1 / 62

Innoveren? Gewoon doen! 16 innovatieve voorbeelden

Innoveren? Gewoon doen! 16 innovatieve voorbeelden. Inleiding.

aziza
Download Presentation

Innoveren? Gewoon doen! 16 innovatieve voorbeelden

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Innoveren? Gewoon doen!16 innovatieve voorbeelden

  2. Inleiding @nders denken: de voorbereiding van een innovatie is minstens zo belangrijk als de uitvoering. In @nders denken gaan we in op innovaties die zich in het stadium van ontwikkeling bevinden. Ook vindt u hier een artikel over businesscases: een belangrijke voorwaarde voor succesvolle implementatie van innovaties. Naar @nders denken In deze publicatie delen zorg- en welzijnsorganisaties in Noord-Nederland hun kennis en ervaring met verschillende innovaties en geven zij u tips voor een succesvolle implementatie. Er wordt hierbij maximaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden die online publiceren biedt. Via de inhoudsopgave navigeert u gemakkelijk naar de innovaties die u aanspreken. Voor een verdere verdieping vindt u in de inleidende teksten links naar pdf's, websites, YouTube en de auteurs. ‘Innoveren? Gewoon doen!’ is voor en door zorg tot stand gekomen. Dank aan iedereen die hier aan bijgedragen heeft. @nders werken: nieuwe manieren van werken en tips voor het opschalen van projecten. Verder wordt ingegaan op de inspanningen die door organisaties worden gepleegd en welke opbrengsten daar voor bijvoorbeeld cliënten, medewerkers en leidinggevenden tegenover staan. Naar @nders werken @nders leren: bij een innovatieve werkomgeving hoort een innovatieve leeromgeving. In @nders leren vindt u innovaties op het gebied van leren en ontwikkelen en het faciliteren daarvan. Naar @nders leren

  3. Inhoudsopgave

  4. @nders denken De voorbereiding van een innovatie is minstens zo belangrijk als de uitvoering. In @nders denken gaan we in op innovaties die zich in het stadium van ontwikkeling bevinden. Ook vindt u hier een artikel over businesscases: een belangrijke voorwaarde voor succesvolle implementatie van innovatie.

  5. Van project naar duurzaam innoveren Businesscase en contextsensitiviteit als succesfactoren ZorgpleinNoord: Ellen Offers en Nynke Postma

  6. Van project naar duurzaam innoveren 1/2Businesscase en contextsensitiviteit als succesfactoren Innoveren staat in de zorg- en welzijnsector in de schijnwerpers. Helaas stranden veel innovaties na de pilotfase. Volgens onderzoekers van de Rijksuniversiteit Groningen komt dit doordat er in de voorfase van innovaties niet genoeg is nagedacht over een businesscase. Een businesscase is een belangrijke voorwaarde voor succesvolle implementatie van innovaties, maar wat is het precies, hoe werkt het in de praktijk en is het voldoende? Klik hier door naar het volledige artikel Structureel veranderen met businesscase In een businesscase worden de kosten en de baten tegen elkaar afgewogen en wordt de haalbaarheid van een project getoetst. Een businesscase kan zowel in de voorbereidingsfase van een innovatie gemaakt worden als onderdeel zijn van een pilot. Het voordeel van het vooraf maken van een businesscase is dat het organisaties voor de implementatie van een innovatie laat nadenken over de kosten en opbrengsten. De businesscase is dan een middel om van te voren in te schatten of de innovatie structureel te financieren is. Een voorbeeld van deze aanpak is het Canvasmodel. Deze aanpak gaat naast de kosten en baten ook in op voor wie de innovatie is bedoeld, wie in de praktijk met de innovatie te maken hebben en met welke partijen samengewerkt kan worden. Inzicht in de verschillende partijen en ze tijdig te betrekken, draagt bij aan een goede implementatie. Soms worden innovaties eerst in een pilot getoetst, voordat ze daadwerkelijk geïmplementeerd worden. Een belangrijk onderdeel van de pilot kan het maken van een businesscase zijn. Een voorbeeld van deze aanpak is de interactieve rekenmodule van Markante Marges. In deze rekenmodule wordt het werken met de innovatie afgezet tegen de oorspronkelijke manier van werken. Daarnaast worden kwalitatieve aspecten zoals de beleving van cliënten en de fysieke belasting van professionals in kaart gebracht.

  7. Van project naar duurzaam innoveren 2/2Businesscase en contextsensitiviteit als succesfactoren Andere voorwaarden voor succes Businesscases gaan niet in op alle factoren die het succes van een innovatie verklaren. Met behulp van de theorie van ‘realistische evaluatie’ ontstaat een nog scherpere blik die van belang is voor het opschalen van innovaties. Deze theorie maakt onderscheid tussen context, mechanisme en outcome (CMO). Door een interventie, in dit geval de innovatie, worden bepaalde mechanismen op gang gebracht die, onder bepaalde omstandigheden (context), leiden tot een bepaald resultaat (outcome). Of innovaties in de zorg- en welzijnssector bijdragen aan de toekomstbestendigheid van de sector hangt dus niet alleen af van het type innovatie. De slagingskans wordt ook beïnvloed door waarom de innovatie gestart wordt, wie er gebruik van maken of mee werken en wat dit de betrokkenen gaat opleveren. Door dit in kaart te brengen en een businesscase op te stellen, zullenmeer plannen de pilotfase overleven. Zo kan de zorg- en welzijnsector innovatieve kansen benutten en blijft kwalitatief goede zorg gewaarborgd. Tekst: Ellen Offers en Nynke Postma

  8. Beeldzorg: dé kans bij krimpgebieden Oosterlengte: Gert Brouwer

  9. Beeldzorg: dé kans bij krimpgebieden 1/2 Oosterlengteis gestart met beeldzorg: dé kans voor krimpgebieden om aan de toekomstige zorgvraag te kunnen voldoen. Eind 2013 kunnen 75 cliënten gebruik maken van de beeldtelefoon in Bellingwedde, voormalig Reiderland en Nieuwwolda. In de artikelen (27 en 28 mei 2013) van het Dagblad van het Noorden kunt u meer lezen over het project. Hieronder vertelt Gert Brouwer, Projectleider en Manager Thuiszorg en Diensten, over de aanleiding en opbrengsten tot nu toe. Beeldzorg: kans voor krimpgebieden“Als gevolg van de vergrijzing verwachten we in Oost-Groningen een toename van zorgvraag, een complexere zorgvraag en hebben we onvoldoende medewerkers om aan die vraag te voldoen. Beeldzorg is een kans voor krimpgebieden, omdat het een vermindering van fysieke zorgmomenten kan gaan opleveren. Het heeft ook voordelen voor andere partijen in de regio. Mensen trekken weg uit Oost-Groningen als de voorzieningen verdwijnen. Beeldzorg kan de voorzieningen op een andere manier binnenshuis halen en de prikkel om te vertrekken is er dan niet meer. De woningbouwcoöperaties zijn erbij gebaat, want de verhuurbaarheid van woningen blijft bestaan”. YouTube filmpje ‘Beeldtelefoon Oosterlengte vermindert aantal huisbezoeken’ (RTV Noord) In de voorfase is met behulp van ESF subsidie onderzoek gedaan naar de situatie in Oost-Groningen (krimp, arbeidsmarkt en overheidsbeleid) en naar beeldzorg. In oktober 2012 was de volgende fase, de implementatiefase, via het iAge project aangebroken. Lees hier hoe het project tot stand is gekomen

