130 likes | 463 Views
Differentiaalvergelijkingen. VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010. Differentiaal vergelijking. Oplossingsfunctie. VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010. In deze les wordt bij een differentiaalvergelijking een plaatje gemaakt: het zogenaamde richtingsveld.
E N D
Differentiaalvergelijkingen VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010
Differentiaal vergelijking Oplossingsfunctie VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010
In deze les wordt bij een differentiaalvergelijking een plaatje gemaakt: het zogenaamde richtingsveld. Door in zo’n richtingsveld krommen te schetsen krijg je een globale indruk van het gedrag van de oplossingen van het model. Richtingsvelden VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010
Als voorbeeld nemen we de pan soep (zie vorige les) die van het vuur wordt gehaald. De differentiaalvergelijking die daarbij hoort is: Richtingsvelden Uit waarnemingen blijkt dat T(0)=100. Hoe groot is op dat moment de helling Van de oplossingskromme? VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010 Uit waarnemingen blijkt dat T(1)=80. Hoe groot is op dat moment de helling Van de oplossingskromme? Uit waarnemingen blijkt dat T(2)=80. Hoe groot is op dat moment de helling Van de oplossingskromme?
Met een differentiaalvergelijking kun je in elk punt van een assenstelsel de helling van de oplossingskromme in dat punt berekenen. In elk punt wordt een klein lijnstukje met de juiste helling getekend. Zo’n lijnstukje heet lijnelement. Als je in een assenstelsel een groot aantal lijnelementen tekent krijg je een lijnelementenveld of een richtingsveld van de vergelijking. Richtingsvelden VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010
Richtingsvelden VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010
Richtingsvelden VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010
Richtingsvelden VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010
Richtingsvelden VWO 5 – Wiskunde B – februari 2010