1 / 77

HST 5

HST 5 . Les 1: herhaling hst 4. Ken je elementen. Binas tabel 31 Afkortingen uit je hoofd Ag, Al, Ar, Au, Ba, Br, C, Ca, Cd, Cl, Cr, Cu, F, Fe, H, He, Hg, I, K, Mg, N, Na, Ne, Ni, O, P, Pb, Pt, S, Si, Sn, Zn (exameneis). kommaformules.

danil
Download Presentation

HST 5

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. HST 5 Les 1: herhaling hst 4

  2. Ken je elementen • Binas tabel 31 • Afkortingen uit je hoofd • Ag, Al, Ar, Au, Ba, Br, C, Ca, Cd, Cl, Cr, Cu, F, Fe, H, He, Hg, I, K, Mg, N, Na, Ne, Ni, O, P, Pb, Pt, S, Si, Sn, Zn (exameneis)

  3. kommaformules • Verbinding: stof met moleculen die uit meerdere atoomsoorten bestaat. • Voorbeelden: • Koolwaterstoffen: C,H • Ijzeroxide: Fe,O • Een oxide is een verbinding van één element met zuurstof • Alcohol: C,H,O

  4. Chemische reactie • Dit is een proces waarbij stoffen verdwijnen en nieuwe stoffen ontstaan. • Nieuwe stoffen betekent andere eigenschappen • In een reactievergelijking: Beginstof(fen)  reactieproduct(en)

  5. Reactieschema Hoe stel je een reactieschema in symbolen op voor de verbranding van koolstof?

  6. Reactieschema 1verbranding van koolstof • Wat zijn de beginstoffen? • Beginstoffen: koolstof en zuurstof • Wat zijn de reactieproducten? • Reactieproduct: koolstofdioxide

  7. Reactieschema 2verbranding van koolstof Schrijf het reactieschema in woorden op. koolstof + zuurstof koolstofdioxide

  8. Reactieschema 3verbranding van koolstof Zoek van elke stof het symbool of de kommaformule. koolstof = C zuurstof = O koolstofdioxide = C,O

  9. Reactieschema 4verbranding van koolstof Schrijf het reactieschema in symbolen op. C + O C,O Met toestandsaanduidingen. C(s) + O(g) C,O(g)

  10. Reactieschema 5 verbranding van koolstof Controleer of elk symbool vóór de pijl ook na de pijl voorkomt. C + O C,O Voor de pijl staan de symbolen: C en O Achter de pijl staan ook: C en O

  11. OverzichtReactieschema in symbolen voor de verbranding van koolstof • Beginstoffen: koolstof en zuurstofReactieproducten: koolstofdioxide • Reactieschema: koolstof + zuurstof koolstofdioxide • koolstof = Czuurstof = Okoolstofdioxide = C,O • C(s) + O(g)  C,O(g) • Voor de pijl: C en O Achter de pijl: C en O

  12. 5.1: moleculen en atomen • Wat is een molecuul? • Een molecuul is een eenheid van een zuivere chemische stof. Het bestaat uit atomen • Wat is een atoom? • Een atoom is van alle (scheikundige) elementen de kleinste, nog als zodanig herkenbare, bouwsteen. Vrijwel alle scheikundige en natuurkundige eigenschappen van de op aarde voorkomende materie zijn gekoppeld aan de eigenschappen van atomen.

  13. Wat moet ik me daarbij voorstellen? molecuul atoom atoom

  14. Iets eenvoudiger… Watermoleculen bestaan uit waterstofatomen (witte bolletjes) en zuurstof atomen (rode bolletjes).

  15. Of… Moleculen van de stof koolstofdioxide bestaan uit koolstofatomen (zwarte bolletjes) en zuurstof atomen (rode bolletjes).

  16. Wat gebeurt er bij een reactie? • Bron 3 blz 131 • Opnieuw rangschikken van atomen. • Atomen raken los van elkaar • Atomen maken nieuwe ‘groepjes’ • Dit zijn nieuwe moleculen en dus nieuwe stoffen.