  10. Beeldzorg: dé kans bij krimpgebieden 2/2 Keuze beeldtelefoonNaast beeldzorg zijn andere oplossingen bekeken, zoals de Medido. De Medido controleert op afstand of clienten hun medicatie tijdig innemen en als dit niet zo is, wordt de zorgpost gealarmeerd. Er was onder cliënten te weinig draagvlak om verder te gaan met Medido. Toen duidelijk was dat verder werd gegaan met beeldzorg is er een leveranciersmarkt geweest. Daar is unaniem voor de beeldtelefoon gekozen. Aan het systeem dat Oosterlengte gebruikt is heel veel te koppelen zoals bewegingsmelders, sensoren, bloedsuikermeters, deuropeners etc. Oosterlengte heeft ervoor gekozen om in deze fase het systeem zo simpel mogelijk te houden, omdat de verwachting was dat bij het aanbieden van (te) veel mogelijkheden de cliënten zouden afhaken. Er is wel gekozen om de “funfactor” toe te voegen. Cliënten kunnen met maximaal vier familieleden en/of vrienden via beeldcontact communiceren. Dit gaat via hun eigen PC thuis. Dit is een ongekend succes. In de toekomst hoopt Oosterlengte dat ook andere partijen, zoals huisartsen, ziekenhuizen, gemeenten, lokale middenstand, kiezen voor het gebruik van beeldcommunicatie. Zij dienen dan wel dezelfde apparatuur te gebruiken Beeldzorg via beeldtelefoon“Er zijn verschillende groepen (huisartsen, ziekenhuizen, welzijnsorganisaties, woningbouwcoöperaties en verschillende maatschappelijke groepen) uitgenodigd voor een leveranciersmarkt en er is unaniem gekozen voor de De beeldtelefoon is zo samengesteld dat zaken aangepast of toegevoegd kunnen worden en er in de toekomst ook partijen uit de regio als huisartsen en winkeliers gebruik van kunnen maken”. Wat levert beeldzorg op?“Het grootste succes is dat we met heel veel partijen hebben erkend dat er een gezamenlijk probleem is en dat gezamenlijk hebben opgepakt. Met het maatschappelijke veld op een lijn komen is echt uniek. Daarnaast zijn de medewerkers van Oosterlengte erg trots op de ontwikkelingen”. Lees hier het hele interview over beeldzorg Interview met Gert Brouwer, tekst Nynke Postma beeldtelefoon. MedewerkersMedewerkers zijn enthousiast over en trots op beeldzorg. Beeldcontact vraagt van medewerkers wel meer voorbereiding. Het is belangrijk om van tevoren te bedenken wat het doel van het gesprek is. Het beeldscherm staat op de thuiszorgpost en vraagt om geplande contactmomenten. Als meer mensen gebruik gaan maken van beeldzorg moet er een ‘beeldzorgroute’ komen. Naast de medewerkers die zelf met beeldzorg werken, zijn er de ‘waterdragers’, de verzorgenden, die bij de cliënt komen. Zij hebben een belangrijke rol bij het informeren en enthousiasmeren van cliënten over beeldzorg. OrganisatieEen oplossing voor een reëel probleem. Vermindering van fysieke zorgmomenten en reistijd. CliëntEr is een eerste pilot geweest onder drie cliënten van 80+ in Oude Pekela. Dit is goed ervaren door de cliënten. Een beeldtelefoon kan meer dan alleen contact maken met Oosterlengte. Cliënten konden bijvoorbeeld contact opnemen met familie en vrienden en het plaatselijke krantje via de beeldtelefoon opvragen/lezen. Een cliënt omschreef dit als: “ik heb de wereld weer terug”. Beeldzorg voor medewerkers, de organisatie en de cliënt Foto: RTV Noord

  11. Innovatie door het stellen van de juiste vraag Zorggroep Alliade: Robin van Wakeren

  12. Innovatie door het stellen van de juiste vraag 1/2 De kern van het project Open Deuren is: het stellen van de juiste vraag en dan gebruik maken van kennis uit de buitenwereld (bedrijfsleven en wetenschap) om te komen tot een oplossing. Goed worden in het stellen van de vraag kan volgens Van Wakeren alleen door dicht bij het primaire proces te zitten en weten wat speelt bij zorgprofessionals. Dit lukt inmiddels goed vanuit zijn nieuwe functie als projectleider van het project Open Deuren. Het project wijkt af van de aanpak uit het verleden waar de zorgsector of gebruik maakte van technologische oplossingen die ze aangeboden kregen via leveranciers of zelf een (technologische) oplossing bedachten en daar subsidie voor aanvroegen. Het nadeel van deze manier van werken is dat het product alleen beschikbaar is voor de partij die het heeft laten ontwikkelen en als de subsidie ophield het project stopte. Ook is het bedenken en ontwikkelen van oplossingen niet het vak van de zorginstelling en -professional. “Als een Oostenrijker 39 kilometer naar beneden kan springen, is alles technisch mogelijk”. Met deze instelling geeft Robin van Wakeren, beleidsadviseur Technologie & Zorginnovatie bij Alliade, het project Open Deuren voor dochterorganisatie Talantvorm. Vanuit zijn eerdere ervaring als adviseur (Human Health) bij Syntens weet hij dat in de zorg nagedacht wordt over het verbeteren van de zorg met behulp van technologie. Dit gebeurt echter volgens hem nog op minimale schaal. Zijn tip voor de zorgsector is: “We moeten eerst goed worden in het stellen van de vraag”.

  13. Innovatie door het stellen van de juiste vraag 2/2 Presentatie Open Deuren (Prezi) Open Deuren wordt gefinancierd met hulp van het Zorgondersteuningsfonds en dat betekent dat de te ontwikkelen technische oplossingen moeten aansluiten bij de doelen van het fonds. Irritatie van medewerkers leidt tot echte vraag Om inzicht te krijgen in de vragen die leven in de sector organiseert Van Wakeren kennismiddagen voor medewerkers op de verschillende locaties van Talant. Tijdens die middagen staan twee vragen centraal: Wat irriteert je het meest? Wat zou je, als je cliënt was, het meest irriteren? Voorbeelden die tijdens deze sessies genoemd werden: Hoe kunnen we de mondzorg van ernstig meervoudig beperkte cliënten verbeteren? Hoe kunnen we rolstoelafhankelijke cliënten in noodsituaties sneller uit een woning halen? Hoe kunnen we van het dagelijks scheren een succeservaring maken? “Dit lijken simpele vragen, maar door in te gaan op de irritatie van medewerkers kom je tot de kern van het probleem: de echte vraag. De eerste stap bij het beantwoorden van zo’n vraag is kijken wat collega-instellingen doen. Kunnen we gebruik maken van wat er al is? De volgende stap is de deuren open te doen en kennis van de buitenwereld binnen te halen. We benoemen wat ons probleem is en benaderen dan diverse partijen die ons met dat probleem kunnen helpen. Het is niet alleen dat de zorgsector naar de buitenwereld moet kijken, andersom geef je het bedrijfsleven met Open Deuren ook de kans om in de zorg mee te kijken”. Opbrengsten De eerste drie maanden is Van Wakeren vooral bezig geweest om ‘vragen’ op de werkvloer op te halen. Dat er relatief snel vragen zijn opgehaald ligt volgens hem aan drie dingen: voeren van het juiste gesprek/stellen van de juiste vraag met de medewerkers, de enorme betrokkenheid van medewerkers bij verbeteren van de zorg en het bieden van perspectief aan de medewerkers. Er wordt met dit project ruimte gecreëerd om concreet iets met de vragen te doen. Nadat de vragen zijn opgehaald gaat een stuurgroep, met daarin vertegenwoordiging van verwanten, bestuur en het Zorgkantoor, keuzes maken over de ingediende vragen. Interview met Robin van Wakeren, tekst Nynke Postma Lees meer over het doel van Open Deuren • Het doel van Open Deuren is: • verbeteren van de kwaliteit van leven en zelfstandigheid van cliënten • ontdekken en ontwikkelen van hulpmiddelen die hierbij kunnen ondersteunen • toegang krijgen tot kennis die in de buitenwereld aanwezig is (bij bedrijfsleven en wetenschap) en de buitenwereld toegang geven tot de kennis bij Talant Praktijkvoorbeeld: zet de deuren open en kom tot een win-winsituatie Voor de vraag over mondzorg zijn, met behulp van Syntens, verschillende partijen benaderd waarvan verwacht werd dat ze een bijdrage konden leveren. In het proces stelt de zorgorganisatie de vraag, wordt een productontwikkelaar gezocht die het aandurft iets te ontwikkelen met de voorwaarde dat er ook een partij aanwezig is die de ontwikkeling en vermarkting op zich gaat nemen. Zo wordt het een win-winsituatie voor bedrijfsleven en de zorginstelling. De voordelen van deze manier van werken zijn voor Talant dat ze minder financiële risico’s lopen en de continuïteit van een oplossing wordt gewaarborgd. Voordelen voor het bedrijfsleven zijn dat ze prototypes kunnen testen en inzicht krijgen in de zorg als nieuwe markt. Praktijkvoorbeeld

