190 likes | 388 Views
Programma thema differentiatie. 13h50-14h30 Inleiding differentiatie 14h30-16h15 Verdiepende activiteit equity & inclusion 16h15-16h45 Inleiding Rotterdam, onderwijs in grootstedelijke context 16h45-18h00 Verdiepende activiteit equity & inclusion 18h00-19h00 Pauze
E N D
Programma thema differentiatie 13h50-14h30 Inleiding differentiatie 14h30-16h15 Verdiepende activiteit equity & inclusion 16h15-16h45Inleiding Rotterdam, onderwijs in grootstedelijke context 16h45-18h00Verdiepende activiteit equity & inclusion 18h00-19h00 Pauze 19h00-20h00 Onderwijs in Soedan (Marloes Wesselingh) 20h00-21h00 Toelichting rubrics LA 4, productbespreking en integratiefase
No More Failures: Ten Steps to Equity in Education • Eguity • Gelijkheid, gelijke onderwijskansen voor iedereen. • Fairness • Persoonlijke en sociale omstandigheden (gender, sociaal-economische achtergrond en etniciteit mogen de schoolloopbaan niet belemmeren. • . • Inclusion • Iedereen moet een minimumniveau van kennis en vaardigheden (lezen,schrijven & rekenen) behalen.
Sociale ongelijkheid in het onderwijs Impact van de sociaal- economische status (SES) op onderwijskansen. Onderwijs geen hefboom die sociale ongelijkheid helpt opheffen, maar een slagboom die ll. Met een lage SES de toegang ontzegt tot betere jobs en meer invloedrijke posities. SES nog steeds beste voorspeller van schoolloopbanen. Valcke, 2010, p.54 1
Cultureel kapitaal & hulpbronnen Cultureel kapitaal (Bourdieu en Passeron, 1970): Zoals taalgebruik, taalvaardigheid, sociale vaardigheden, consumptiepatronen, vrijetijds besteding, waardesysteem, levensstijl, aspiraties. PISA indicatoren voor SES: • Het beroep van de ouders • Het onderwijsniveau van de ouders • De educatieve media waarover ll. thuis beschikken • Het aantal boeken dat in huis aanwezig is.
Hulpbronnen of resources Sociale resources Basale resources Persoonlijke resources Tijd Gezondheid Vrienden Leerling School Talent Gezin en familie Motivatie Geld Uit: Terwel, J., Rodrigues, G.R & van de Koot-Dees, D. (2011).
Grote verschillen in hulpbronnen, deze nemen toe gedurende schoolloopbanen Persoonlijke resources van ll. op 10-12 jarige leeftijd van grote invloed op verder verloop schoolloopbaan. Talent lijkt doorslaggevend, motivatie en inzet compenserende werking. Gezondheid/ziekte kan cruciale rol spelen.
Sociale resources van continue belang. Betekenis vooral zichtbaar op breukvlakken schoolloopbaan. Op die breukvlakken maken ouders en leraren het verschil. Keuze van vrienden belangrijk voor werk-houding, planning en discipline. Serendipiteit: toevallige gebeurtenissen. Hoog opgeleide ouders handelen vanuit inzicht, zien kansen
Equity and inclusion Aantal factoren in het onderwijs die een rol spelen bij equity & inclusion: • Wijze van differentiëren • Vroege selectie (early tracking) • Onderwijsstelsels • Vrije schoolkeuze • Kwaliteit leraren
Differentiatie in het onderwijs De manier waarop een leraar omgaat met verschillen tussen ll. in de klas. Convergente en divergente differentiatie
Convergente differentiatie • Minimumdoelen voor de gehele groep. • Risicokinderen krijgen groepsinstructie en verlengde instructie. • Vergroten leertijd en het geven van instructie verhogen leerprestaties van ll. • Heterogeen groeperen van ll. heeft een positieve invloed op de leerprestaties van de gemiddelde en zwakke ll. • Leraar centrale rol
Divergente differentiatie • Aansluiten bij individuele leerbehoeftes en niveaus van ll. in de groep (werken in meerdere niveaus of individueel onderwijs) • Leraar begeleider leerprocessen. • Instructietijd drastisch lager. • De verschillen tussen ll. worden steeds groter, waardoor er meer gedifferentieerd moet worden.
Divergente differentiatie vervolg • Risico Matteüseffect: ll. die goed kunnen leren • worden nog beter omdat zij in groepen zitten • waaraan zij zich op kunnen trekken. • Dit geldt niet voor risico ll.,hun achterstand wordt • daardoor relatief groter. • Het werken in groepen met hetzelfde niveau heeft • nadelige gevolgen voor de zwakke ll. • Ook voor gemiddelde kinderen leidt het werken in • niveaugroepen niet tot betere prestaties. • Kleine groep hoger begaafde kinderen profiteert • van andere sterke ll. in hun niveaugroep, zij worden • niet opgehouden door gemiddelde en zwakke ll.
Vroege selectie (early tracking) • Vroege selectie heeft negatieve gevolgen voor ll. met een lagere sociaal- economische achtergrond (SES). • In lage stroom geen mogelijkheid zich op te trekken aan beter presterende ll. (zg. peereffecten). • Selection bias
Horizontale (comprehensive) onderwijsstelsels • Langer gemeenschappelijk onderwijs (tot 16 jaar) • Heterogene groepen, groepsindeling gebaseerd op leeftijd • Gemeenschappelijk curriculum • Aandacht voor theoretische en beroepsgerelateerde vorming • Differentiatie (setting en streaming) • Keuzevakken en vakken op verschillend niveau (met toenemen leeftijd) • Vooral Scandinavië (Finland!)
Wat vraagt comprehensive education van leraren? Kunnen omgaan met • groeiende diversiteit in sociaal-culturele achtergronden van ll. • uiteenlopende sociaal-emotionele problematiek. • zorgleerlingen, vooral gedragsproblemen en diagnosticeren onderwijsbehoeften. • goed kunnen inspelen op taalachterstanden • voldoende uitdaging bieden aan cognitief getalenteerde kinderen
Verticale (duale) onderwijsstelsels • Vroege selectie op basis leerprestaties (leeftijd 10 jaar) • Oriëntatiefase, daarna definitief naar niveau in gescheiden schooltypen • Verschillende varianten duale stelsel • Duitsland en Oostenrijk
Hybride onderwijsstelsels • Tussenvorm, met elementen verticale enhorizontale systemen. • Vroege selectie (12 jaar) op basis leerprestaties. • Naast categorale scholen ook brede scholengemeenschappen waarin ll. van verschillende begaafdheidsniveaus zijnondergebracht.
Vrije schoolkeuze Nederland kent in de Grondwet verankerde (artikel 23) • Vrijheid van inrichting • Vrijheid van schoolkeuze Vrije schoolkeuze bevordert • Segregatie & • Ongelijkheid in onderwijskansen
Onderwijs: vrije keus klinkt goed maar werkt slecht (BowenPaulle, 2011) Onderwijssegregatie Niet kleur, maar sociale klasse de beste voorspeller voor: • Individuele schoolprestaties van kinderen • Segregatie- effecten. De impact van de sociale samenstelling van een school op de prestaties van leerlingen.