  17. Ontleedbaar of niet-ontleedbaar • Een stof met moleculen van één atoomsoort is niet ontleedbaar (± 100) • IJzer (Fe) • Waterstof (H) • Zuurstof (O) • Een stof met moleculen van meerdere atoomsoorten is wel ontleedbaar (± 20 miljoen) • Water • Alcohol • Suiker • Benzine

  18. Zijn ze ooit gezien? Oordeel zelf:

  19. Periodiek systeem • Tabel 31 Binas

  20. 5.2 scheiden • Scheiden is het sorteren van moleculen van dezelfde soort. • Ontstaan er nieuwe moleculen? NEE!!!

  21. fasen • Hoe zag het er ook alweer uit?

  22. Moleculen bij een fasenovergang NEE!!! • Veranderen de moleculen? • Wat gebeurt er met de moleculen? • Ze raken verder van elkaar af of komen dichter bij elkaar. • De onderlinge aantrekkingskracht wordt groter of kleiner

  23. filmpje

  24. oplossen • Moleculen gaan tussen elkaar zitten. • Ontstaan er daardoor nieuwe moleculen?? NEE!!!

  25. Ontleden • Reactie met één beginstof en meerdere reactieproducten • Ontstaan er daardoor nieuwe moleculen?? JA!!

  26. Scheiden en ontleden • Verschil • Bij scheiden ontstaan geen nieuwe stoffen. Je sorteert de verschillende moleculen. Ze waren al aanwezig. • Bij ontleden ontstaan wel nieuwe stoffen. Dit is een chemische reactie.

  27. demo • Ontleding van suiker • Welke stoffen ontstaan er? • Waarom is dit een ontleding?

  28. 5.3 molecuulformules • Kommaformule wordt molecuulformule • Molecuulformule geeft meer informatie • Lezen en schrijven van scheikunde • Gebruik van modellen • Kleur • Grootte atomen • Beperkt • Verschillende modellen laten zien

  29. Moleculen als model

  30. Wat is een molecuulformule? • Dit is een schrijfwijze voor het noteren van moleculen. Ze laten zien welke atoomsoorten in de moleculen voorkomen en hoeveel atomen van elke soort in het molecuul voorkomen. • Getallen in de formule • Voor de molecuulformule: aantal moleculen. (coëfficient) • In de molecuulformule: aantal atomen van één soort. (index)

  31. Molecuulformule(wat moet ik me erbij voorstellen?) 3 H2O

  32. Voorbeelden • Vier Water moleculen • Verbinding waterstof en zuurstof-atomen • H,O (l) (kommaformule) • H2O (l) (molecuulformule) • Twee atomen waterstof en één atoom zuurstof 4 H2O Geen index coëfficient Index

  33. Voorbeelden • drie Koolstofdioxide-moleculen • Verbinding zuurstof en koolstof • C,O(g) (kommaformule) • CO2 (g) (molecuulformule) • Één atoom koolstof en twee atomen zuurstof 3 CO2 coëfficient Index

  34. Voorbeelden • Een molecuul methaan (hoofdbestanddeel aardgas) • Verbinding van koolstof en waterstof • C,H(g) (kommaformule) • CH4(g) (molecuulformule) • Één atoom koolstof en 4 atomen waterstof CH4 Coëfficient?? Index

  35. Voorbeelden 4. Drie moleculen difosforpentaoxide Verbinding van fosfor en oxide P,O(s) (kommaformule) P2O5(s) (molecuulformule) twee atomen fosfor en 5 atomen zuurstof Wat is een oxide???? 3 P2O5(s) Index