  14. Bouwen voor de toekomst draaijer+partners: Johan Thijssen

  15. Bouwen voor de toekomst 1/2 Strategische vastgoedkeuzes zijn bepalend voor het succes van organisaties. Gebouwen vormen een onderscheidend instrument voor excellente zorg en vergroten de aantrekkingskracht van een zorg- of welzijnsorganisatie. Hoe zorgt u ervoor dat uw huisvestingsbeleid een innoverende kracht wordt? Waarom is strategisch huisvestingsbeleid belangrijk? Bouwen voor de toekomst met GRASP-sturingsmodel In de praktijk blijkt de sleutel tot een succesvolle vastgoedstrategie te liggen bij het betrekken van cliënten, stakeholders en functionarissen vanuit de volle breedte van de organisatie. Door de wisselwerking tussen partijen wordt werkelijk toegevoegde waarde voor de cliënt gecreëerd en zorgt u ervoor dat u niet alleen de projecten goed doet, maar dat u vooral de goede projecten doet. Maar hoe doe je dat dan concreet? Daarvoor zijn verschillende werkwijzen en modellen beschikbaar. Eén van deze modellen, ontwikkeld door draaijer+partners, gaat er zeer concreet en pragmatisch vanuit dat strategie zich laat vertalen in vier sturingskaders. Deze sturingskaders laten de effecten van huisvesting zien op: Markt & Imago: huisvesting heeft effect op het imago, de binding met cliënten en medewerkers en de kwaliteit van dienstverlening. Cultuur & Identiteit: huisvesting kan bijdragen aan het veranderen van werkprocessen, organisatiecultuur en flexibilisering. Werkplek & Omgeving: effect van huisvesting op arbeidsproductiviteit, welbevinden en werving en binding. Kosten en Efficiency: besparen van kosten en efficiënter werken door herhuisvesten. Verdieping sturingskaders

  16. Bouwen voor de toekomst 2/2 Wat levert deze aanpak op?Het via dit model nadenken over huisvesting leverde in eerdere projecten de volgende voordelen op: grotere mate van flexibiliteit grotere zichtbaarheid in het werkveld besparing van meer dan 50% op het huisvestingsbudget betere aansluiting bij behoefte van de samenleving mogelijkheid om huisvesting aan te passen op de toekomstige zorgvraag Praktijkvoorbeelden Tekst: Johan Thijssen GRASP-sturingsmodel Praktijkvoorbeelden Een MEE-organisatie heeft met het model de sterk veranderende omgeving in beeld gebracht en op basis van de gevormde mening drie scenario’s uitgewerkt. Het voorkeursscenario leidde ertoe dat de organisatie heeft besloten om alleen het hoofdkantoor te handhaven en alle andere locaties af te stoten. Implementatie van een zelf gedefinieerde vorm van ‘Het Nieuwe Werken’ en aanhaken op de huisvesting van stakeholders en ketenpartners zorgt nu voor een grote mate van flexibiliteit, grotere zichtbaarheid in het werkveld én een besparing van meer dan de helft op het huisvestingsbudget. Gemeente Noord-Friesland Een gemeente in Noord-Friesland worstelt met de ontwikkeling van een aantal woonplannen én met de zorg voor ouderen in de dorpen. Samen met zorgorganisaties, gemeente, beleggers, dorpsbelangen en de ouderenraad worden op basis van de vier sturingskaders nieuwe initiatieven bedacht die ervoor zorgen dat ontwikkelaars niet de lead krijgen maar gemeente, de dorpen, samenwerken met beleggers en bouwers datgene ontwikkelen wat vanuit de samenleving wordt gevraagd. Zorgaanbieders zullen na gereedkomen van de woningen voor bepaalde tijd worden gecontracteerd. Daarmee heeft de gemeente, samen met de bewoners, ook een sturingsmiddel in handen gekregen voor de implementatie van onderdelen van de WMO, namelijk de huisvesting voor de zorg. Revalidatieziekenhuis In een revalidatieziekenhuis functioneren een aantal afdelingen met elk een eigen aandachtsgebied en disciplines. Bij de keuze voor renovatie of nieuwbouw is eerst goed gekeken naar de opgaaf van de zorg voor de komende jaren: minder opnames, patiënt gedreven, multidisciplinair, keten geïntegreerd, kwaliteit en hospitality. Het leidde tot een geheel nieuwe opzet waarbij elementen van Het Nieuwe Werken zijn gecombineerd met zorg specifieke eisen en het centrale thema ‘Ontmoeten’. Het Nieuwe Werken bij MEE Gemeente in Noord-Friesland bouwt wat de samenleving vraagt Revalidatie ziekenhuis combineert Het Nieuwe Werken en toekomstige zorgvraag

  17. Arbeidsmobiliteit zonder last van wet- en regelgeving ZorgpleinNoord: Ellen Offers en Dette Schouten

  18. Arbeidsmobiliteit zonder last van wet- en regelgeving 1/2 Regionale proeftuin mobiliteit in zorg en welzijn In de regionale proeftuin mobiliteit in zorg en welzijnondersteunt ZorgpleinNoord verschillende vormen van arbeidsmobiliteit. Deze vormen variëren van bij elkaar in de keuken kijken, gezamenlijk gebruik maken van een pool met tijdelijke medewerkers tot het uitwisselen van vaste medewerkers. Voor een goede ondersteuning is inzicht in de wet- en regelgeving die van toepassing is op de verschillende vormen van arbeidsmobiliteit onontbeerlijk. Voor het in kaart brengen hiervan werken we samen met het Kenniscentrum Arbeid, lectoraat juridische aspecten van de arbeidsmarkt. Inmiddels hebben in dit kader twee afstudeeronderzoeken plaatsgevonden. De resultaten hiervan vindt u via deze publicatie. Zodra er nieuwe resultaten zijn worden deze op onze website erbij geplaatst. Arbeidsmobiliteit en de wet De Pool: tijdelijk werk, kwaliteit vereist Uitlenen van vaste medewerkers: detachering Twee organisaties, één medewerker Lees meer in Arbeidsmobiliteit en de wet Waarom is hier sprake van innovatie? Marktwerking is het mechanisme waardoor veel handelen in zorg en welzijn gestuurd wordt. Concurrentie is het uitgangspunt. Tegen deze stroom in, ontdekken organisaties dat samenwerking op het terrein van arbeidsmarktbeleid, de sector als geheel sterker maakt. Op hun beurt profiteren de individuele organisaties daarvan. De ervaringen met bij elkaar in de keuken kijken en De Pool tonen overtuigend aan hoe er in gezamenlijkheid een win-win-situatie gecreëerd wordt. Dit legt een goede Zorg- en welzijnsorganisaties hebben er allemaal mee te maken: een bijzonder project, ruimte voor slechts een halve ‘persoon’, een medewerker die méér wil, geen verlenging van tijdelijke contracten omdat de drie jaar bereikt zijn... Allemaal redenen om personeel uit te wisselen tussen organisaties. Mobiliteit van personeel is echter aan regels gebonden. Maar deze regels hoeven arbeidsmobiliteit niet in de weg te staan. In dit artikel geven we een aantal voorbeelden van arbeidsmobiliteit, welke wet- en regelgeving hierop van toepassing is en hoe voorkomen kan worden dat regels belemmerend werken.

  19. Arbeidsmobiliteit zonder last van wet- en regelgeving 2/2 basis voor een verdere uitbreiding naar detachering van vast personeel of combibanen, mits enkele fiscale en juridische nadelen worden opgeheven. Wat maakt samenwerking tot een succes? Uit onderzoek van MirandaBouma, BerlindeWoelderink en ZorgpleinNoord blijkt dat voor succesvolle samenwerking bij het uitwisselen van personeel aan een aantal voorwaarden voldaan moet zijn: Een netwerk groot genoeg voor voldoende uitwisselingsmogelijkheden en projecten, en klein genoeg voor een grote onderlinge betrokkenheid. Onderling vertrouwen, de bereidheid om ervaringen uit te wisselen en een gezamenlijke visie op (een bepaald segment van) de regionale arbeidsmarkt. Getalenteerde en gekwalificeerde medewerkers die direct inzetbaar zijn. Weinig regels en administratieve werkzaamheden. LinkedIn profiel Miranda BoumaLinkedIn profiel Berlinda Woelderink Tekst: Ellen Offers en Dette Schouten

  20. @nders werken Nieuwe manieren van werken en tips voor het opschalen van projecten worden hier gedeeld. Verder wordt ingegaan op de inspanningen die door organisaties worden gepleegd en welke opbrengsten daar voor bijvoorbeeld cliënten, medewerkers en leidinggevenden tegenover staan.

