1 / 80

Inleiding tot successierecht en successieplanning

Inleiding tot successierecht en successieplanning. I.A.B., 15 oktober 2011. Deel I. Successierecht. Zeven vragen Is de overledene al dan niet een rijksinwoner? Waar heeft hij zijn fiscale woonplaats en waar dient hij de aangifte in? Wie moet de aangifte indienen?

niveditha
Download Presentation

Inleiding tot successierecht en successieplanning

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Inleiding tot successierecht en successieplanning I.A.B., 15 oktober 2011

  2. Deel I. Successierecht • Zeven vragen • Is de overledene al dan niet een rijksinwoner? • Waar heeft hij zijn fiscale woonplaats en waar dient hij de aangifte in? • Wie moet de aangifte indienen? • Wat is de termijn voor indiening? • Wie moet de successierechten betalen? • Wat is de termijn voor betaling? • Wat is de belastbare grondslag van elke erfgenaam/legataris? J. Ruysseveldt

  3. 1. Is de overledene al dan niet rijksinwoner? • Rijksinwoner (art. 1 W. Succ.) = persoon die, op het ogenblik van zijn overlijden, binnen het Rijk (België) zijn domicilieof zetel van zijn vermogenheeft gevestigd   • A) het recht van successie • bij de rijksinwoner • berekend over zijn netto wereldvermogen • al zijn goederen (zowel roerend als onroerend), waar die zich ook bevinden, min zijn schulden op datum van overlijden art. 1,1° W.Succ. • B) het recht van overgang bij overlijden • bij de niet- rijksinwoner • berekend op het bruto Belgisch onroerend vermogen • enkel onroerende goederen, in België gelegen, zonder aftrek van de schulden art. 1, 2° W.Succ. • Correctie via Europees Hof van Justitie – 11 september 2008 • Zaak Eckelkamp : art. 1, 2° en 18 W.Succ. Is in strijd met art. 56 EG – verdrag J. Ruysseveldt

  4. 2. Waar heeft hij zijn fiscale woonplaats en waar dient hij de aangifte in te dienen? • Rijksinwoner • Fiscale woonplaats van de overledene • Indien overledene tijdens de periode van 5 jaar vóór zijn overlijden op meer dan één plaats in België zijn fiscale woonplaats had, dan zal de belasting worden toegewezen aan het Gewest waar zijn fiscale woonplaats tijdens de voormelde periode het langst gevestigd was (gewijzigd art. 38, 1°, lid 1 W.Succ.). • Niet- rijksinwoner • Aangifte ingediend in het registratiekantoor in welks ambtsgebied de in België gelegen onroerende goederen gelegen zijn (art. 38, 2°, lid 1 W.Succ.). • Door wetswijziging zal voor de onroerende goederen, die in verschillende Gewesten gelegen zijn, de aangifte worden ingediend op het kantoor in welks ambtsgebied het deel van de goederen gelegen is met het « hoogste federaal kadastraal inkomen ». J. Ruysseveldt

  5. 3. Wie moet de aangifte indienen? • Rijksinwoner • Beginsel: • erfgenamen, algemene legatarissen en begiftigden (art. 38, 1°, lid 1 W.Succ.) • dus niet: de legatarissen ten algemene titel en bijzondere legatarissen • Soms wel, nl. bij stilzitten van de eerste categorie • Niet- rijksinwoner • beginsel • erfgenamen, legatarissen of begiftigden van de in België gelegen onroerende goederen (art. 38, 2° W.Succ.) • Aangifte hoeft niet gezamenlijk te worden ingediend • kan ook individueel J. Ruysseveldt

  6. 4. Wat is de termijn voor indiening? • Afhankelijk van de plaats van overlijden • art. 40, lid 1 W.Succ. • 5 maand indien het overlijden plaats vond in België • 6 maand indien het overlijden plaats vond in een ander Europees land dan België • 7 maand indien het overlijden plaatsvond in een land buiten Europa • Verlenging termijn mogelijk • art. 41, lid 1 W.Succ. • onder de volgende voorwaarden: • beslissing door directeur-generaal der registratie en domeinen • vooraleer de oorspronkelijke termijn of de reeds voordien verlengde termijn verstreken is. J. Ruysseveldt

