1 / 24

De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor

De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor. Begeleiding semester I blok I F.G. Naerebout GLTC/OCMW Maandag 9:00-11:00 Vriesh 2/002. rooster. 20 september: tot pagina 100: alles v óór Archaïsch Griekenland, prehistorie – 750 v.C. 27 september: pp.100-161: 750 – 500 v.C. 4 oktober: GEEN college

wycliff
Download Presentation

De Oudheid F.G. Naerebout & H.W. Singor

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. De OudheidF.G. Naerebout & H.W. Singor Begeleiding semester I blok I F.G. Naerebout GLTC/OCMW Maandag 9:00-11:00 Vriesh 2/002

  2. rooster • 20 september: tot pagina 100: alles vóór Archaïsch Griekenland, prehistorie – 750 v.C. • 27 september: pp.100-161: 750 – 500 v.C. • 4 oktober: GEEN college • 11 oktober: pp.100-161, 165-227: 750 – 500 v.C. en 500 – 338 v.C. • 18 oktober: pp.165-227: 500 – 338 v.C.

  3. Bron: Wikipedia Dateringen: Internat. Commission on Stratigrafy Jaren B.P. (x 1000.000) Ruimere context: zie Wikipedia, trefwoord Fanerozoicum

  4. 7-5 miljoen jaar B.P.: ontstaan van mensachtigen (einde Mioceen/begin Plioceen) • 2,4-2,3 miljoen jaar B.P.: genus homo: de mens. Verschijnt ongeveer gelijk met het begin van het Kwartair en Pleistoceen. • 200.000 jaar B.P.: homo sapiens • 100-60.000 jaar B.P.: de moderne mens verspreidt zich vanuit Afrika • 25-24.000 jaar B.P.: uitsterven van de homo Neanderthalensis • 12.000 jaar B.P. (10.000 v.C.): einde van het Pleistoceen, begin Holoceen, einde laatste Pleistocene glaciaal • In archeologische termen (gebaseerd op werktuiggebruik) behoort het grootste deel van de mensheidsgeschiedenis tot het Paleolithicum, de Oude Steentijd. • Op de overgang naar het Holoceen begint het Mesolithicum, de Midden-Steentijd, die op een gegeven moment (afhankelijk van de plaats) overgaat in het Neolithicum, de Nieuwe Steentijd X B.P. = X before present = X + 2010

  5. Neolithicum • Neolitische revolutie • & secondary products revolution NB: evoluties • Diffusie / zelfstandige ontwikkeling 10.000-3500 v.C. • Sedentisme ( nomadisme) • Domesticatie van planten en dieren  landbouw/tuinbouw • Gepolijste werktuigen • Aardewerk • Zuivelbereiding, textielfabricage, trek-, rij- en lastdieren • Eerste metallurgie

  6. 3000 v.C. Vroege staten en steden Vruchtbare Halve Maan Mesopotamië: Soemer Egypte NB: centrum-periferie Migraties: Semieten (Akkad); Indo-Europeanen Brons  Bronstijd NB: 3-perioden-systeem: steen, brons, ijzer Opnieuw: diffusie (en autonome ontwikkelingen) Schrift: cuneïform (spijkerschrift) hiërogliefen

  7. Prehistorie  historie Vanaf het moment dat geschreven wordt (protohistorie?), of vanaf het moment dat dat in aanmerkelijke mate gebeurt, en ‘historische informatie’ wordt opgeschreven? Bronnen: primaat van geschreven bronnen Extern geheugen

  8. 2400 v.C. • Mesopotaamse hegemonieën • Oeroek; Rijk van Sargon van Akkad; Oer • 2000 v.C. • Komst van de Amorieten • Einde Soemer en opkomst van Babylon • Begin van geschiedschrijving in Mesopotamië • Begin van Minoïsche bloeiperiode; Helladisch • Komst van Grieken en van Italische volken • 1700 v.C. • Babylon: Hammurabi: wetscodificatie

  9. 1600-1000

  10. 1600 v.C • Santorini/Thera/Thira • Opkomst van nieuwe machtsblokken Elam, Assyrië, Mitanni, Hittieten-rijk • Griekenland: Mycene • 1500 v.C. • Einde Indusbeschaving • Opbloei van China: Shang; Chinees schrift: karakters • Grieken op Kreta: Lineair B • Egypte expansief in Nabije Oosten: Nieuwe Rijk

  11. 1200 v.C. • Ondergang Late Bronstijd-bestel, migraties • Val van het Hittietenrijk, invallen door de Zeevolken, binnendringen van Arameeën in Mesopotamië en Nabije Oosten, begin van het einde voor Myceens Griekenland • 1100 v.C. • China: Zhou • 1000 v.C. • Successor states: Neo-Hittieten, Frygiers • Ontstaan van het alfabet-schrift • 900 v.C. • Opkomst van Assyrië als grootmacht • In het Nabije Oosten: Fenicië, Filistijnen, Israel, Juda

  12. 750 v.C. • Griekse renaissance: Archaïsch Griekenland Contacten met Nabije Oosten, Egypte: vele ontleningen, waaronder het alfabetschrift • Assyrische expansie • 722 Israel vernietigd, 670 Egypte veroverd • 612 v.C. • Val van Niniveh; Nieuw-Babylonisch rijk; Neboekadnessar • 587 inname Jerusalem, einde van Juda – Babylonische ballingschap • 550 v.C. • Iran: de Meden verdrongen door de Perzen • Perzische veroveringen: 545 Lydië, 539 Babylon, 525 Egypte

  13. GRIEKENLAND • Dark Age 1000-750 • De Griekse wereld van Homeros? • Migraties: Doriërs; oversteek naar Klein-Azië; Cyprus • Archaïsch Griekenland 750-500 • Ex oriente lux  o.m. alfabetschrift • Polis, poleis burgerschap / aristocratie / turannis • Bevolkingsgroei en ‘kolonisatie’ • Het Dorische model

  14. Expansieve Griekse wereld • tussen: • Italische volken & Etrusken • Karthago • Het Perzische Rijk •  • 500 Ionische Opstand • 490/480 Perzische Oorlogen • 480 Himera 474 Kumē

  15. ATHENE Rome 620 Drakōn ca 600 Etruskisch 590 Solōn 550 Peisistratos 510 Verdrijving van Hippias 510 Einde van de Koningstijd Kleisthenēs Republiek

More Related