5. De weg die impulsen afleggen

1. 5. De weg die impulsen afleggen

2. reageren op prikkels  op verschillende manieren • Bewuste reactie via hersenen • Automatische niet bewuste reactie reflex Reactie op prikkels

3. Bv wordt geduwd • receptoren in huid  sensorische zenuwcellen  schakelcellen in ruggenmerg uitlopers van schakelcellen ruggenmerg + hersenstam hersenstam hersenen ( witte stof  grijze stof)Sensorische centra verwerkt • Keuze “terugduwen of niet” of “kijken wie duwt?”,… •  impulsen in motorische centra  uitlopers van schakelcellen in kleine hersenen  uitlopers van schakelcellen in hersenstam •  schakelcellen ruggenmerg impuls naar motorische zenuwcellen  spieren van je nek  je draait je hoofd en kijkt opzij •  schakelcellen ruggenmerg impuls naar motorische zenuwcellen romp en ledematen  duwt terug Bewuste reactie

4. Kniepeesreflex • Tik onder knieschijf  been slaat uit • Reflex = snelle vaste , onbewuste reactie op een bepaalde prikkel • Tik onder knieschijf zintuigcellen in bovenste dijspier worden uitgerekt •  impulsen in sensorische zenuw •  motorische zenuwcel •  via uitloper naar bovenste dijspier trekt samen • + verhindert impuls naar onderste dijspier(geen impulsen meer  ontspant) • Ondertussen via schakelcel impuls ook naar hersenen •  bewust van de tik en reactie hierop reflex

5. Van romp en ledematen via ruggenmerg Naar hersenen schakelcel zenuwcel zintuigcel reflexboog zenuwcel http://www.bioplek.org/animaties/zenuwstelsel/reflexboog.html http://www.youtube.com/watch?v=gZb2Mui6RAE (baby) schakelcel

6.  bescherming • Kniepeesreflex houding • Terugtrekreflex • Grijpreflex baby • Voetzoolreflex • Hoestreflex • Pupilreflex • Slikreflex • braakreflex • Ooglidreflex • Zuigreflex baby Van hoofd en hals via hersenstam reflexen