1 / 26

Kinderen en jongeren rouwen ook

Kinderen en jongeren rouwen ook. Door: Petra Penning Orthopedagoog/GZ-psycholoog/Trainer/Docent Praktijk ‘Kind en Afscheid’ te Badhoevedorp petrapenning@ziggo.nl Verbonden aan: RINO-Noord Holland te Amsterdam Deugdenproject Nederland. Een paar cijfers. Per jaar:

kioko
Download Presentation

Kinderen en jongeren rouwen ook

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Kinderen en jongeren rouwen ook Door: Petra Penning Orthopedagoog/GZ-psycholoog/Trainer/Docent Praktijk ‘Kind en Afscheid’ te Badhoevedorp petrapenning@ziggo.nl Verbonden aan: RINO-Noord Holland te Amsterdam Deugdenproject Nederland

  2. Een paar cijfers Per jaar: • Verliezen 5000 kinderen een ouder • 2000 kinderen een broertje of zusje • 2250 kinderen overlijden • Bij het verlaten van de basisschool is ¾ van de kinderen al geconfronteerd geweest met de dood • Dood is eenontwrichtendegebeurtenisvoor het helegezin

  3. Stichting Achter de Regenboog • Opgericht in 1993 • KaraLeelaOderkerki.s.m. eenaantalnetwerkleden • Taken nu: • Informatieve website • Informatie en advieslijn • Lotgenotencontact • Doorverwijzingen

  4. Problemen uiten zich: • Somatisch: buik- en hoofdpijn , duizelig, eet- of slaapproblemen, misselijkheid • Emotioneel: angsten, boosheid, verdriet, schuld, stress, verward, kwetsbaar • Gedragsmatig: agressief, teruggetrokken, telief, claimend, zorgenvoorgezinsleden • Cognitief: ongeconcentreerd, slechtereprestaties

  5. Vier Rouwtakenvan J.W. Worden • Realiseren dat het echt gebeurd is • Ervaren van de pijn van het verlies • Het aanpassen aan een leven en omgeving waarin de overledene ontbreekt • De overledene een nieuwe emotionele plek geven en de draad van het leven weer oppakken 0. Het leren leven met verliezen (Uit ‘Het leven duurt een leven lang”)

  6. Kinderen gaan anders met problemen om Door de cognitieve en emotionele ontwikkeling verandert de beleving 2. Ze uiten gedachten en gevoelens in gedrag en spel en meestal niet met een ‘goed gesprek’ 3. Kinderen voelen pijn ‘in stukjes’. 4. Kinderenzijnafhankelijk van volwassenen

  7. Reacties zijn geen proces • Manieren van reageren op/ coping met een zeer ingrijpende situatie • De reacties kunnen voorkomen; hoeft niet per se • Zijn geen fasen die je in bepaalde volgorde doorloopt

  8. 0-2 jaar: Begrip • ‘Weten’ niet dat iemand dood is maar registreren wel alle gevoelens zoals onrust en angst, zijn zeer sensitief • Registreren gescheiden te zijn van ouder(s)

  9. 0-2 jaar: Reacties • Vastklampen • Meer huilen • Zoekendgedrag • Regressie • Woedeaanvallen • Geagiteerd en nukkigreageren

  10. 0-2 jaar: Behoeften • Regelmaat in dagelijkse zorg en rituelen • Bij voorkeur een vaste verzorger (voor de veiligheid) • Veel fysiek contact • Observatie spel en daarop inspelen • Uitleg in simpele woorden m.b.v. handpoppen • Maken van herinneirngen omdat het ontbreken van levende herinneringen later problemen kan geven

  11. 2-5 jaar: Begrip • Zien de dood nog als iets tijdelijks • Denkt magisch; alles leeft, sprookjes • Egocentrisch; allesheeftbetrekking op zichzelf

  12. 2-5 jaar: Reacties • Regressie (bedplassen, duimen, babytaaltje brabbelen) • Angst voor donker, monsters vreemden, scheiding van de ouder etc. • Nachtmerries • Stotteren • Hyperactiviteit en apathie

