1 / 14

Toetsing

Toetsing. Rob Adriaens. Wat is toetsen?. Meten of een kandidaat een bepaald niveau beheerst Meten of een kandidaat goed heeft opgelet in de les De kandidaat feedback geven over het leerproces Meten of een kandidaat het betreffende hoofdstuk goed kent

dora-nunez
Download Presentation

Toetsing

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Toetsing Rob Adriaens

  2. Wat is toetsen? • Meten of een kandidaat een bepaald niveau beheerst • Meten of een kandidaat goed heeft opgelet in de les • De kandidaat feedback geven over het leerproces • Meten of een kandidaat het betreffende hoofdstuk goed kent • Vaststellen of een kandidaat de eindtermen beheerst • Meten of een kandidaat vooruitgang heeft geboekt

  3. Wanneer moet je nadenken over toetsing? • Nadat de lesstof is aangeboden • Tijdens het aanbieden van de lesstof • Voor het begin van de betreffende module • Bij het maken van het PTA

  4. Dus… • vooraf toetsdoelen opstellen • bepalen wat je moet doen om kandidaten aan deze toetsdoelen te kunnen laten voldoen • kandidaten regelmatig confronteren met de toetsdoelen • een toetsvorm kiezen • de toets maken • dankbaar gebruik maken van alle mogelijke feedback

  5. Voorbeeld Zutphen

  6. Voorbeeld Zutphen Vroeger Nu IJssel Spoorlijn Spoorlijn IJssel Industrie Industrie Gevarieerde nieuwe woonwijk Station Station Woonwijk (eenzijdige opbouw) Herontwikkeling Problematiek: Economisch: vertrek industrie / vestiging nieuw type industrie Sociaal – Cultureel: ontstaan achterstandswijken / toenemende behoefte aan recreatie en natuur

  7. Voorbeeld Zutphen Eindversie Gebruik bron 1. Het gebied ‘De Mars’ ligt vlakbij de binnenstad van Zutphen. Behalve de kleine woonbuurt Marswegkwartier is het gebied nu nog vooral ingericht als industrieterrein. De industrie vestigde zich hier in het verleden onder andere vanwege de nabijheid van voldoende arbeidskrachten. 1. Welke andere factor maakte dit gebied in het verleden zo’n geschikte plek voor de vestiging van industrie? Het industrieterrein ‘De Mars’ zal herontwikkeld worden (zie de bronnen). In het zuiden van het gebied zal de industrie verdwijnen. 2. Geef een ontwikkeling op mondiale schaal en een ontwikkeling op lokale schaal die sterk hebben bijgedragen aan het verdwijnen van industrie uit gebieden zoals het zuiden van ‘De Mars’.

  8. Voorbeeld Zutphen Gebruik de bronnen 1 en 3. In de herontwikkeling zal vooral het zuidelijke deel van ‘De Mars’ flink veranderen. 3. Geef twee redenen waarom juist dit deel van ‘De Mars’ zo geschikt is voor de nieuwe functie. De opzet van het nieuwe woongedeelte van ‘De Mars’ past in het huidige overheidsbeleid ten aanzien van sociaal-culturele vraagstukken in de Nederlandse steden. Dit beleid is gebaseerd op het idee dat een bepaalde bevolkingssamenstelling van een wijk of buurt tot problemen in die wijk of buurt kan leiden. 4. Welke bevolkingssamenstelling wordt hier bedoeld? Beredeneer dat de opzet van het nieuwe woongedeelte van ‘De Mars’ past in het huidige overheidsbeleid.

  9. Aandachtspunten bij een opgave • Is de casus voldoende interessant? • Analyseer eerst de casus / laat je bevragen • Maak een logische opbouw • Maak een opbouw in moeilijkheidsgraad (een opstapvraag, enkele verdiepende of verbredende vragen en een vraag die wat meer van de kandidaat vraagt) • Vul de individuele vragen in

  10. Een goede opgave… Een goede opgave … … toetst liefst meer dan één eindterm … is geografisch relevant … is actueel … bevat duidelijke en functionele bronnen … heeft een duidelijke opbouw … bevat verschillende vraagvormen … is in leerlingentaal geformuleerd, maar niet in ‘Jip & Janneke’ taal … is ‘aardig’: Nike, Grand Canyon, muziekindustrie

  11. De individuele vraag Waarom meet het KNMI de temperatuur om twee uur ‘s middags op 1 meter hoogte in het open veld?

  12. Aandachtspunten bij een individuele vraag • De vraagstelling moet op maar een manier op • te vatten zijn • Onnodig ingewikkeld taalgebruik moet • vermeden worden • Maak consequent gebruik van vraagwoorden • als ‘leg uit’ of ‘beredeneer’ • Het moet duidelijk zijn welke actie een • kandidaat moet doen

  13. De individuele vraag

  14. De hele toets • Is de toets valide? • Indruksvalide • Inhoudsvalide • Criteriumvalide

More Related