1 / 12

De bouw van Stoffen

De bouw van Stoffen. Bestaan uit moleculen. Moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes: ATOMEN (atoom = ondeelbaar). Atoom. Molecuul. Bouw van atomen. Atoommodel van Rutherford Massieve positieve kern met neutronen en protonen, met daar omheen een gebied met negatief geladen elektronen.

byron
Download Presentation

De bouw van Stoffen

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De bouw van Stoffen • Bestaan uit moleculen. • Moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes: ATOMEN (atoom = ondeelbaar) Atoom Molecuul

  2. Bouw van atomen • Atoommodel van Rutherford Massieve positieve kern met neutronen en protonen, met daar omheen een gebied met negatief geladen elektronen.

  3. Tussen kern en elektronen zit niets, alleen lege ruimte. • Een atoom bevat evenveel protonen als elektronen. • De neutronen in de kern zorgen er voor dat de protonen bij elkaar blijven.

  4. Bouwstenen van atomen

  5. Het atoomnummer= aantal protonen • Het massagetal = aantal p+ + aantal n0 Het massagetal is altijd een geheel getal. Voorbeeld: Teken het atoom natrium Gegeven: Na met atoomnummer 11 en massagetal 23. 11e- 11 p+ 12 n0

  6. Uit het massagetal en het atoomnummer kun je het aantal neutronen berekenen: Aantal neutronen = massagetal – atoomnummer • Eén atoomsoort kan verschillende massagetallen hebben

  7. Notatie: massagetalSymbool b.v. 2311 Na atoomnummer of: symbool-massagetal b.v. Na-23

  8. Molecuulmassa (M) De som van de atoommassa’s van alle atomen die in een molecuul voorkomen

  9. Atoommodel van Bohr • Het atoom bestaat uit een kern (p+ + n0) met daaromheen e- die rondom de kern bewegen in banen (schillen). Er zijn maximaal 7 schillen met elektronen bezet.

  10. Het opvullen van de schillen:

  11. Ionen (atomen met een lading) • Positief ion: Ontstaat als een atoom elektronen kwijtraakt Negatief ion Ontstaat als een atoom elektronen opneemt

  12. Ionen De ionmassa is gelijk aan de massa van de atoomsoort(en) waaruit het ion is ontstaan.

More Related