  21. Interzorg zet in op zelfstandigheid en invloed Interzorg: Annelies Colenbrander en HendriëtteWijnholts

  22. Interzorg zet in op zelfstandigheid en invloed 1/2 TVO-bijeenkomstenTVO-bijeenkomsten vinden in werktijd plaats en tijdens het overleg komt een deel van een team van een andere afdeling het werk overnemen. De bijeenkomsten worden geleid door een extern begeleider. Bij de afdelingen die al langer TVO-overleg hebben wordt verdieping gezocht. Naast aandacht voor praktische zaken als regelen dat bewoners kunnen kiezen waar ze hun maaltijd willen hebben, komt er nu aandacht voor: hoe cliëntgericht werken we nu echt en wat doe ik als persoon? Het belang van het blijvend achterhalen van de behoefte van cliënten is tijdens de tussentijdse kick-off naar voren gekomen. Ondanks de goede band tussen zorgverlener en cliënt, was geen van de zorgverleners zich bewust dat een cliënt het vervelend vond elke dag op een ander moment uit bed geholpen te worden. Interzorgkoos ongeveer vier jaar geleden voor de methode De Werkvloer Centraal van Anne-Mei The. Via deze methode worden teams geschoold in reflectie, introspectie en communicatie. Luisteren naar elkaar en de cliënt leidt tot betere zorg. De Werkvloer Centraal bestaat uit drie fasen. Lees meer over de aanpak in het document Interzorg zet in op zelfstandigheid en invloed. De aanpak start met de zogenaamde Tijd voor Onszelf (TVO) bijeenkomsten waar de invloed op het eigen werk centraal staat.

  23. Interzorg zet in op zelfstandigheid en invloed 2/2 • Cliënten • De maaltijd werd voorheen in twee karren met kant-en-klare plateaus op een centraal punt op tafel gezet. Nu wordt de maaltijd naar keuze in de centrale huiskamer of in het appartement bezorgd. Waar nodig worden bewoners persoonlijk geholpen bij het eten. In de oude situatie duurde dit hele proces 45 minuten. In de nieuwe situatie nog steeds, met dit verschil dat bewoners én medewerkers er een veel prettiger gevoel bij hebben. De nieuwe werkwijze is niet opgelegd van boven en er is geen teamleider aan te pas gekomen: medewerkers stippelden zelf uit hoe het naar hun idee beter kon worden geregeld. • Tijdens de TVO bijeenkomsten is een keer een arts uitgenodigd. Het visitelopen was namelijk over de hele dag uitgespreid, wat onrust gaf voor cliënten. De arts begreep dat en heeft het tijdstip van visitelopen aangepast. • Cliënten hebben het gevoel dat er beter wordt geluisterd en er wordt aangesloten bij hun behoefte. Lees meer over de ervaring van Mevrouw Roffel. • Medewerkers • De Werkvloer Centraal bevordert het zelfbeeld en de daadkracht van medewerkers. Dit betekent onder andere: • Vertrouwen in zichzelf en in elkaar • Samenwerking; de keten rondom een cliënt wordt versterkt. • Kort ziekteverzuim binnen team verdwenen • Gezamenlijk bewonersuitje met andere afdeling, voorheen ondenkbaar, omdat deze twee afdelingen absoluut niet met elkaar overweg konden. “We zijn duidelijker geworden, durven elkaar nu meer feedback te geven. Voorheen kropten we vaak irritaties op. Dat proberen we nu minder te doen”. • Thematische verdieping en professionalisering; onder andere over bejegening en feedback, inclusief oefenen. • Samenwerking en betrokkenheid bij elkaar onderling uitgesproken. • Mogelijkheid om met elkaar situaties te bespreken die je moeilijk vindt. • Beter begrip voor elkaar en elkaars werksituatie. • Bewoners krijgen met hun verjaardag een ontbijt van de locatie namens het management. Vraag van medewerker of dit ook namens de medewerkers kan. Het is geregeld. Het succes hier is dat de vraag komt, een half jaar geleden zou deze niet gesteld zijn. Erzoualleen over gemopperdworden. • LeidinggevendeLeidinggevenden hebben een belangrijke rol bij De Werkvloer Centraal. Zij moeten in staat zijn om het doel van deze organisatievorm zichtbaar te maken richting de medewerkers en ze ruimte geven om mee te praten. Doordat hun rol verandert, is er aandacht voor ontwikkeling van locatiemanagers, managers van stafafdelingen en afdelingsverantwoordelijken. Iedere leidinggevende krijgt een intake gesprek en op basis daarvan worden op maat gemaakte trajecten ontwikkeld. De aanwezigheid van de leidinggevende tijdens de tweede en derde fase van De Werkvloer Centraal is cruciaal, want de leidinggevende vervult een belangrijke hefboomfunctie van de afdeling richting de organisatie. • Extern BegeleiderDe extern begeleider is onafhankelijk van het team en heeft de taak om de TVO-bijeenkomsten te begeleiden en het proces te bewaken. Trainers van DWC leiden de begeleiders op, die wel in dienst zijn bij Interzorg. Belangrijkste kwaliteiten van een extern begeleider zijn: in de taal van medewerkers communiceren, letten op non verbaal gedrag en patronen in communicatie. • Interzorg • Negatieve uitingen van niet zelfrespect (ziekteverzuim, slachtoffergedrag, afhaken) nemen af. • Meer betrokken medewerkers, komen zelf met ideeën en geven sneller aan wat ze graag verbeterd willen zien. • Onderling contact tussen medewerkers en cliënten neemt toe. Ontwikkelingen vanuit de omgeving, zoals het elektronisch zorgdossier, worden nu bijvoorbeeld besproken in bijeenkomsten met medewerkers en cliënten. • Medewerkers werken cliëntgerichter en spreken elkaar beter aan. Dit verbetert de kwaliteit van de zorg en dienstverlening. • Door De Werkvloer Centraal onderscheidt Interzorg zich met betrokken, verantwoordelijke en zelfstandige medewerkers van andere organisaties. Als cliënten de keuze hebben, kunnen ze kiezen voor de beste organisatie. Interzorg heeft met De Werkvloer Centraal dus haar positie op de ‘markt’ voor verpleging en verzorging versterkt. ResultatenHet belangrijkste resultaat van de DWC methode is dat medewerkers ondersteund worden bij het zelf nadenken en realiseren wat beter kan voor hun cliënten. De verbeteringen die daaruit komen zijn per team en cliënt verschillend, maar de basis is verantwoordelijkheids-gevoel en de ruimte nemen om de wens van de cliënt op nummer 1 te zetten. Uit de eerste De Werkvloer Centraal klimaatscan, ondersteund door In voor zorg, zijn de volgende resultaten gekomen voor: Kosten TVO vindt tijdens werktijd plaats vervanging door andere teams tijdens TVO begeleiding van bijeenkomsten en TVO door externe begeleiders ontwikkeling van leidinggevenden met een maatwerk traject Hoe verder? De Werkvloer Centraal wordt verder uitgerold binnen de organisatie. Onderdeel hiervan is de ondersteuning van het management bij hun nieuwe rol met een op maat gemaakt programma. Dit traject gaat zeker nog anderhalf jaar in beslag nemen. Daarnaast streeft Interzorg ernaar om, nadat een team fase 3 heeft doorlopen, te komen tot een ‘werkoverleg nieuwe stijl’. Dit betekent dat formeel het project DWC is afgerond en er een nieuw platform wordt ontwikkeld waarbij zowel de ingrediënten van de TVO bijeenkomsten als het werkoverleg zijn vervat. Kenmerkend voor dit nieuwe platform is dat alle deelnemers goed zijn toegerust om op een professionele en volwassen wijze met elkaar in overleg te gaan. Meer informatie Interviews met Annelies Colenbrander en HendriëtteWijnholts, tekst Nynke Postma Cliënten MedewerkersLeidinggevenden Extern begeleiders Interzorg

