310 likes | 463 Views
Basisschoolkind. Lemmensinstituut Leuven academiejaar 2010-2011. Basisschoolkind. Lichamelijk : 1 e strekking Inhaalbeweging ledematen Babyvet spierweefsel Uitgesprokener gezicht (geleidelijke) tandenwissel 1m 1,50 m DUS: mini-volwassene! NB: ook sociaal-emotionele gevolgen.
E N D
Basisschoolkind Lemmensinstituut Leuven academiejaar 2010-2011
Basisschoolkind • Lichamelijk : 1e strekking • Inhaalbeweging ledematen • Babyvet spierweefsel • Uitgesprokener gezicht • (geleidelijke) tandenwissel • 1m 1,50 m • DUS: mini-volwassene! • NB: ook sociaal-emotionele gevolgen
Basisschoolkind • 2. Motorisch • Geleidelijke toename en verfijning van • Bewegingsactiviteiten • Evenwicht • Lichaamsbeheersing (oog-handcoördinatie) • L’ enfant parfait (10 jr) • Perfecte beheersing • Harmonische lichaamsbouw • Soepel instrument om in interactie te gaan met buitenwereld
Basisschoolkind • 3. Perceptueel • Zelf waarneming richten en sturen • Verschillende elementen integreren • Gedetailleerd en systematisch • Perceptuele reorganisatie – schematisering - exploratie
BASISSCHOOLKIND • 4. Cognitief • Piaget: stadium 3 : concreet operationele stadium
Basisschoolkind • Nadenken over realistische, concreet voorstelbare situaties • Mentaal manipuleren van geestelijke voorstellingen: • Probleemoplossend vermogen (o.a. visualisatietechniek) • Reversibel denken • Met meerdere aspecten rekening houden • Toestand én proces zijn belangrijk • DUS: bewust van conservatie • Maar: - enkel bij concrete waarneming • - verschillen ngl. aspect (bijv. aantal, volume, gewicht)
Basisschoolkind • Positie van een ander innemen • Classificatie : klasse-inclusie • Seriatie • Transitief denken
Basisschoolkind • Magisch denken • Voorkeur voor realistische elementen • Ook nog magisch denken o.w.v. subjectieve ervaringen en gevoelens bijv. bijgeloof geeft rust, gevoel van zekerheid, ongeluk vermijden • Geheugen • Papegaaienwerk (herhaling, dril) • Pas laat inzichtelijk inprenten
basisschoolkind • 5. Taal : volwassenentaal tegen 9 jr
basisschoolkind • Uitbreiding woordenschat (30 à 40.000 woorden) > vroeger • Onderwijsaanbod • Verbale werkvormen • TV, boeken, computer • Metalinguistisch bewustzijn : taal is spel van regels • Interesse voor moeilijke taalconstructies/ vreemde taal • Toch nog onzuiverheden • Articulatie, grammatica • Passieve en langere zin
basisschoolkind • 6. Sociaal-emotioneel • In groep omgaan met leeftijdsgenootjes (“peers”) • Eigen leeftijd > volwassene • Volwassene = referentiefiguur • Sociale leerschool : rollen, normen, conflicten • Peer = spiegel, eerlijke taxatie + norm (peer pressure) • Invloed op zelfvertrouwen en zelfbeeld, latere leven
basisschoolkind • 6. Sociaal-emotioneel • In groep omgaan met leeftijdsgenootjes (“peers”) • Sociale aanvaarding – populariteit en status • Sterren • Vervelende kinderen • Middenmoot • Onzichtbaren • Één-sekse groepjes (vooral op school), later meer interesse • Inadequate omgangstijlen • Pester • Clown • Vleier • Pseudowetenschapper
basisschoolkind • 6. Sociaal-emotioneel • Evolutie in vriendschap • 6 à 8 jr: vrienden = samen dingen doen, bewondering • 10 jr: psychische steun, vertrouwenspersoon, acceptatie • Scheiden = lijden • Soms geen vriendjes
Basisschoolkind • 6. Sociaal-emotioneel • Pesten
BASISSCHOOLKIND • 7. Seksueel • Freud : latentieperiode • 6 – 8 jr.: verliefd, heimelijke spelletjes, schuine moppen • 8 – 10 jr.: intense emoties, lichamelijk contact, rolgedrag • 10 -12 jr.: tekenen van puberteit, belangstelling volwassen seksualiteit, soms net preuts
basisschoolkind • 8. Persoonlijkheid • Psychologische (zelf)beschrijvingen • Eigen karakter, vaardigheden, categorieën • Concreet algemeen, stabiel • Vergelijkingen met peers : vlijt vs. minderwaardigheid • bijv. groepsgericht individueel onderwijs • Genderidentiteit!
