310 likes | 435 Views
Toekomst Industrie in België Paul De Grauwe KULeuven en London School of Economics. Het probleem: gestadige afbraak van de industriële tewerkstelling. De oorzaken van de teloorgang. De fundamentele oorzaak is de productiviteitsstijging
E N D
Toekomst Industrie in BelgiëPaul De GrauweKULeuven en London School of Economics
Het probleem: gestadige afbraak van de industriële tewerkstelling
De oorzaken van de teloorgang • De fundamentele oorzaak is de productiviteitsstijging • Deze laat toe elk jaar dezelfde productie te realiseren met gemiddeld 2,5% minder arbeiders. • Deze productiviteitsstijging vinden we niet in dezelfde mate in de dienstensector
Analogie met de landbouw • Honderdvijftig jaar geleden werkte ongeveer de helft van de actieve bevolking in de landbouw. Vandaag nog amper 2%. • De oorzaak is dezelfde als in de industrie. Technologische vooruitgang drijft de productiviteit naar omhoog met het gevolg dat arbeid uit de landbouw wordt gestoten. • Dit proces is nu reeds 150 jaar aan de gang en gaat nog altijd verder.
En de loonkosten dan? • Traditionele analyse: de fundamentele oorzaak ligt in te hoge loonkosten. • De hoge loonkosten leiden tot verlies aan competitiviteit en dus minder productie en tewerkstelling • Deze analyse is fout
Als de loonkosten in de industrie aan hetzelfde ritme stijgen als de productiviteit, dus 2,5% per jaar, is er met de competitiviteit niets aan de hand. • De reden is de volgende: als de loonstijging de stijging van de productiviteit volgt, dan is de loonkost die aanwezig is in een bepaald product onveranderd.
Soms gebeurt het wel dat de loonkosten sneller stijgen dan de productiviteit. • Dit was het geval in de jaren zeventig In die periode was er wel sprake van een competitiviteitverlies. • Afbraak van de tewerkstelling in de industrie toen veel hoger was dan nu. • Sinds het midden van de jaren negentig is er geen noemenswaardig probleem meer met de Belgische competitiviteit. De lonen stijgen aan ongeveer hetzelfde ritme als de productiviteit.
Waarom blijft de tewerkstelling in de industrie dan dalen ondanks dit goede nieuws? • Antwoord: technologische vooruitgang. • Ondernemingen in een markteconomie, met veel concurrenten dus, zoeken voortdurend naar de goedkoopst mogelijke productiewijze. • Ze proberen te besparen op alle kosten, arbeidskosten, materiaalkosten, energiekosten.
Hoe sterker de concurrentie hoe groter deze dwangmatige neiging van de ondernemers. • Dit betekent dat ze voortdurend op zoek zijn naar nieuwe technologieën die de productiekosten drukken. • Het gevolg is dat de productie steeds minder arbeid, maar ook minder energie, materialen, enz. nodig heeft. • Productiviteit stijgt en leidt tot uitstoot van arbeid
Degenen die hun job behouden hebben een hogere productiviteit en dus een hoger loon • De causaliteit gaat dus van productiviteit naar lonen • De oorzaak van de afbouw van de industriële tewerkstelling is dus de productiviteitsgroei • Dat is ook de reden waarom het aantal jobs in de automobielsector zal blijven dalen
En de globaliseringdan • Leidt globalisering niet tot delocalisatie? • Is dat geen oorzaak van deindustrialisatie? • Niet noodzakelijk. • Globalisering leidt tot een afbouw van industriële activiteiten die veel gebruik maken van laaggeschoolde arbeid • Niet van hooggesschoolde arbeid • Globalisering stimuleert actviteiten die veel gebruik maken van hooggeschoolde arbeid
Is de industrie gedoemd te verdwijnen? • De productie hoeft niet te dalen; kan zelfs stijgen als we de juiste niches vinden van productie dat gebruik maakt van hooggeschoolde arbeid • Maar de globale industriële tewerkstelling zal jaar in jaar uit blijven dalen
Perspectieven voor de toekomst van de industriële tewerkstelling • Tendensen zullen zich verder zetten • de productiviteitsstijgingen zullen zich doorzetten • de technologie staat niet stil • en vooral nu niet in een geglobaliseerde wereld • Dit is in feite goed nieuws: de vrijgekomen arbeidskrachten kunnen ingezet worden in interessantere jobs • In sectoren die meedraaien internationaal
Het goede nieuws: de expansie van de dienstensector • Het vorige kan leiden tot groot pessimisme • Is ons tewerkstellingsprobleem niet onoplosbaar? • Antwoord : neen • Er worden meer jobs gecreëerd in de dienstensector dan er verloren gaan in de industrie • Deze laatste zijn meestal interessantere jobs
Opmerking • Dienstensectorbevateenbelangrijke component van service aanindustrie. • Waarschijnlijkmeerdanvroeger • Vergelijk pc van de jarentachtig met laptop vandaag • Pc jarentachtig was hoofzakelijk hardware • Pc nu is hoofzakelijk software
Zin en onzin van verminderingpatronalebijdragen • Patroons willen al jaren een vermindering van patronale lasten gecompenseerd door BTW-verhoging • Dat zou de hoge loonkosten verminderen • En zo meer industrie in België houden • Zorgt een verlaging van patronale lasten voor een verlaging van de loonkosten wanneer alle effecten zijn uitgewerkt? • Antwoord: nee
Verschuiving van patronalelastennaar BTW leidtonvermijdelijk tot stijging van de Consumptieprijsindex • Nettolonenzullenzichdaaraanaanpassenomdatwerknemershunkoopkrachtwillenveiligstellen • De druk op nettolonenleidt tot eenstijging van brutolonen. • Gevolg: het initieelgunstig effect van lastenverlaging op brutoloonkostwordttenietgedaan.
Er is geen verband tussen niveau van werkgeversbijdrage en loonkosten • Landen met lage werkgeversbijdragen (Denemarken) hebben even hoge of nog hogere loonkosten als België • Een herschikking van de belastingstructuur brengt geen soelaas. • Wat dan wel?
Alleeneenvermindering van het overheidsbeslag (en in het bijzondersocialezekerheid) kan de loonkostendrukken. • Maar willen de mensenwelzoeenvermindering van het overheidsbeslag? • In theorie: ja • In de praktijk: nee • Werkgeversmoetenlerenleven met hogeloonkosten