  7. 5. Wie betaalt de successierechten? • Wie heeft betalingsplicht? • Regel 1 • Iedereerfgenaam, legataris of begiftigde, voor de rechten en interesten en elk op zijn deel in de nalatenschap (art. 70, lid 1 W. Succ.) • Ook: de legataris onder bijzondere of algemene titel • Regel 2 • Daarenboven solidaire aansprakelijkheid voor de erfgenamen en algemene legatarissen • ook al ontvangen zij ‘in feite’ niets, voor het totaal bedrag aan SR en interesten J. Ruysseveldt

  8. 6. Wat is de betalingstermijn? • De betalingstermijn bedraagt 2 maanden na het verstrijken van de indieningtermijn • art. 77 W. Succ. • Elke latere betaling geeft van rechtswege aanleiding tot de wettelijke interest (7%) • art. 81 W. Succ. • afhankelijk van de plaats van overlijden (soms 8 of 9 maanden) J. Ruysseveldt

  9. 7. Wat is de belastbare grondslag van elke erfgenaam/legataris? • Belastbaar actief in functie van de waarde van de goederen (verkoopwaarde) • Toevoeging belastbare grondslag • Niet geregistreerde schenkingen waarvan de schenker binnen de 3 jaar na datum schenking overlijdt (art. 7 W.Succ.). • Schenkingen onderworpen aan de regel van progressievoorbehoud (art. 66bis W.Succ.) • Toevoeging aan belastbare basis van schenkingen waarop schenkingsrecht werd geheven • Bedoelde schenkingen: schenkingen van minder dan 3 jaar voor overlijden en die vóór overlijden werden geregistreerd • Er is geen progressievoorbehoud voor: • Schenkingen bouwgronden (art. 140nonies, sub a) W.Reg.) • Schenkingen roerende goederen aan 3 of 7% (art. 131, §2 W.Reg.) • Schenkingen familiale ondernemingen en aandelen aan 2% (art. 140bis W.Reg.) J. Ruysseveldt

  10. Deel II. Successieplanning • Wat is successieplanning? • Rekening houden met volgende criteria: • Korte en lange termijnvisie: de ‘X’ factoren • Wat als ik morgen overlijd of nog jaren in leven blijf? • Twee sporenbeleid: • Civielrechtelijke bescherming • Fiscale kostbesparing - opmeten van de belastingdruk • Afhankelijk van de samenstelling van het gezin: • van de kinderloze vrijgezel tot …. de wedersamengestelde gezinnen met kinderen uit vorige huwelijken en relaties J. Ruysseveldt

  11. Inhoud sessie Instrumenten tot successieplanning Met effect bij overlijden Testamenten Contracten Huwelijk Samenleving Aanwas Levensverzekering Met effect bij leven Schenkingscontract (notariële akte/bankgift) Met behoud van controle, via: Vruchtgebruik Levensverzekering Maatschap Vennootschap Stichting J. Ruysseveldt

  12. Agenda Verticale en horizontale planning Tussen partners Samenwonenden, echtgenoten Tussen generaties Ouders - kinderen Civiel- en fiscale gevolgen Onderscheid Handelingen ten kosteloze titel: Voorbeelden: testament, schenking Handelingen ten bezwarende titel: Voorbeelden: verkoop,aanwascontract J. Ruysseveldt

  13. Agenda - Overzicht J. Ruysseveldt • I. Testamenten • II. Contracten • Huwelijkscontracten • Aanwascontracten • Schenkingscontracten • Levensverzekeringen • Bepaalde koopcontracten • Burgerlijke maatschap J. Ruysseveldt 13

  14. I. Testamenten Algemeen Eenzijdig Herroepbaar Drie categorieën: Authentiek (of notarieel) testament Eigenhandig (of holografisch) testament Internationaal testament J. Ruysseveldt

  15. 1. Algemeen Ten kosteloze titel Eenzijdig en herroepbaar Vergelijking met schenking Contract In beginsel onherroepelijk Tijdens het leven Drie categorieën: Authentiek (of notarieel) testament Eigenhandig (of holografisch) testament Internationaal testament Opvangnet Fiscale gevolgen: successierecht art. 2 W.Succ. J. Ruysseveldt

  16. 2. Toepassingen Verdeellegaat Goederen nalatenschap bij testament verdelen Anticiperen op de wettelijke onverdeeldheid Erfgenamen erven onverdeelde rechten Fiscaal voordeel bij verdeling van vastgoed Besparing 1% registratierechten (art. 109 W.Reg.) J. Ruysseveldt