basisschoolkind • 9. Moreel • Meevoelen en meeleven (empathie) stimuleer dit! • Conventionele fase : wetten, afspraken, regels
basisschoolkind • 10. School : het tweede opvoedingsmilieu • SCHOOLRIJPHEID • Spelen (kleuterklas) leren • Normale begaafdheid (cf. BLO) • Motorisch en sensorisch : beheersing, oog-hand • Motivatie : concentratie, leergierigheid, werklust • Sociale rijpheid, veilige hechting (i.t.t. scheidingsangst) • Emotie onder controle (frustratietolerantie) • Lees-, schrijf- en rekenvoorwaarden
basisschoolkind • 10. School • DRIE SCHOOLSE VAARDIGHEDEN • Lezen • Invloed van “ontluikende geletterdheid” • Voorwaarden • Woordenschat • Concentratie • Regels • Geheugen • Visuele discriminatie • Fasen : spellend herkennend begrijpend lezen
basisschoolkind • 10. School • DRIE SCHOOLSE VAARDIGHEDEN • Schrijven • Invloed van “ontluikende geletterdheid” • Voorwaarden • Taalbeheersing (instructies van leerkracht) • Grove en fijne motoriek (ritme, L/R-voorkeur) • Zintuigen (oog-handcoördinatie, discrimineren) • Concentratie • Geestelijke en emotioneel evenwicht • Motivatie • Fasen : tekenen letters/woorden herkennend begrijpend schrijven
basisschoolkind • 10. School • DRIE SCHOOLSE VAARDIGHEDEN • Rekenen : de wetmatigheden van de wereld • Getalbegrip: tellen, correspondentie, classificatie, seriatie • Van concrete naar mentale rekenvaardigheden • Basisautomatismen (tot 10, 20) cijferen vraagstukken • Realistisch Rekenonderwijs : o.a. belang van schatten
BASISSCHOOLKIND • 11. Spel • Bewegingspelletjes sport/hobby • Associatief en coöperatief spel • Spelen in (peer)groepen (sportclub) • Experimenteer- en constructiespelen : creatief knutselen
Basisschoolkind 12.Tekenen
Basisschoolkind • 12. Tekenen • Visueel realisme : realiteitszin • Lichaamsvormen, bevestiging, nek: proporties • Profielvorm : enkel hoofd en benen • Bewegingen • Ruimte en tijdsbesef : • mens < deur, lucht// bodem • dag-nacht, seizoenen • Verstandelijke > creativiteit, fantasie
basisschoolkind • 13. Muzisch • Hargreaves : • 5-8j : schematische fase : streven naar conventies • “tonale stabiliteit”, metrum, toonhoogte- en tempovariaties • notatie: eerst ritme ( 1 2 dimensies), later + contour • 8-15j: (artistieke) regelsystemen : volgen van conventies • Intervallen, toonsoorten, vormbesef • Notatie: eigen abstract systeem • Westerse tonaliteit en harmonie (bijv. cadenzen, consonantie) • Stijlgevoel : sterkst ontwikkeld op 8-9j (Castell) /11j (Gardner) • “open oor”