  13. 2-5 jaar: Behoeften • Wees helder en duidelijk over de dood, gebruik de daarvoorbestemdebegrippen • Gebruikprentenboekjes bij de uitleg over de dood, gebruik ook knuffels en poppen • Praat over gevoelenszoalsschuld • Zorgdatzedagelijksgoedbewegen en zich fysiekkunnenuiten

  14. 6-12 jaar: Begrip • Begrijpen steeds meer dat de dood niet tijdelijk is • Zijngeïnteresseerd in wat de doodprecies is, de concrete details • Door de cognitievegroeirealiserenzijzich steeds meerdatzijniet het middelpunt van het levenzijn

  15. 6-12 jaar: Reacties • Verdrietig, bezorgd, schuldig, jaloers, angsten, moeite met concentreren, • Gevoel van hulpeloosheid is vaak verstopt in dwangmatig zorgen voor anderen of bazig/controlerend reageren • Neiging om gevoelens te verbergen omdat die ‘kinderachtig’ zouden kunnen zijn • Psycho-somatische klachten zoals hoofd-en buikpijn, • Ontwikkelen van een schoolfobie • Teruggetrokken of juist prikkelbaar gedrag • Moeite met veranderingen

  16. 6-12 jaar: Behoeften • Gebruik boeken bij de uitleg over de dood • Praat over leven en dood in het dagelijkse leven (seizoenen) • Praat over de schuldgevoelens! • Stel ze gerust over de dagelijkse gang van zaken • Neem tijd en luister • Durf alles te benoemen en sta open voor de vragen

  17. 13-18 jaar: Begrip • Zijn in staat om abstract te denken over leven en dood • Kunnen zich inleven zonder het meegemaakt te hebben • Ontwikkeling in begrip van de kwetsbaarheid van mensen • Hebben de neiging angst te ontkennen om discussie te vermijden

  18. 13-18 jaar: Reacties • Willen onafhankelijk zijn van de volwassenen, gericht op leeftijdgenoten (proces van losmaking onder druk) • Boos en rebels, bang, depressieve symptomen, teruggetrokken, apatisch • Bekritiseren het handelen van de volwassenen in het omgaan met het verlies • Houden hun gevoelens vaak voor zich • Willen niet ‘anders’ zijn

  19. 13-18 jaar: Behoeften • Aanmoedigingomvriendschappen en activiteitenteblijvenonderhouden • Zeparkerenvaak het verlies, stelzegerustdaarin • Praat over (rol)veranderingen in het gezin • Stelredelijkegrenzen • Geefzenietveel extra verantwoordelijkheden • Laatzezowel in woord als gebaarmerkendat je omzegeeft

  20. 3 Vragen van kinderen en jongeren • 1. Is het mijn schuld? Kan ik er iets aan doen? • 2. Is het besmettelijk? Ga ik er ook aan dood? • 3. Wie gaat er nu voor mij zorgen?

  21. Aandachtspunten bij begeleiding gezin I • Elk gezin heeft eigen gezinsstructuur en –cultuur • Verlies door dood geeft verandering van rollen • Kinderen nemen rollen over • Kinderen zijn deskundig

  22. Aandachtspunten bij begeleiding gezin II • Veiligheid, betrokkenheid en eerlijke communicatie • Regelmaat en structuur • Oog hebben voor alle sociale groepen • Kinderen drukken zich anders uit

  23. Aandachtspunten bij begeleiding gezin III • Belang van herinneringen en rituelen • Alert zijn en blijven op klachten • Oog hebben voor de onderlinge verschillen tussen kinderen • Dood geeft veel reacties

  24. Mogelijke werkvormen • Werken met gevoelens • Spelen met materialen waarmee kinderen zich extra kunnen uiten • Bezig zijn met de dagelijkse activiteiten • Aandacht hebben • Mindfulness en yoga oefeningen

  25. Mogelijke werkvormen (vervolg) • Spel Álle Sterren van de hemel’ , Niet hier, wel dichtbij of Sterrenregen spelen • Zorgenboom maken • Voorlezen • Dromenvangers maken

  26. Van Zorgenboom naar Levensboom!

More Related