  17. 2. Toepassingen Restlegaat Mechanisme Bij deze beschikking laat de erflater zijn goederen aan een eerste legataris na op voorwaarde dat wat overblijft bij het overlijden van de eerste legataris (bezwaarde) aan een tweede legataris (verwachter) toekomt. Voor wie? Voor kinderloze echtparen of samenwonende partners Ouders met een gehandicapt kind Voorbeeld: ouders met gehandicapt kind Gehandicapt kind wordt als bezwaarde en gezond kind als verwachter aangeduid. Bij overlijden bezwaarde komt ‘residu’ toe aan de verwachter Verwachter betaalt successierechten in rechte lijn (3-9-27%) alsof hij van rechtstreeks van ouders heeft verkregen. J. Ruysseveldt

  18. 2. Toepassing • Duolegaat of legaat onder last (art. 64 W.Succ.) • Mechanisme • 1. last bestaat in kosteloos afstaan aan een derde van een van de nalatenschap afhangend goed, geldsom, of rente • Deze last is belastbaar in hoofde van begunstigde legataris. • 2. last bestaat in een verbintenis om iets te doen • Voorbeelden: • Kosteloos afstaan van eigen goed van legataris aan derde • Last opgelegd om over te gaan tot het betalen van de door de bijzondere legataris verschuldigde successierechten – ook wel legaat “vrij van successierechten” genoemd • Deze last wordt verwaarloosd: geen SR verschuldigd • Voorbeeld • Testator zonder reservataire erfgenaam die zijn fortuin overmaakt aan VZW (8,80%) met legaat van privéwoning « vrij van successierechten » aan zijn levenspartner. J. Ruysseveldt

  19. II.1. Huwelijkscontract Twee stelsels Wettelijk of gemeenschappelijk stelsel Stelsel van zuivere scheiding goederen Correcties in het huwelijkscontract Inbreng goederen in de huwgemeenschap Wijziging huwelijkse voorwaarden met betrekking tot de huwgemeenschap J. Ruysseveldt J. Ruysseveldt 19

  20. Wettelijk stelsel: drie vermogens J. Ruysseveldt J. Ruysseveldt 20

  21. Actief: drie vermogens Eigen vermogen goederen van vóór hun huwelijk goederen tijdens het huwelijk via erfenis of schenking persoonlijke voorwerpen (kleding, juwelen,...) beroepsgereedschappen en werktuigen goederen bij zaakvervanging Voorbeeld: bouwgrond die door één van de echtgenoten wordt aangekocht met gelden die door zijn ouders werden geschonken Gemeenschappelijk vermogen Uitgangspunt of algemeen vermoeden: alle goederen v/d echtgenoten = gemeenschappelijk Toepassingen beroepsinkomsten van elk v/d echtgenoten tijdens huwelijk alle goederen tijdens huwelijk door aankoop inkomsten eigen goederen Bvb: huurinkomsten woonhuis dat eigen vermogen is J. Ruysseveldt J. Ruysseveldt 21

  22. Wijziging huwelijkscontract • Correcties van het huwelijksstelsel • altijd notarieel • Wijziging samenstelling vermogen • Inbreng goederen in huwgemeenschap • Overlevingsrechten • conventioneel recht,onder voorwaarde van overleving toegekend aan de langstlevende echtgenoot ingevolge • In de regel ten bezwarende titel J. Ruysseveldt

  23. Inbreng in de huwgemeenschap J. Ruysseveldt

  24. Overlevingsrechten • Gehuwd onder een wettelijk of gemeenschappelijk stelsel • Toebedeling huwgemeenschap • Beding ‘langst leeft al heeft’ • Keuzebedingen • Beding waarbij huwgemeenschap op aanwijzen van langstlevende wordt toebedeeld : • Ofwel 1/1 in volle eigendom • Ofwel ½ in volle eigendom en andere ½ in vruchtgebruik • Ofwel 1/1 in volle eigendom wat de roerende goederen betreft en ½ in volle eigendom en ½ in vruchtgebruik wat de onroerende goederen betreft • Ofwel… • Keuze in functie van: • Omvang van het gemeenschappelijk vermogen • Behoeften, leeftijd en gezondheidstoestand van de langstlevende, verhouding tegenover de kinderen • Fiscale gevolgen: • Art. 5 W.Succ: successierecht berekend op wat langstlevende echtgenote meer krijgt dan 1/2 van huwgemeenschap J. Ruysseveldt