  24. Hulp Online Noord MJD: Rein de Vries

  25. Hulp Online Noord 1/3 In een wereld waar steeds meer diensten online worden aangeboden, hebben drie grote welzijnsorganisaties uit Noord-Nederland (MJD Groningen, Tinten Welzijnsgroep en Stichting Noordermaat) in 2012 het besluit genomen om hun diensten (mede) digitaal aan te bieden. Ze zijn de samenwerking aangegaan onder de naam Hulp Online Noord. YouTubefilmpje ‘Internethulpverlening Noord Nederland van start gegaan’ Volledige tekstFolder Hulp Online Noord De drie welzijnsorganisaties hebben een systeem geïmplementeerd dat cliënten de mogelijkheid biedt om zich digitaal aan te melden met vragen via een bericht of tijdens een chatspreekuur. Een aanmelding kan resulteren in een eenmalig (kort) contact of een langduriger contact (traject). Mensen die zich voor een eerste keer aanmelden met een vraag brengen, indien het antwoord afdoende is, wellicht geen tweede bezoek aan Hulp Online Noord. Maar het kan ook zijn dat iemand zich vaker aanmeld en dat er in overleg met de dienstdoende professional tijdens het chatspreekuur besloten wordt om een traject op te starten. Ook cliënten die al in een traject zitten, kunnen gebruik maken van het systeem, bijvoorbeeld door het traject te continueren in een blended hulpvorm. Een blendedhulpvorm houdt in dat er een mix is van face-to-face en digitale contacten. Ook worden trainingen, huiswerkopdrachten en diverse bibliotheekitems digitaal ter beschikking gesteld aan de cliënten. Van Chat naar traject Mensen die zich voor een eerste keer aanmelden met een vraag brengen, indien het antwoord afdoende is, wellicht geen tweede bezoek aan Hulp Online Noord. Maar het kan ook zijn dat iemand zich vaker aanmeld en dat er in overleg met de dienstdoende professional tijdens het chatspreekuur besloten wordt om een traject op te starten. Lees meer over ‘Van Chat naar traject’

  26. Hulp Online Noord 2/3 Nieuwe doelgroepen door digitale dienstverlening Het doel van Hulp Online Noord was om een extra toegang te creëren voor cliënten. Hulp Online Noord hoopt hiermee mensen te bereiken die nog in een beginfase van mogelijke problemen zitten en mensen die anders niet de hulp zouden inroepen van hulporganisaties. De financiering vindt plaats vanuit de reguliere budgetten van het welzijnswerk en de hulpverlening. Als Hulp Online Noord kan aantonen dat er een nieuwe groep mensen is die ook hulp nodig hebben, kunnen deze cijfers dienen als gespreksonderwerp bij de vaststelling van nieuwe budgetten door de gemeente voor deze vorm van dienstverlening. Opbrengsten online dienstverleningNa het werken met Hulp Online Noord hebben de organisaties ontdekt dat: chatgesprekken een andere dynamiek hebben dan face-to-face gesprekken en non-verbale communicatie in het begin gemist werd chatgesprekken sneller gaan, omdat de social talk korter of afwezig is chatgesprekken zorgen voor een (snellere) registratie, omdat veel informatie al tijdens een chatgesprek geregistreerd kan worden chatgesprekken ondersteunen het werken met Welzijn Nieuwe Stijl chatgesprekken effectiever zijn, maar de vraag ook toeneemt

  27. Hulp Online Noord 3/3 YouTubefilmpje over de voordelen online hulpverlening In 2013 is Hulp Online Noord van start gegaan met het aanbieden van de online dienst en op 1 juli waren er meer dan 250 unieke contacten. Het overgrote deel van de 250 unieke cliënten zijn nieuwe cliënten. Uit die contacten zijn circa vijftig trajecten voortgekomen. Hulp Online Noord werkt aan een volledige dekking binnen de provincies Groningen en Drenthe en is tevens in gesprek met een aantal grote welzijnsinstellingen in Friesland over aansluiting op het systeem. Daarnaast is Hulp Online Noord in gesprek met een groot aantal ketenpartners (denk hierbij aan Centra voor Jeugd en Gezin, Verslavingszorg Noord Nederland etc.) om online samenwerking aan te gaan. Op deze manier moeten cliënten snel en effectief geholpen kunnen worden door de organisatie waar ze in de fase van het traject het beste bij passen. Tekst: Rein de Vries

  28. Zorggroep Meander versnelt revalidatie met zorgtechnologie Zorggroep Meander: GerandaAfman

  29. Zorggroep Meander versnelt revalidatie met zorgtechnologie 1/2 Intensieve oefentherapie na een heup- of knievervanging leidt tot sneller herstel. Dat is door onderzoek in de “proeftuinprojecten” vastgesteld. Maar hoe doe je dat in een verpleeghuis waar cliënten komen revalideren? Zorggroep Meander kiest voor een ingrijpend andere werkwijze en zet daarbij iPads en de BioVal in, een systeem dat met sensoren de gewrichtsbewegingen meet. De resultaten zijn spectaculair. Nieuwe behandeling Door de nieuwe werkwijze kan een cliënt die na een heup- of knievervanging revalideert in het verpleeghuis, nu ook zelf oefenen. Op zijn eigen kamer, op een zelfgekozen tijdstip. Dit gebeurt naast de behandeling door de fysiotherapeut. Cliënten krijgen een oefenschema mee om zelf te oefenen. Dit wordt regelmatig opgenomen op video, via een iPad, die wordt bevestigd aan een verrijdbare standaard. Fysiotherapeuten en Zorgkundigen De fysiotherapeuten controleren of de oefeningen goed worden uitgevoerd. Er is een huiswerk oefenschema ontwikkeld met foto’s en tekst. Het stimuleert de cliënt om meer te oefenen. Een aantal zorgkundigen van niveau 3 zijn opgeleid om de cliënt waar nodig te begeleiden. Meetinstrument Zorggroep Meander is in Nederland de eerste zorgorganisatie die de BioVal als meetinstrument gebruikt. Met behulp van sensoren meten de therapeuten de mobiliteit van de gewrichten. Door tussentijdse metingen wordt de vooruitgang van de cliënt duidelijk vastgelegd. Resultaten Het aantal ligdagen is met 8% gedaald, de cliënttevredenheid schiet omhoog en de medewerkers zijn razend enthousiast. Cliënten hebben door de nieuwe werkwijze meer inzicht in de resultaten van hun behandeling. YouTubefilmpje‘Zorggroep Meander versnelt revalidatie met zorgtechnologie’

  30. Zorggroep Meander versnelt revalidatie met zorgtechnologie 2/2 Opbrengsten voor de cliënt de cliënt is veel meer betrokken bij het revalidatieprogramma meer inzicht in resultaten van de behandeling meer oefenmomenten op een dag sneller naar huis Opbrengsten voor de zorgprofessional meer samenwerking tussen zorgmedewerkers van de revalidatieafdeling en paramedici zorgkundige coacht de cliënt in de revalidatie zorgkundige wordt meer betrokken bij de behandeling Leidinggevende De leidinggevende van de zorg stuurt nu meer op het bieden van een therapeutisch klimaat op de afdeling. Een therapeutisch klimaat is een omgeving, die herstel stimuleert, zowel met betrekking tot ruimtes, voorzieningen en ondersteuning door personeel. Een aspect hierbij is de cliënt te stimuleren zelfredzaam te zijn. Organisatie Meer cliënten behandelen in dezelfde tijd en dus efficiënter/goedkoper. Door intensievere therapie aan te bieden, is de cliënt eerder mobiel en neemt het aantal ligdagen af. Implementatie Bij de invoering van de nieuwe technologie waren de (para)medici en zorgkundigen nauw betrokken. De fysiotherapeuten zijn de kartrekkers van de nieuwe werkwijze. De sleutel tot succes in dit project was dan ook dat medewerkers de kans, de ruimte en de tijd kregen om zorgtechnologische toepassingen te kunnen invoeren. Hoe verder? De positieve resultaten van het project vragen om een vervolg. Zorggroep Meander is bezig zicht te oriënteren hoe deze vorm van therapie in de thuissituatie voort gezet kan worden. De zorgtechnologische toepassingen zijn inmiddels ook toegepast bij andere doelgroepen binnen de revalidatie van Zorggroep Meander, zoals traumatologie. Tekst: Geranda Afman

