1 / 32

De psychologie van communicatie 6 april 2004

De psychologie van communicatie 6 april 2004. Wat zal ik later worden?. Ballerina?. Goochelaar?. Verpleegster?. Brandweerman ?. Popster?. Advocaat?. Doelstelling: antwoord op 3 vragen Hoe ontstaat informatie en betekenis ? Waarom begrijpt mijn klant mijn boodschap niet of anders ?

rosie
Download Presentation

De psychologie van communicatie 6 april 2004

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De psychologie van communicatie 6 april 2004

  2. Wat zal ik later worden?

  3. Ballerina?

  4. Goochelaar?

  5. Verpleegster?

  6. Brandweerman ?

  7. Popster?

  8. Advocaat?

  9. Doelstelling: antwoord op 3 vragen Hoe ontstaat informatie en betekenis? Waarom begrijpt mijn klant mijn boodschap niet of anders? Hoe pak ik het dan best aan? Nog antwoorden? Na de presentatie of bij de drink Wat staat er op ons menu?

  10. Voorbeeld: de afstandsbediening van uw auto Communicatiekanalen: Ogen (zien): 83 % Oren (horen): 11 % Tast (voelen): Reuk (ruiken): 6 % Smaak (smaken): Vraag 1: Hoe ontstaat informatie? • Opvallen = verschil maken (USP)

  11. Voorbeeld: ik heb het warm Het verschil tussen wat en hoe Vraag 1: Hoe ontstaat betekenis? 7 % 93 % Onderzoek University of Pennsylvania

  12. Hoe ontstaat informatie en betekenis? Waarom begrijpt mijn klant mijn boodschap niet of anders? Hoe pak ik het dan best aan als KMO? Wat staat er op ons menu?

  13. Per seconde 10.000 zintuiglijke indrukken Na 30 dagen 90 % reeds vergeten (vooral nà 1e uur) Slechts 3 % van de woorden te verwerken Folder 5000 woorden: tussen 400 en 20 woorden Cascade-effect Onderzoek: Prof. Kroeber-Riel en Prof. Ebbinghaus Vraag 2: de boodschap niet begrepen?

  14. Cascade-effect 100% Wat ik heb willen zeggen Wat ik gezegd heb Wat hij/zij gehoord heeft Waarnaar hij/zij geluisterd heeft Wat hij/zij begrepen heeft Wat hij/zij dacht gehoord te hebben Wat hij/zij onthouden heeft Wat hij/zij gaat toepassen 17 %

  15. Het communicatieproces Vraag 2: de boodschap anders begrepen? 1 Zender Boodschap Ontvanger

  16. Het communicatieproces Vraag 2: de boodschap anders begrepen? 1 Zender Boodschap Ontvanger 2 Beeld (zender) Medium Beeld (ontvanger)

  17. Het communicatieproces Vraag 2: de boodschap anders begrepen? 1 Zender Boodschap Ontvanger 2 Beeld (zender) Medium Beeld (ontvanger) Coderen DeCoderen 3

  18. 3 filters bij decoderen: Selectie (selectief geheugen) Voorbeeld: autosnelweg, boek lezen Een deel van de prikkels verdwijnt Veralgemening (associatie) Voorbeeld: wat zal ik later worden, verhuizing We associëren, leggen verband met een gekend beeld Vervorming (veranderen) Voorbeeld: optische illusie We veranderen onze zintuiglijke waarneming Vraag 2: de boodschap anders begrepen?

  19. Vraag 2: de boodschap anders begrepen? Filters Veralgemenen Selecteren Vervormen De wereld zoals IK die begrijp De wereld buiten die we observeren En er zijn 6 miljard IKKEN!

  20. Is er dan geen orde in de chaos? Uw klant ordent zijn informatie volgens een aantal ordeningsprincipes Voordelen krijgen of nadelen vermijden Intern beslissen of extern mening vragen Op zoek naar overeenkomsten of verschillen …. Vraag 2: de boodschap anders begrepen?

  21. Hoe ontstaat informatie en betekenis? Waarom begrijpt mijn klant mijn boodschap niet of anders? Hoe pak ik het dan best aan? Wat staat er op ons menu?

  22. De nieuwe inzichten: Uw klant ontvangt zijn info vooral via oog-oor-gevoel-kanaal Uw klant filtert die informatie Uw klant ordent die informatie volgens een aantal ordeningsprincipes Uw klant hecht bovendien vooral betekenis aan vorm, structuur en non-verbaal gedrag Vraag 3: hoe pak ik het dan aan?

  23. Doelgerichte communicatie: stem uw boodschap (doelstelling) af op uw doelgroep (klantensegmentatie) Vraag 3: hoe pak ik het dan aan? Consistente communicatie: • alle communicatie ondersteunt dezelfde boodschap Aangepaste communicatie: • uw communicatie speelt in op de ordeningsprincipes van uw klant

  24. Geïntegreerde communicatie: Kies de juiste vorm voor uw boodschap in functie van uw klant Vraag 3: hoe pak ik het dan aan?

  25. Ken uw klant Wat verwacht hij? Hoe denkt hij? Pas uw boodschap aan aan uw klant Breng dezelfde boodschap op verschillende manieren Wees consistent: het gaat om dezelfde boodschap Wees uniek: het verschil valt op Kies een communicatiekanaal dat “vormgevoelig” is: Hoe belangrijker de relatie met uw klant, hoe belangrijker het non-verbale gedrag wordt Vooral de vorm is belangrijk Wat mag u zeker niet vergeten?

  26. Geen eenvoudige opdracht?Je hebt het zelf gezocht!

  27. Ambtenaar!

More Related