  25. Overlevingsrechten • Verdelingsbeding onder last • Civielrechtelijk: • echtgenoot verkrijgt huwgemeenschap tot beloop van de helft, terwijl andere helft aan nalatenschap toekomt • opleg indien waarde kavel overlevende echtgenoot meer bedraagt dan de helft van het gemeenschappelijk vermogen • modaliteiten betaling opleg via huwelijkscontract • tijdstip (bvb. op elk ogenblik, in één of meerdere verrichtingen) - fracties (geheel of gedeeltelijk) en - modaliteiten (in geld of door afstand van gemeenschapsgoederen) • Fiscale gevolgen • geen art. 5 W.Succ.: • langstlevende echtgenoot verkrijgt niet meer dan de helft van de gemeenschap • bovendien is er opleg voor het meerdere dan de helft J. Ruysseveldt

  26. II.2. Schenkingscontract Schenking Handeling waarbij iemand zich dadelijk en onherroepelijk verarmt in het voordeel van iemand anders die zich verrijkt Rechtshandeling ten kosteloze titel Definitief behalve tussen echtgenoten: herroepbaar Agenda Algemeen - Definitie - Kenmerken Vorm Inhoud Fiscale gevolgen J. Ruysseveldt

  27. Schenkingscontract • Algemeen • Effect bij leven • Voordelen • Praktisch, efficiënt, vat- en beheersbaar • Fiscaal interessant voor roerende goederen!! • Progressieve schenkingsrechten voor vastgoed • Nadeel • Definitief • behalve tussen echtgenoten • Reservebescherming kinderen blijft J. Ruysseveldt

  28. Schenkingscontract • Vorm • Notariële akte • Principe: alle schenkingen bij notariële akte (art. 931 BW) • Verplichte registratie binnen de 15 dagen na datum akte • Gevolg: schenkingsrechten • Belgische notaris: 3 of 7% voor roerende goederen • Buitenlandse notaris: 0% • indien schenker minstens 3 jaar in leven blijft • Handgift • Erkend door doctrine en cassatierechtspraak (1863) – geen verplichte registratie • Toekomst? – Wet afschaffing toondereffecten • Bankgift • Geen verplichte registratie J. Ruysseveldt

  29. Schenkingscontract • Techniek bankgift • Geen wettelijk kader • Geen verplichte registratie • Techniek= overboeking van gelden/effecten • Fase 1: aangetekende brief • Door schenker aan begiftigde • Fase 2: uitvoering bankoverschrijving • Geen melding woorden “schenking” of “gift” op overschrijvingsbulletin • Fase 3: redactie onderhands document (‘pacte adjoint’) • Eventuele modaliteiten uitwerken • Al dan niet ter registratie aanbieden J. Ruysseveldt

  30. Schenkingscontract • Inhoud • In notariële schenkingsakte of onderhands bewijsdocument (pacte adjoint) • Uitdrukkelijke vrijstelling van inbreng • Last • Conventionele terugkeer • Vervreemdingsverbod • Uitsluiting • Vruchtgebruik J. Ruysseveldt

  31. Schenkingscontract • Fiscale gevolgen • Gewestelijke materie • Roerende goederen • Geregistreerde schenking: 3 of 7% • Zelfs geen taxatie, indien schenker minstens 3 jaar in leven blijft. • Fiscaal belang ‘vaste’ datum • bewijzen dat schenking meer dan 3 jaar vóór overlijden plaatsvond • a) poststempel op aangetekende brief in de eerste fase • b) datum uittreksel bankoverschrijving • Fiscaal erkend (adm. beslissing 25 april 2005) J. Ruysseveldt

  32. Schenkingscontract • Fiscale gevolgen • Onroerende goederen • Overzicht tarieven • Vlaamse gewest • Waalse gewest • Brusselse gewest • Progressief tarief • Belastbare grondslag • Schenkingen binnen de drie jaar J. Ruysseveldt