  31. Hogere tevredenheid door zorgpaden Martini Ziekenhuis: Alice Meijer en Roland Schuyer

  32. Hogere tevredenheid door zorgpaden 1/2 Samenwerking cruciaal De gouden tip voor het ontwikkelen van zorgpaden bij het Martini Ziekenhuis is dat ze in een drie eenheid van zorgverleners, patiëntenvertegenwoordigers en zorgverzekeraars worden ontwikkeld. Zo wordt direct de afweging gemaakt tussen wat medisch inhoudelijk relevant is en wat de patiënt en huisarts wenselijk vinden. Zorgverzekeraar Menzis is al vanaf begin af aan betrokken bij de financiering en ontwikkeling van zorgpaden. Daarnaast is patiëntenvertegenwoordiger Zorgbelang Groningen betrokken en in sommige gevallen ook de vertegenwoordigers van patiënten met een bepaalde ziekte. Ook de samenwerking intern is cruciaal, omdat motivatie en het blijven communiceren met de achterban belangrijke voorwaarden zijn voor het slagen van de zorgpaden. Interview over zorgpaden Opbrengst zorgpad: hogere tevredenheid patiënten, naasten en zorgverlenersDoordat patiënten nu sneller een beter op elkaar afgestemd traject doorlopen, is de tevredenheid bij patiënten en hun naasten toegenomen. Daarnaast is er meer duidelijkheid gekomen over de aard en duur van de behandeling, zowel bij patiënten als zorgverleners. Voor de patiënt is een patiënteninformatiedossier gemaakt waarbij de patiënt na ieder contact met de regieverpleegkundige informatie krijgt die op dat moment van toepassing is. Een zogenaamd losbladig systeem waarbij de patiënt gedoseerd wordt ingelicht over wat er op de korte termijn te gebeuren staat. Daardoor doorloopt de patiënt het traject gefaseerd en blijft gevrijwaard van overbodige ballast. Vanwege het feit dat de behandeling van darmkanker multidisciplinair plaatsvindt, omdat er meerdere disciplines binnen het ziekenhuis bij betrokken zijn, ontstond bij Martini Ziekenhuis de behoefte aan een zogeheten “spin-in-het-web” functionaris. Deze functionaris coördineert enerzijds de logistiek en begeleidt anderzijds de patiënt gedurende het hele traject van verwijzing tot en met follow-up. Dit traject wordt zorgpad genoemd. Voor de patiënt betekent dit dat de continuïteit gewaarborgd wordt en er één aanspreekpunt is. Dit aanspreekpunt is de regieverpleegkundige.

  33. Hogere tevredenheid door zorgpaden 2/2 Meer informatie? Op de website van het Martini ziekenhuis vindt u informatie over het zorgpad voor dikkedarmkanker. Het korte YouTube filmpje over Zorgpad geeft u een indruk van het zorgpad bij een hersentumor. YouTube filmpje over Zorgpad Interview met Alice Meijer en Roland Schuyer, tekst Nynke Postma Opbrengsten voor de cliënt toename tevredenheid over behandeling tevreden over informatievoorziening afname van wachttijd Zorgprofessional werken via vast kader duidelijkheid over wanneer waarmee aan de slag en wie waar verantwoordelijk voor is Leidinggevende zicht op wat er gebeurt door de duidelijke procesindicatoren tijdig ingrijpen en mensen aanspreken Martini ziekenhuis logistiek goed geregeld efficiënter werken

  34. Procesverbeteren bij het Laboratorium voor Infectieziekten Laboratorium voor Infectieziekten: Renate Koning en Aico Stienstra

  35. Procesverbeteren bij het Laboratorium voor Infectieziekten 1/2 Wie wij zijn Het Laboratorium voor infectieziekten (LvI) richt zich onder andere op medisch microbiologische en immunologische diagnostiek. Het LvI verzorgt diagnostiek op landelijk topniveau, zowel in kwaliteit van de dienstverlening als in efficiency en klantgerichtheid. Met ruim 200 medewerkers is het LvI het grootste laboratorium van zijn soort in Nederland. Naast het centrale laboratorium in Groningen zijn er negen dependances die zijn gevestigd in de ziekenhuizen van de provincies Groningen, Drenthe en de kop van Overijssel.   Inmiddels is het LvI gefuseerd met LabNoord en is een nieuwe organisatie ontstaan. Wat we hebben gedaan aan innovatie Er zijn eerder initiatieven geweest om meer ‘lean’ te gaan werken. ‘Slimmer werken’ was zo’n actie. Je werkplek opruimen. Alle overbodige rommel die er misschien al twintig jaar ligt weggooien en alles op een efficiënte manier indelen. Natuurlijk werd er altijd al van alles gedaan aan kwaliteitsbevordering. Het LvI is al heel lang CCKL-gecertificeerd. Maar met een sluitend kwaliteitssysteem met goed beschreven procedures en werkvoorschriften kom je er niet als je je werkprocessen ingrijpend wil verbeteren. Eind 2011 is begonnen met het invoeren van lean/ procesverbeterenals gestructureerde manier van denken en doen. Hiervoor is gekozen vanuit efficiency-overwegingen. De ‘markt’ vraagt dat we meer kostenbewust en lean gaan werken. Elke medewerker wordt gestimuleerd na te denken over hoe zijn of haar werk beter kan. Waar kan waarde voor de klant worden toegevoegd? Waar kunnen verspillingen worden weggenomen? Iedere afdeling heeft zijn eigen contactpersoon, een beetje misleidend, ‘lean expert’ genoemd. Het ‘expert’ zijn is gelegen in het feit dat hij (of zij) via cursussen beter bekend is met de principes van procesverbeteren en met de bijbehorende instrumenten. De ‘lean expert’ neemt collega’s aan de hand mee bij verbeteracties, om dit uiteindelijk zelfstandig te kunnen doen. Twee fulltime lean coaches zijn aangesteld om organisatiebrede verbeteracties te begeleiden en de vraagbaak te zijn voor de lean experts.

  36. Procesverbeteren bij het Laboratorium voor Infectieziekten 2/2 Enkele van de bij ons gebruikte verbeterinstrumenten zijn: Uitleg Stand-up bord Uitleg Verbeterbord Uitleg A3 Nieuwe organisatie Intussen verandert er veel. De fusie met LabNoord heeft er voor gezorgd dat de verbeteracties in een stroomversnelling raken. Procesverbetering staat hoog op de agenda. De term ‘lean’ vervalt, maar het streven naar een slanke, efficiënte organisatie blijft voorop staan in onze doelstellingen. Wilt u op de hoogte blijven? Kijk op www.infectielab.nl Medewerkers over verbeteracties De opbrengsten van Lean kunnen het beste worden verteld door degenen die de acties hebben uitgevoerd. Lees er meer over in deze interviews: Christian: Beter bestellen met Kanban Agnes en Wilma: looproutes verkorten in Meppel Eisso en Thorhold: minder buizen en minder werk Heleen: administratie standaardiseren Tekst: Renate Koning en AicoStienstra Wat we hebben bereikt Er is meer betrokkenheid van iedereen bij het oplossen van problemen en het realiseren van verbeteringen. Je hebt een stem en kan deze laten horen. Sterker nog, je wordt aangemoedigd deze te laten horen. Want niet je leidinggevende zorgt ervoor dat je goed kunt werken, maar jij zelf. Hij of zij faciliteert slechts. Dit is op zichzelf een enorme verbetering. Opmerkingen van medewerkers: Tekst: Renate Koning en AicoStienstra

  37. Nieuwbouw als unieke kans Promens Care: Wilko Vegter

  38. Nieuwbouw als unieke kans 1/3 Wilko Vegter, projectleider huisvesting bij Promens Care, dacht al een tijdje na over de vraag hoe domotica de zorg kan ondersteunen c.q. verbeteren. De dagelijkse praktijk haalde zijn gedachten in en bood een unieke kans. Een nieuw te bouwen locatie in Assen, voor oudere cliënten met een verstandelijke beperking of psychiatrische problematiek, werd uitgekozen tot pilotlocatie voor domotica. Technologische mogelijkheden bij Promens Care Naast de uitdaging van de bouw van een nieuwe locatie kwamen de inrichting en infrastructuur van domotica op de agenda. Vragen als wat willen we met domotica, hoe gaan we het aanleggen en hoe en door wie kan het bediend worden, kwamen tijdens de bouw aan de orde. In die periode werd ook de visie van Promens Care op de toepassing van deze technologie geformuleerd. Alle deelnemers aan de pilot hebben een beeldscherm op hun kamer waarmee ze via een videofoon de voordeur kunnen bedienen. Dit systeem is zo ingericht dat in sommige gevallen de begeleiders de verantwoordelijkheid (kunnen) krijgen voor het bedienen van de deur en de oproep direct wordt doorgeschakeld. Daarnaast zijn er op het beeldscherm apps geïnstalleerd waarmee cliënten kunnen zien welke begeleiders aan het werk zijn. Ook worden nu apps ontwikkeld waarmee ze hun keuze voor de maaltijd door kunnen geven, en een algemene ofwel persoonlijk activiteitenagenda kunnen bekijken. De verwachting is dat deze apps nog doorontwikkeld worden, zodat cliënten die ambulant begeleid worden er ook gebruik van kunnen maken. Begeleiders kunnen via het systeem een melding krijgen wanneer een cliënt uit bed gaat of hulp nodig heeft. Daarnaast kunnen begeleiders via een inluistersysteem op afstand contact leggen met de cliënt en zo beter aansluiten bij de behoefte van de cliënt. Domotica is een verzamelbegrip voor het gebruik van technologie in en om het huis. De toepassingen variëren van het op afstand bedienen van deuren en apparaten, het ontsteken van verlichting als iemand in de buurt komt, tot het ’s nachts detecteren van bewegingen in de woning. Lees meer over Domotica Visie Promens Care Er is afgesproken dat alleen gebruik wordt gemaakt van technologie als het de kwaliteit van de zorg ondersteunt c.q. verbetert. Toepassing is alleen mogelijk als een cliënt of verwant akkoord is met het gebruik en deze afspraak is vastgelegd in het zorgplan. Lees meer over de visie van Promens Care