  36. Handige rijtjes (1) Bron 20 Ontleedbare stoffen Water H2O(l) Ammoniak NH3(g) Koolstofdioxide CO2(g) Zwaveldioxide SO2(g) Glucose C6H12O6(s) Alcohol C2H6O(l) Zwavelzuur H2SO4(l) Methaan (aardgas) CH4(g) Niet-ontleedbare stoffen Waterstof H2(g) Stikstof N2(g) Zuurstof O2(g) Fluor F2(g) Chloor Cl2(g) Broom Br2(l) Jood I2(s) IJzer Fe(s) Zwavel S(s) Ken ze uit je hoofd!!! In je boek met potlood erbij schrijven

  37. Handige rijtjes (2) (Bron 23) (Bron 22) verbindingen van één element met zuurstof -oxide jood -jodide fluor -fluoride chloor -chloride zwavel -sulfide Broom -bromide Voorvoegsels mono 1 di 2 tri 3 tetra 4 penta 5 Ken ze uit je hoofd!!!

  38. Handige rijtjes (3) Belangrijkste atoomsoorten H Waterstof He Helium C Koolstof N Stikstof F Fluor O Zuurstof Ne Neon Na Natrium Mg Magnesium Al Aluminium P Fosfor S Zwavel Cl Chloor K Kalium Ca Calcium Fe IJzer Cu Koper Br Broom Ag Zilver I (hoofdletter i) Jood Au Goud

  39. Reactieschema opstellen Een voorbeeld: Een reactieschema met molecuulformules voor de elektrolyse van water.

  40. Reactieschema 1elektrolyse van water Reactieschema in woorden: water  waterstof + zuurstof Reactieschema in kommaformules: H,O  H + O

  41. Reactieschema 2elektrolyse van water Reactieschema in molecuulmodellen:  + Reactieschema in molecuulformules: H2O  H2 + O2 (l) (g) (g)

  42. FOUT!! Reactieschema 2elektrolyse van water Reactieschema in molecuulmodellen:  + Reactieschema in molecuulformules: H2O  H2 + O2 (l) Waar komt het extra zuurstof atoom Nu vandaan?? (g) (g)

  43. 5.4 reactievergelijkingen • Reactieschema kloppend maken • Reactieschema  reactievergelijking Het aantal atomen van één soort is voor en na de pijl gelijk

  44. Afspraken • Aan molecuulformules mag je niets veranderen. • Het getal voor de molecuulformules (coëfficient) is altijd zo klein mogelijk • Controleer alle atoomsoorten nauwkeurig

  45. Kloppend maken (1)  + Reactieschema in molecuulformules: H2O (l)  H2 (g) + O2(g) • Voor de pijl: • Twee atomen waterstof-één atoom zuurstof • Na de pijl • Twee atomen waterstof-twee atomen zuurstof 2 H2O(l)  2 H2 (g) + O2(g) • Voor de pijl: • vier atomen waterstof-twee atoom zuurstof • Na de pijl • vier atomen waterstof-twee atomen zuurstof

  46. +  Kloppend maken (2) Reactieschema in molecuulformules: Cl2 (g) + H2 (g) HCl (g) • Voor de pijl: • Twee atomen chloor • twee atomen waterstof • Na de pijl • Één atomen chloor-een atoom waterstof Cl2 (g) + H2 (g) 2 HCl (g) • Voor de pijl: • Twee atomen chloor • twee atomen waterstof • Na de pijl: • Twee atomen chloor • twee atomen waterstof

  47. +  Kloppend maken (3) Reactieschema in molecuulformules: N2 (g) + O2 (g) N2O5 (g) • Voor de pijl: • Twee atomen stikstof • Twee atomen zuurstof • Na de pijl • Twee atomen stikstof • Vijf atomen zuurstof 2 N2 (g) + 5 O2 (g) 2 N2O5 (g) • Voor de pijl: • vier atomen stikstof- tien atomen zuurstof • Na de pijl • vier atomen stikstof-tien atomen zuurstof

  48. Antwoorden 5.4 Reactievergelijkingen

  49. 54 • o.a. ‘Marlboro’ • Reactievergelijkingen zien er over de hele wereld hetzelfde uit.

More Related