1 / 21

Classificeren van dieren

Classificeren van dieren. De stam van de chordadieren. Welke kenmerken hebben ze gemeen?. Chordadieren = dieren met een chorda. Criteria chordadieren. Kenmerken embryostadium: kieuwzakjes  verdwijnen later of worden kieuwen; gesegmenteerde staart of restant ;

Download Presentation

Classificeren van dieren

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Classificeren van dieren De stam van de chordadieren

  2. Welke kenmerken hebben ze gemeen? Chordadieren = dieren met een chorda. Criteria chordadieren • Kenmerken embryostadium: • kieuwzakjes  verdwijnen later of worden kieuwen; • gesegmenteerde staart of restant; • zenuwstreng aan de kant van de rug; • chorda  wervelkolom. Verschillen: transport en ademhaling Verschillen: lichaamstemperatuur Verschillen: voortplanting Verschillen: huidbedekking Eigenschappen chordadieren

  3. Waarin verschillen gewervelde dieren van elkaar? Transport en ademhaling  gesloten bloedsomloop: hart pompt het bloed doorheen het lichaam in een kanalensysteem. Criteria chordadieren Verschillen: transport en ademhaling • Vissen: • transport: enkelvoudige bloedsomloop; • ademhaling: kieuwen. • Amfibieën: • transport: dubbele bloedsomloop  geen tussenschot tussen kamers; • ademhaling: kieuwen (larven), longen en huid (volwassene). • Reptielen, vogels en zoogdieren: • transport: dubbele bloedsomloop  tussenschot tussen kamers; • ademhaling: longen. Verschillen: lichaamstemperatuur Verschillen: voortplanting Verschillen: huidbedekking

  4. Waarin verschillen gewervelde dieren van elkaar? Lichaamstemperatuur  koudbloedige en warmbloedige gewervelden Criteria chordadieren Verschillen: transport en ademhaling • Warmbloedigen: • = organisme met constante lichaamstemperatuur; • bv. vogels en zoogdieren. • Koudbloedigen: • = lichaamstemperatuur afhankelijk van de omgeving; • bv. vissen, amfibieën en reptielen. Verschillen: lichaamstemperatuur Verschillen: voortplanting Verschillen: huidbedekking Zeeleguaan Lepelhaas

  5. Waarin verschillen gewervelde dieren van elkaar? Voortplanting  spermacellen komen bij eicel: bevruchting. Criteria chordadieren Verschillen: transport en ademhaling • Uitwendige bevruchting • = bevruchting waarbij het mannelijk dier zijn sperma uitstrooit over de eitjes van het vrouwelijk dier. Bevruchting vindt buiten het lichaam plaats; • bv. vissen en amfibieën. • Inwendige bevruchting: • = bevruchting waarbij het mannelijke dier zijn sperma in het vrouwelijk dier binnenbrengt. • vogels + reptielen: nakomeling ontwikkelen in een ei buiten het lichaam; • zoogdieren: nakomelingen ontwikkelen in het vrouwenlichaam. Verschillen: lichaamstemperatuur Verschillen: voortplanting Verschillen: huidbedekking

  6. Waarin verschillen gewervelde dieren van elkaar? Huidbedekking  slijm, benige schubben, hoornachtige schubben, haren, veren Criteria chordadieren Verschillen: transport en ademhaling • Beenvissen: • benige schubben bedekt met slijm; • functie: bescherming. • Amfibieën: • slijmachtige huid  slijmklieren, gifklieren; • functie: bescherming, optimale huidademhaling. • Reptielen: • hoornachtige schubben  hoornstof; • functie: bescherming tegen uitdroging. • Vogels: • veren  hoornstof; • functie: bescherming, vliegen. • Zoogdieren: • haren  hoornstof; • functie: bescherming. Verschillen: lichaamstemperatuur Verschillen: voortplanting Verschillen: huidbedekking

  7. Kieuwzakjes Chorda Zenuwstreng (rugzijde) Aanleg staart Eigenschappen chordadieren

  8. Enkelvoudige bloedsomloop: bloed stroomt eenmaal door het hart. • Kieuwen: zuurstofarm bloed wordt omgezet in zuurstofrijk bloed. •  O2 wordt opgenomen uit het water en CO2 wordt afgegeven aan het water. Bloedsomloop vissen

  9. Dubbele bloedsomloop: bloed stroomt tweemaal door het hart. • Longen + huid: zuurstofarm bloed wordt omgezet in zuurstofrijk bloed. Gemengd bloed (zuurstofrijk en zuurstofarm bloed) Bloedsomloop amfibieën

  10. Dubbele bloedsomloop: bloed stroomt tweemaal door het hart; •  Zoogdieren + vogels: volledig gescheiden bloed. • Longen: zuurstofarm bloed wordt omgezet in zuurstofrijk bloed. Gemengd bloed (zuurstofrijk en zuurstofarm bloed) Bloedsomloop reptielen Bloedsomloop vogels, zoogdieren

  11. Lepelhaas  afgeven van warmte via grote oren Koningspinguïn  Warmteverlies wordt beperkt door veren

  12. Kameleon zoekt warmte op in de zon en afkoeling op een rots. • Lichaamstemperatuur schommelt: • ideale lichaamstemperatuur (verschilt van organisme tot organisme)  organisme is actief; • lage omgevingstemperatuur  organisme is minder actief.

  13. Visschubben bedekt met slijmlaagje

  14. Naakte, slijmige huid met slijmklieren en gifklieren (pijlgifkikker)

  15. Hoornschubben van krokodil

  16. Veren van kerkuil

  17. Wolharen schaap

  18. Mannelijke kikker omklemt vrouwelijk dier om eitjes te bestrooien met sperma

  19. Krokodiljong kruipt uit ei Bij reptielen gebeurt de bevruchting inwendig, maar de verdere ontwikkeling gebeurt uitwendig in een vrucht omsloten met een kalkschaaltje (ei).

  20. Kuiken kruipt uit ei Bij vogels gebeurt de bevruchting inwendig, maar de verdere ontwikkeling gebeurt uitwendig in een vrucht omsloten met een kalkschaaltje (ei).

  21. Inwendige bevruchting bij zoogdieren

More Related