  39. Nieuwbouw als unieke kans 2/3 Gedurende het traject kwam sensortechnologie meer onder de aandacht bij Promens Care. Via sensortechnologie kunnen gegevens zichtbaar gemaakt worden, zoals het waak- en slaapritme van een cliënt, die gebruikt kunnen worden voor gerichtere zorg. Ook dit gebeurt alleen met goedkeuring van cliënt of verwant waarbij de privacy van de cliënt wordt gewaarborgd. De beelden die met sensortechnologie gemaakt kunnen worden, zijn zo afgeschermd dat de cliënt niet herkenbaar is. Tevens gaat deze technologie een aantal standaardtechnieken vervangen, waardoor minder infrastructuur en minder detectoren aangelegd hoeven te worden. Dit komt dan ook weer de inrichting van de woning ten goede. Opbrengsten van domoticaDe meerwaarde van domotica is volgens Wilko Vegter dat een bijdrage aan de inhoud en kwaliteit van zorg en aan de mate van zelfstandigheid gegeven wordt. Het grote voordeel is dat per cliënt maatwerk geleverd kan worden. Bij een zorgoproep van de cliënt kan er direct geacteerd worden doordat er een spreekluister verbinding met de cliënt opgezet kan worden. Op deze manier is er direct contact mogelijk met de cliënt.Voor de medewerkers van de locatie was de toepassing van techniek even wennen, maar het was ook een grote verandering. Een nieuwe locatie, samenvoeging van twee locaties en het werken met domotica.

  40. Nieuwbouw als unieke kans 3/3 Tips voor implementatie Bij de implementatie van technologie is het belangrijk dat de techniek werkt, betrouwbaar is en ermee gewerkt gaat worden in de zorg. De tips binnen dit traject, waar de bouw van een nieuwe locatie en de toepassing van techniek samenkwamen, zijn als volgt: Denk er goed over na wat je met deze technologie wilt bereiken. Zorg dat de infrastructuur goed is, zodat er bij nieuwe ontwikkelingen altijd zaken kunnen worden toegevoegd. Communiceer over de toepassing van technologie richting medewerkers, cliënten en verwanten. Maak afspraken over de toepassing van technologie en de privacy van de cliënt en stel dit in overleg met de cliëntenraad vast. Train medewerkers hoe ze om kunnen gaan met de techniek. Zorg voor goed beheer. Promens-Care heeft het beheer van het systeem uitbesteed aan de leverancier (Avics). Zij verzorgen ook de training ‘hoe om te gaan met domotica’ voor het personeel. Interview met Wilko Vegter, tekst Nynke Postma Domotica op andere locaties Ook in andere Promens Care voorzieningen wordt al rekening gehouden met de infrastructuur die in het gebouw nodig is voor het installeren van domotica toepassingen. De ervaringen die zijn opgedaan met de implementatie aan de Smetanalaan worden aangewend bij nieuwe projecten voor nieuwbouw of verbouw binnen Promens Care. Voorbeeld hiervan is dat er voor de infrastructuur een gedegen pakket van eisen is opgesteld dat bij bouw en verbouw gebruikt wordt. Domotica zal bij overige vestigingen van Promens Care vaker ingezet worden als ondersteuning om de kwaliteit van de zorg te verbeteren. De techniek ontwikkelt zich natuurlijk ook verder wat nauwlettend in de gaten wordt gehouden en de installatiewensen worden daarop aangepast. Momenteel is er een voorziening waar gedeeltelijk draadloos wordt gewerkt. Zorgportaal Promens Connect Promens Care is, naast de hele ontwikkeling rond domotica, bezig met de ontwikkeling van een zorgportaal genaamd Promens Connect. Doel van dit zorgportaal is om alle benodigde informatie en ICT-functies die de zorgmedewerker nodig heeft op maat en op een intuïtieve manier aan te bieden.  De basis voor de ontwikkeling van dit portaal is de dagelijkse praktijk van de zorg;  het is de zorgmedewerker die uiteindelijk bepaalt hoe het portaal eruit komt te zien. Bij dit traject zijn circa 180 begeleiders betrokken. Domotica en het gebruik van apps zullen hier onderdeel van gaan uitmaken. Domotica op andere locaties Zorgportaal Promens Connect

  41. Zorg zonder regels De Hoven: Hilda Boelens

  42. Bewoners met regie 1/2 Eind 2010 ontstonden bij De Hoven de eerste ideeën voor een experiment waarbij we overbodige regels zouden afschaffen en regie terug zouden geven aan bewoners. In gesprekken met bewoners en medewerkers hoorden directie en leidinggevenden steeds weer dat veel van de geldende regels aandacht voor bewoners in de weg stonden. Er moesten zoveel documenten worden bijgehouden, leefplannen ingevuld en metingen worden gedaan, dat het amper mogelijk was om te horen hoe het met bewoners ging of waar zij nu écht behoefte aan hadden. Verder pratend over die regels kwamen we ook telkens tot de conclusie dat de meeste regels gebaseerd waren op wantrouwen en op veronderstelde risico’s. Wantrouwen, omdat regels passie en vakkennis vervingen door voorgeschreven processen en procedures. Risico’s, omdat niet adequaat optreden maar regels problemen moest voorkomen. Het resultaat was schijnveiligheid. Het wantrouwen dat uit veel regels sprak, stond vertrouwen op de eigen waarneming van medewerkers in de weg. De beschreven processen en procedures werden een keurslijf waarin nog amper ruimte was voor eigen inschattingen en nog minder voor wensen van bewoners. Hetzelfde gold voor het denken in risico’s. Door risico’s te willen voorkomen, moesten bewoners zich aanpassen in plaats van door te gaan met het leven dat zij gewend waren. De risico’s die bij iedereen thuis aanvaardbaar zijn, kunnen kennelijk binnen een verzorgings- of verpleeghuis niet geaccepteerd worden. Al die constateringen bij elkaar leidden tot het idee dat overbodige regels de kwaliteit van leven van bewoners niet bevorderen. Sterker nog, het leek erop dat zonder die regels medewerkers zich meer op die kwaliteit van leven en op de kwaliteit van zorg zouden kunnen richten. De enige manier om dat vermoeden te toetsen, was door daadwerkelijk op een aantal afdelingen op een andere manier te gaan werken, namelijk zonder regels. Dat werd het project Zorg Zonder Regels.

  43. Bewoners met regie 2/2 Zorg Zonder Regels Het centrale begrip in Zorg Zonder Regels is ‘welbevinden’. De dwingende werking van regels is stopgezet. Er wordt niet langer gedacht vanuit risico's, standaardisering en voorspelbaarheid, maar vanuit welbevinden. De nadruk ligt op de 'vraag achter de vraag' en op de mogelijkheden van bewoners in plaats van hun beperkingen. Ook het welbevinden van de medewerkers wordt bevorderd door Zorg Zonder Regels. Zorg Zonder Regels heeft vijf doelen: verbeteren van het welbevinden van bewoners vergroten van het werkplezier van medewerker meer zeggenschap voor bewoners ontwikkeling kwaliteit van medewerkers andere manier van verantwoorden Lees in Meten is weten meer over de opbrengsten van Zorg Zonder Regels. Brede steun voor de aanpak Zorg Zonder Regels Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en zorgverzekeraar Menzis zijn het eens met de nieuwe aanpak van De Hoven en willen gebruik maken van de ervaringen. Meer informatie: VWS en Menzis steunen Zorg Zonder Regels Door de steun van VWS en Menzis kan De Hoven doorgaan met Zorg Zonder Regels, kan de aanpak uitgebreid worden en kunnen anderen het voorbeeld volgen. Zowordt gewerkt aan een betere ouderenzorg. Meer informatie: Zorg Zonder Regels: werken aan een betere ouderenzorg Tekst: Hilda Boelens

  44. @nders leren Welke competenties worden van de toekomstige zorgprofessionals gevraagd en hoe kan dat aangeleerd worden? Ook vindt u hier innovaties op het gebied van leren en ontwikkelen en het faciliteren daarvan.