  33. Vastgoed – Vlaams gewest: in rechte lijn, echtgenoten, samenwonenden J. Ruysseveldt

  34. Vastgoed – Vlaams gewest Tabel J. Ruysseveldt

  35. Schenkingscontract • Progressief tarief • Wettekst: art. 131 W. Reg. • Er is een progressief evenredig recht voor de schenkingen van tegenwoordige goederen. • Het schenkingsrecht wordt berekend: • a) volgens de graad van bloedverwantschap die bestaat tussen de schenker en de begiftigde • b) volgens een progressief tarief • c) over bruto - aandeel dat iedere begiftigde verkrijgt J. Ruysseveldt

  36. Schenkingscontract • Belastbare grondslag • Verkoopwaarde • art. 133 W. Reg. • op bruto- aandeel van elk der begiftigden • zonder aftrek van de lasten • Contra: successierecht • Schenking van blote eigendom met voorbehoud van vruchtgebruik • Bijzondere regels van verkooprecht (art. 47 tot 50 W. Reg.) van toepassing • Belastbare grondslag op volle eigendom J. Ruysseveldt

  37. Schenkingscontract • Schenkingen binnen drie jaar: regel van progressievoorbehoud(art. 137 W. Reg.) • Wordt bij belastbare grondslag gevoegd: • bedrag gediend tot heffingsgrondslag van schenkingen • dewelke reeds tussen schenker en begiftigde zijn vastgesteld • door akten die dagtekenen van minder dan 3 jaar vóór datum van de nieuwe schenking • Toevoeging aan belastbare grondslag is fictief: • dient enkel tot bepaling v/h toepasselijk tarief J. Ruysseveldt

  38. Schenkingscontract • Schenkingen binnen drie jaar • Voorbeeld • Vader schenkt woonhuis aan dochter – met voorbehoud van vruchtgebruik. Waarde: 300.000 EUR • Binnen 3 jaar vóór schenking was er al voor 100.000 EUR aan dochter geschonken. • Nu schenkt hij 2e maal voor 100.000 EUR. • Op tweede schenking zijn volgende rechten verschuldigd: • belastbare grondslag: 200.000 • reeds belast - 100.000 • Nog te belasten 100.000 • aan 10 en 14% (5 en 6e schijf), of schenkingsrechten bedragen 12.000 EUR (50.000 x 10 % = 5.000 + 50.000 x 14% = 7.000) • Dus 2e 100.000 niet belast op 1e schijven v. 3, 4, 5 en 7% J. Ruysseveldt

  39. Schenkingscontract • Tarief ondernemingen en aandelen • 2% in Vlaams gewest • In werking sinds 1 juli 2003 • Ook in Brussel (3%) en Wallonië (0%) • Enkel voor: ambacht, handel, nijverheid, landbouw of industriële activiteiten • Dus niet voor patrimonium of holdingvennootschappen • Voorwaarden • Participatie (min. 10%) voor aandelen, geen tewerkstellingsvoorwaarde • Na de schenking gedurende 5 jaar: voortzetting, vervreemdingsverbod, verbod tot zetelverplaatsing, meldingsplicht J. Ruysseveldt

  40. II.3.Tontine- en aanwascontract • Inhoud • Tontine - kenmerken • Aanwas - kenmerken • Verschil tussen aanwas/tontine? • Voor wie? • Vorm - Modaliteiten • Fiscale gevolgen – formalisme J. Ruysseveldt

  41. Tontine • Tontine • = een kanscontract waarbij elke partij verkrijgt: • eigen deel onder ontbindende voorwaarde van zijn vooroverlijden, en; • andere deel onder opschortende voorwaarde van zijn overleven. • Kenmerken: • kanscontract (onder bezwarende titel) • tussenkomst van derde partij • samenspel van opschortende en ontbindende voorwaarden • Toepassingen : • Aankoop, schenking, vennootschap, levensverzekering J. Ruysseveldt

  42. Tontine • Kanscontract • “alea” (kans) • hangt af v/e onzekere gebeurtenis (art. 1964 BW) • onzekere gebeurtenis • = niet in het overlijden, wel in volgorde van overlijden van beide kopers • ten bezwarende titel: • gelijke overlevingskansen in hoofde van beide kopers • let op voor animus donandi: geslacht, leeftijd en gezondheidstoestand • rechtzetten: opleg in geld of onderhoudsverplichting J. Ruysseveldt

