1 / 16

B3 Bestuiving

B3 Bestuiving. Thema 2 Planten Basisstof 3 K4. Bestuiving. - Bestuiving = het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper. -Stuifmeel moet wel op een plant van dezelfde soort terecht komen. -Bestuiving kan op verschillende manieren gebeuren: -insecten -wind.

Download Presentation

B3 Bestuiving

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. B3 Bestuiving Thema 2 Planten Basisstof 3 K4

  2. Bestuiving -Bestuiving = het overbrengen van stuifmeel van een meeldraad op de stempel van een stamper. -Stuifmeel moet wel op een plant van dezelfde soort terecht komen.

  3. -Bestuiving kan op verschillende manieren gebeuren: -insecten -wind

  4. Bestuiving door insecten… -Deze bloemen heten insectenbloemen. -Ze hebben meestal grote bloemen. -Opvallend gekleurde kroonbladeren. -Zo worden insecten gelokt. -Insecten komen ook af op de geur en de nectar (zoet sap onder in de bloem)

  5. Bestuiving door de wind… -Deze bloemen heten windbloemen. -Ze zijn meestal klein en onopvallend. -Kroonbladerenzijn meestal groen.

  6. Insectenbloemen -Bij insectenbloemen gaan insecten op zoek naar nectar. -Zo komen ze met de rug langs de meeldraden en stempels. -Stuifmeelkorrels blijven zo aan hun rug plakken. (stuifmeelkorrels zijn ruw en kleverig)

  7. -Daarna gaat het insect naar een andere bloem. -En komt hij weer langs de meldraden en stempels. -Zo kunnen ze veel bloemen bestuiven. -Veel insecten bezoeken maar één plantensoort. -Zo is er grote kans op goede bestuiving. -Ze maken weinig stuifmeel (minder dan windbloemen) http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20030108_courgette01

  8. Windbloemen -De wind blaast het stuifmeel van de ene naar de andere plant. -Stuifmeel kan per toeval op de stempel van een bloem van dezelfde plantensoort komen. -De kans is maar klein. -Daarom maken ze veel stuifmeel. (Stuifmeel is licht en glad, zodat ze makkelijk zweven)

  9. Windbloemen

  10. -Bij windbloemen hangen de helmknoppen vaak buiten de bloem, zodat stuifmeel makkelijk wordt weggeblazen. -De stempels zijn groot en veervormig. -Ze steken vaak buiten de bloem uit. -Daardoor is kans op bestuiving groter.

  11. Kruisbestuiving -Vaak komt stuifmeel van de ene plant terecht op de stempel van een bloem van een andere plant (van dezelfde soort!) -Dat heet kruisbestuiving.

  12. Zelfbestuiving -Soms komt het stuifmeel van de meeldraden terecht op de stempels van dezelfde bloem. -Dat heet zelfbestuiving.

  13. -Bomen en struiken hebben vaak veel bloemen. -Het stuifmeel van de ene bloem kan op een andere bloem (van dezelfde struik) komen. -Ook dat heet zelfbestuiving.

  14. Verschil

  15. Bestuiving -Filmpje over bestuiving: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20080702_bloem01

  16. Huiswerk -Maak opdr. 9, 10 en 12in werkboek.

More Related