  45. E-Flow nursing Netwerk ZON: ElviraCoffetti

  46. E-Flow nursing 1/3 E-flowNursing is het digitale instrument waarmee studenten mbo-verpleegkunde en hbo-verpleegkunde in de regio Groningen, Drenthe en Noord-Overijssel zich voorbereiden op hun stage. Dit doen ze middels digitaal leermateriaal in de vorm van kennistoetsen. E-flowNursing is als project opgestart door twee samenwerkingsverbanden: Netwerk ZONen Stichting Leerstation Zorg. Het UMCG, de Hanzehogeschool Groningen en Leerstation Zorg werken in dit project samen met de vier ROC’s en de zorginstellingen in de regio. De doelstellingen van deze wijze van toetsen zijn: het verminderen van de uitval van mbo-v en hbo-v studenten het bevorderen van de doorstroom van studenten van mbo-v naar hbo-v kennisuitwisseling en dialoog tussen studenten en hun begeleiders, en werkdrukvermindering van de begeleiders van de mbo-v en hbo-v studenten Hoe werkt het? Verpleegkundigen van een stageafdeling zetten toetsen klaar met specifieke vragen over hun afdeling. Dit zijn vaak de verpleegkundigen die ook stagiaires begeleiden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de digitale toetsbank Leerstation Zorg. Deze toetsbank bevat 12.000 praktijkgerichte vragen over verschillende specialismen in de zorg en dit aantal wordt voortdurend aangevuld met nieuwe toetsitems. De vragen gaan in op kennis, attitude en inzicht van de studenten over de afdeling waar zij stage gaan lopen. Na het beantwoorden van elke vraag krijgt de student een kennisflits te zien: dit is een korte toelichting op de vraag en het juiste antwoord. Ook wordt de meest recente bron vermeld. Hierdoor wordt van elke vraag iets opgestoken. Studenten leren dat het belangrijk is om altijd gebruik te maken van bronnen en ze kunnen, wanneer ze dat willen, meer informatie opzoeken. Het niveau van de toetsen staat

  47. E-Flow nursing 2/3 gelijk aan het kennisniveau van een verpleegkundige met twee jaar werkervaring: een beginnende beroepsbeoefenaar. Door het maken van de toetsen krijgen studenten dus een beeld van wat ze aan onderwerpen kunnen verwachten op de stageplek. Toets als voorbereiding op de stage Het maken van de toets maakt deel uit van de voorbereiding op de stage door de student (link naar filmpje). Vooraf aan de stage maken de student en de begeleider (link filmpje) de toets over de stageafdeling. Ze zijn zelf de enige die inzicht krijgen in hun eigen resultaten. De student en de werkbegeleider bespreken vervolgens de toets tijdens het kennismakingsgesprek op de stage. Op deze manier worden studenten en hun begeleiders gestimuleerd om in dialoog te gaan over het gewenste kennisniveau voor de leerling. Gezamenlijk bespreken ze aan welke leerdoelen de stagiaire gaat werken tijdens de stageperiode. Wanneer uit dit gesprek blijkt dat een student bepaalde onderwerpen nog niet voldoende beheerst, dan maakt hij of zij halverwege de stageperiode remediërende toetsen. Remediërende toetsen zijn korte toetsen waarbij herhaling een centrale rol speelt: de student kiest een aantal onderwerpen uit waarmee hij/ zij wil oefenen. De toetsen bestaan uit 10 vragen die de basale kennis meten over die onderwerpen. Wanneer de student een te lage score heeft (de norm wordt bepaald op basis van hoe de toetsen gemiddeld genomen worden gemaakt), staat er automatisch een nieuwe toets klaar over hetzelfde onderwerp. Deze toets bestaat uit 10 andere vragen, die gemiddeld even moeilijk zijn. Door de herhaling oefent de student en leert hij/ zij over het onderwerp.

  48. E-Flow nursing 3/3 Als afsluiting van de stage maken de studenten en hun werkbegeleiders nogmaals de eerste toets. De resultaten van de begin- en eindtoets worden vergeleken, dit maakt duidelijk in hoeverre de student het kennisniveau over de afdeling heeft ontwikkeld tijdens de stage. Tijdens het eindgesprek worden de resultaten besproken. Op basis hiervan worden nieuwe leerdoelen afgesproken voor een volgende stage. Stroomschema Waarom werkt het? het wordt vóór en dóór de praktijk gedaan de verschillende typen vragen maakt dat het een leuke manier van leren is het maken van digitale toetsen is plaats- en tijdonafhankelijk begeleiders zijn verantwoordelijk voor de inhoud van de getoetste kennis Resultaat E-flowNursing ondersteunt de kennisontwikkeling van studenten en begeleiders. Het geeft de begeleider een goed beeld van het kennisniveau van de studenten vooraf aan de stage en dit kunnen ze gebruiken als onderdeel van de begeleiding. Bovendien houdt het hun eigen kennis ook actueel. Uit onderzoek dat twee hbo-studenten hebben uitgevoerd in opdracht van Netwerk ZON is bovendien als opvallend resultaat naar voren gekomen dat een groot deel van de werkbegeleiders, door het maken van de toets, kennis hebben kunnen uitwisselen met de student, een belangrijk doel van het project. Studenten geven aan dat informatie op deze manier goed blijft hangen, ze vinden het een prettige manier van leren.In de periode van september 2013 tot februari 2014 bereiden 583 studenten van de opleiding mbo-verpleegkunde en hbo-verpleegkunde zich voor op hun stage met een toets in E-flowNursing. Meer informatie Dit project is tot stand gekomen met steun van Stichting SURF, de organisatie die ICT vernieuwingen in het hoger onderwijs en onderzoek initieert, regisseert en stimuleert door onder meer het financieren van projecten. Meer informatie over SURF is te vinden op de website (www.surf.nl). Tekst: Elvira Coffetti Met behulp van feedbackrondes worden deze vragen beoordeeld door collega-verpleegkundigen. Uit deze vragen worden de toetsen samengesteld voor de studenten. Ze zijn hiermee zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de getoetste kennis. Doordat de begeleiders zelf ook de toetsen maken, houden ze hun kennis actueel. Verpleegkundigen uit de praktijk ontwikkelen in onderlinge afstemming zelf toetsvragen

  49. E-learning: medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor hun ontwikkeling Zorggroep Meander: Hans de Kimpe

  50. E-learning: medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor hun ontwikkeling 1/2 Zorggroep Meander wil meer verantwoordelijkheden lager in de organisatie leggen. E-learning past bij deze verandering en zorgt ervoor dat medewerkers meer vanuit de eigen regie en verantwoordelijkheid gaan leren. Het grote voordeel van e-learning is dat het niet tijd en plaatsgebonden is. De verleturen nemen af en het gemak en de keuzemogelijkheden voor medewerkers nemen juist toe. Vanaf 2012 neemt Zorggroep Meander deel aan het pilotnetwerk Zorgleren VVT van The Competence Group. Het doel van de pilot was om e-learningmodules te beoordelen op hun bruikbaarheidvoor de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg. Voor Zorggroep Meander een unieke gelegenheid om ervaring op te doen met e-learning. De pilot heeft de volgende inzichten opgeleverd de kwaliteit van de e-learning modules werd hoog gewaardeerd de modules waren relatief makkelijk aan te passen aan de VVT situatie medewerkers vonden het leren met e-learning modules erg leuk 95% van de medewerkers in de pilot volgde de modules thuis achter de eigen computer Vervolg op de pilotHet netwerk Zorgleren VVT is nu bezig zeven modules te ontwikkelen die specifiek voor de VVT doelgroep gemaakt worden. In deze modules is meer aandacht voor interactiviteit en worden meer praktijksituaties opgenomen. Zorggroep Meander heeft besloten e-learning definitief in te gaan voeren. Er is gekozen voor het Zorgleren Unlimited concept wat inhoudt dat medewerkers voor maximaal € 40 per medewerker per jaar beschikking krijgen over een breed aanbod van meer dan dertig modules. Het is aan medewerkers zelf de keuze te maken welke en hoeveel modules ze willen volgen. Lees meer: inspiratiemagazine Digitale Leeromgeving

More Related