¼ 200 0.32w2 w=160 rad/s f=25 Hz
Voorbeeld: Wat is de snelheid van de top van een vallende stok in verticale positie =½ Iw2 Wg=Mg ½ l I=1/3 Ml2 ½ Mgl=½ 1/3 Ml2w2 w =(3g/l)1/2 v=w l=(3gl)1/2 Voor een “gewoon”vallende stok: ½ mv2=mgl Dus v=(2gl)1/2
Samengestelde bewegingen ECM= ½ mvCM2 Erot= ½ ICMw2 E=ECM + Erot