  43. Tontine • Belang kenmerken • a) Civielrechtelijke aspecten • Geen schenking: geen pleegvormen; geen uitdrukkelijke aanvaarding • Geen erfrecht: geen inbreng / inkorting • Niet herroepbaar: enkel mits onderlinge toestemming • b) Fiscale aspecten bij realisatie van de voorwaarde • Verkooprechten (Reg.R. - geen Succ.R.) bij vastgoed – zie hierna J. Ruysseveldt

  44. Aanwas • Civielrechtelijk • Definitie • Kenmerken • Voor welke goederen? • Voor wie? • Modaliteiten • Fiscaalrechtelijk J. Ruysseveldt

  45. Aanwas • Aanwas • kanscontract • waarbij aandeel van eerst stervende onder de opschortende voorwaarde van zijn vooroverlijden zal aangroeien bij de langstlevende. • Kenmerken • beding tussen de partijen onderling, waarbij de langstlevende zijn rechten rechtstreeks van de eerst stervende verkrijger verwerft • “alea” (kans) • hangt af v/e onzekere gebeurtenis (art. 1964 BW) • niet in het overlijden, wel in volgorde van overlijden van beide kopers • ten bezwarende titel: • gelijke overlevingskansen in hoofde van beide kopers • let op voor animus donandi: geslacht, leeftijd en gezondheidstoestand (kan “om niet” zijn) • rechtzetten: opleg in geld of onderhoudsverplichting J. Ruysseveldt

  46. Aanwas • Belang kenmerken • a) Civielrechtelijk • Geen schenking: geen pleegvormen, geen uitdrukkelijke aanvaarding • Geen erfrecht: geen inbreng / inkorting • Niet herroepbaar: enkel mits onderlinge toestemming • b) Fiscaalrechtelijk • Bij realisatie v/d voorwaarde (overlijden) • Geen successierechten • Wel registratierechten (infra) J. Ruysseveldt

  47. Aanwas • Zowel voor roerende als onroerende goederen • Aandelen, effecten, vastgoed, … • Aanwas (tontine) zowel voor echtgenoten als voor samenwonenden • Aanwas tussen echtgenoten: Rb. Turnhout 7 januari 2005 • Nuancering voor echtgenoten gehuwd onder het wettelijk stelsel of stelsel van gemeenschap van goederen • Echtgenoten kunnen geen aanwas/tontine voor rekening v/h gemeenschappelijk vermogen sluiten: schending van het mechanisme van het huwelijksvermogensrecht • wel aanwas/tontine mogelijk indien deze plaatsvindt met eigen gelden in wederbelegging J. Ruysseveldt

  48. Aanwas • Contract of beding in akte • Vorm • Al dan niet notarieel – voordelen: authenticiteit, uitvoerbaarheid, publiciteit (vastgoed) • Roerende goederen – onderhands • Modaliteiten • Twee vormen • in volle eigendom • Oplossing voor partners zonder reservataire erfgenamen • Let op! Mogelijks inkorting bij kinderen uit een vorig huwelijk of relatie • in vruchtgebruik • Oplossing voor kinderen uit een vorig huwelijk J. Ruysseveldt

  49. Aanwas • Fiscale gevolgen (realisatie voorwaarde) • Geen successierechten • Registratierechten • Tarief • Verkooprechten (10% of 12,5%) voor vastgoed • Geen taxatie voor roerende goederen (25 EUR) • Zie Parl. Vraag. Nr. 840 L. VAN BIESEN – 14 juni 2005 • Grondslag • Verkoopwaarde op het ogenblik van overlijden • Formalisme (realisatie voorwaarde) • Verklaring in dubbel (art. 31 W.Reg.) • waarvan één ter registratie blijft • Binnen 4 maand vanaf vervulling voorwaarde J. Ruysseveldt

  50. II.4. Levensverzekering Uitgangspunt: beding ten behoeve van een derde Men wordt geacht te hebben bedongen: voor zichzelf voor zijn erfgenamen en rechtverkrijgenden tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is bepaald of uit de aard van de overeenkomst voortvloeit (art. 1122 B.W.) Uitzondering: beding ten behoeve van een derde = hoofdovereenkomst tussen twee partijen waarbij de ene partij bedingt dat de andere partij iets moet geven of doen ten behoeve van de derde die juridisch vreemd is aan de verrichting. J. Ruysseveldt

More Related