1 / 25

Planning

Quiz H9 en H10. Neem een lege blz in je schrift. Zuren en basen. Welke van onderstaande deeltjes is een zuur en welke is een base?O2-NH4 HIHCO3-. Zuren en basen. Waar of niet waar?Zuren in water vormen altijd H ionen.Oplossingen van zuren in water hebben een hoge pH-waarde.Een base is e

leala
Download Presentation

Planning

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


    1. Planning Oefenquiz basis H9 Overige tijd (bespreking PO anders woensdag)

    2. Quiz H9 en H10 Neem een lege blz in je schrift… …

    3. Zuren en basen Welke van onderstaande deeltjes is een zuur en welke is een base? O2- NH4+ HI HCO3-

    4. Zuren en basen Waar of niet waar? Zuren in water vormen altijd H+ ionen. Oplossingen van zuren in water hebben een hoge pH-waarde. Een base is een deeltje wat H+ kan afstaan. De reactie van een base met water mag een zuur-basereactie genoemd worden. Een pH van 2 punten hoger, wil zeggen 100 x zo basisch

    5. Zuren en basen – pH en pOH Waar of niet waar? Een oplossing van 0,10 M HCl heeft een pH van 1,00. Een 2x verdunde van deze oplossing (zie a) heeft een pH van 2,00. Een oplossing van 0,056 M NaOH heeft een pH van 1,3. De concentratie OH- in een basische oplossing kan berekend worden met: 10-pH De concentratie OH- in een oplossing met pH 9,0 is 10-5 M

    6. Zuren en basen pH berekening 1L 0,1 M HCl oplossing en 1L 0,15 M NaOH oplossing worden bij elkaar gebracht. Geef de reactievergelijking van de reactie die optreedt. Bereken de concentratie H+ ionen in de HCl oplossing. Bereken de concentratie OH- ionen in de NaOH oplossing. Bereken de pH van de oplossing die ontstaat.

    7. Zuren en basen: titratie . Wat is waar? Extra water toevoegen tijdens een titratie verstoort de bepaling. Een pipetvolume moet aan de bovenzijde van de meniscus worden afgelezen. Pipetteren gaat als volgt: voorspoelen – volume opzuigen – juiste volume afmeten – afvegen – tegen hoek van 45? leeg laten lopen. Verwarmen van glaswerk, kan glaswerk vervormen en maakt het afgemeten volume onnauwkeurig Een luchtbel in de buret beïnvloed de meting niet.

    8. Zuren en basen : titratie 8.114 In een bepaling van de hoeveelheid fosforzuur in cola (0,33 L) wordt de cola eerst gekookt omdat: de indicator anders niet werkt. CO2 in water een zuur is dit de bepaling verstoort, en dus verwijderd moet worden CO2 in water een base is dit de bepaling verstoort, en dus verwijderd moet worden glaswerk afgestemd is op een hogere temperatuur

    9. Zuren en basen titratie 8.114 Tijdens diezelfde bepaling verdampt er water waardoor de concentratie fosforzuur toeneemt. Wat is waar? De hoeveelheid water moet worden opgevangen zodat de werkelijke concentratie van fosforzuur berekend kan worden. Tijdens de titratie moet ongeveer evenveel water worden toegevoegd met spoelen. De concentratie is niet belangrijk, het gaat om het aantal mol stof. Dit verandert niet. Deze titratie is niet meer te redden…

    10. Zuren en basen: titratie 8.114 Het omslagpunt van de titratie bevindt zich rond pH 5,0, met een traject tussen 3,5 en 6,0. Welke indicator (T52A) kan men het beste gebruiken Methylrood Broomkresolgroen Broomfenolrood Methyloranje

    11. Zuren en basen: titratie 8.114 Fosforzuur geeft 1 proton af tijdens de zuur-base reactie. De volgende deeltjes zijn aanwezig:H3PO4, H2O, Na+ en OH- Geef de correcte zuur-basereactie die optreedt H3PO4 (aq) + OH- (aq) ? H2PO4- (aq) + H2O H3PO4 (aq) + 3 OH- (aq) ? PO43- (aq) + 3 H2O H3PO4 (aq) + H2O ? H2PO4- (aq) + H2O H3PO4 (aq)+ Na+ (aq) + OH- (aq) ? NaH2PO4 (s) + H2O

    12. Zuren en basen: titratie 8.114 Na titratie blijkt 18 ml 0,1 M NaOH te zijn gereageerd. Fosforzuur en OH- reageren in de verhouding 1:1. De inhoud van 1 blikje is 0,33L. Bereken de [H3PO4] in cola. 1,8 M 1,8 mM 5,5 M 5,5 mM

    13. De antwoorden

    14. Zuren en basen Welke van onderstaande deeltjes is een zuur en welke is een base? O2- : base NH4+ : zuur HI : zuur HCO3- : zowel base als zuur

More Related