1 / 22

Epibenthos en demersale vis bemonstering in functie van vooroeversuppletie in Ameland

Epibenthos en demersale vis bemonstering in functie van vooroeversuppletie in Ameland . Tussentijdse analyse 2010 - 2012. Annelies De Backer. Onderzoeksgebied. Vooroeversuppletie van 1,6 miljoen m³ zand tussen januari en juli 2011. Impact gebied = Ameland Impact

manton
Download Presentation

Epibenthos en demersale vis bemonstering in functie van vooroeversuppletie in Ameland

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Epibenthos en demersale vis bemonstering in functie van vooroeversuppletie in Ameland Tussentijdse analyse 2010 - 2012 Annelies De Backer

  2. Onderzoeksgebied • Vooroeversuppletie van 1,6 miljoen m³ zand tussen januari en juli 2011 • Impact gebied = Ameland Impact • Referentiegebied = Schiermonnikoog 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  3. Monstermethode • 3 m boomkor met net van 22 mm gestrekte maaswijdte • Vaarsnelheid: 3-4 knopen • Met stroming mee • +/- 1 zeemijl, 15’ slepen • 6 dieptestrata bemonsterd: 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  4. Locaties Suppletie in 2011 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  5. BACI design Epibenthos en Vis • Before: • T0: 1-2 september 2010 (ILVO-Fieldwork company) • 1 dag en 1 nacht replica per stratum • Geen rekening gehouden met getij • After: • T1: 25 tot 28 september 2011 (IMARES – Fieldwork company) • 2 replica’s per dieptestratum • Vnl. bij afgaand tij • T2:3-4 september 2012 en 12 oktober 2012 (ILVO – Fieldwork company) • 3 replica’s per dieptestratum • Vnl. bij afgaand tij • Control: • Schiermonnikoog • Impact: • Ameland 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  6. Epibenthos - Algemeen • 16 taxa waarvan 5 in < 5% van stalen (Cancer pagurus, Pandalusmontagui, Macropodia, Palaemon elegans en Portumnuslatipes) • 3 dominante soorten: • Crangoncrangon: 91% (densiteit) • Liocarcinusholsatus: 5% (densiteit) • Carcinusmaenas: 3% (densiteit) • alle andere taxa/soorten slechts 1% van densiteit • constante over tijd en voor beide gebieden 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  7. Epibenthos - Algemeen 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  8. Epibenthos - Dichtheid (ind./1000m²) • In 2010 ‘overall’ significant lagere dichtheden • Geen significante ≠ tussen dieptestrata • Geen suppletie - effect 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  9. Epibenthos - Soortenrijkdom • In 2010 ‘overall’ significant lagere S • Geen significante ≠ tussen dieptestrata • Geen suppletie - effect 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  10. Epibenthos - Multivariaat • Zeer grote jaarlijkse variatie, in beide gebieden ≠ jaren onderling! • Vnl. te wijten aan dichtheids ≠ tussen jaren • Enkel in 2012 ≠ AI significant van SR • Hogere dichtheid garnaal en zwemkrab in AI • Ophiuraophiuraenkel in AI • meer zeester in AI • DISTLM (BEST – BIC): 20% van variatie verklaard door fijne (125-250 µm) en grove (500-1000 µm) zandfractie en waterdiepte 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  11. Epibenthos – Lengteverdeling 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  12. Demersale vis - Algemeen • 27 taxa waarvan 8 in < 5% van stalen (Callionymusreticulatus, Echiichtysvipera, Gasterosteusaculatus, Mullussp., Myoxocephalus scorpius, Pholisgunnellus, Scophthalmusrhombus, Trisopterusluscus) • dominante soorten verschillen tussen jaren en in 2011 tussen locaties: 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  13. Demersale vis - Algemeen 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  14. Demersale vis – Dichtheid (ind./1000m²) • In 2011 ‘overall’ significant lagere dichtheden • Geen significante ≠ tussen dieptestrata • Geen suppletie - effect 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  15. Demersale vis - Soortenrijkdom • S ≠ jaar tot jaar in bepaalde dieptestrata en dit is ≠ voor AI en SR • Mogelijke suppletie-invloed op S 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  16. Demersale vis - Multivariaat Jaarlijkse variatie is zeer groot! • Pairwise ja x loc = significant (p=0,025) • Enkel in 2012 ≠ AI van SR • Meer replica’s = meer power? • Zowel in AI als SR ≠ alle jaren van elkaar • Verschillen in dominante soorten tussen jaren • Verschillende dominante soorten over jaren • 2011 veel lagere dichtheden • DISTLM (BEST – BIC): 20% van variatie verklaard door fijne (125-250 µm) en grove (500 – 1000 µm) sedimentfractie, waterdiepte en biomassa van macrobenthos 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  17. Demersale vis - Lengteverdeling 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  18. Conclusies - Impact • Jaarlijkse variatie is zeer groot! • vnl. verschillen in dichtheden, veel minder in soortensamenstelling • bemoeilijkt vaststellen van potentiële impact • Geen suppletie-effect waargenomen op gemeenschapsniveau • Gemeenschap gedomineerd door soorten die aangepast zijn aan zeer dynamische omgeving • mobiele soorten en vaak ook opportunisten die zeer snel terugkeren • Wel indicatie van impact op soortsniveau • 3 dominante soorten vertonen andere populatiestructuur en/of dichtheid in referentiegebied t.o.v. impactgebied in 2012 • Toch kleine verandering in fysische omstandigheden zoals sediment of stromingspatronen? • fractie middelgrof zand (250-500 µm) lijkt licht toegenomen in Ameland vanaf suppletie naar strand 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  19. Kinderkamerfunctie? • De huidige monsternamemethode kan geen eenduidig antwoord geven: • slechts één momentopname per jaar • Voorkomen van juveniele (commerciële) platvis gespreid in tijd en ≠ per soort • temporele monsternames nodig • MAAR: • 0-jarige platvis aanwezig in de ondiepe kustzone van zowel Ameland als Schiermonnikoog • Vnl. schol in relatief hoge dichtheden (gem./sleep: 2-11 ind./1000m², tot./gebied: 20-200 ind./1000 m²) • Daarnaast zijn ook tong, tarbot, griet en schar aanwezig maar in veel lagere dichtheden (gem./sleep: < 1 ind./1000 m², tot./gebied: 0-9 ind./1000m²) • Dus toch aanvoelen dat kustzone mogelijk dienst doet als kinderkamer (zeker voor schol) 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  20. Advies voor suppletie richtlijnen • Huidige suppletie in Ameland werd reeds ‘ecologisch’ aangepakt • Suppletie-effecten op epibenthos en vis zijn miniem of afwezig • Gesuppleerd sediment ≈ natuurlijk sediment • Vooroeversuppletie is éénmalig en gespreid in de tijd • Verbeterpunt: rekening houden met opgroeiperiodes van 0-groep platvis • Indicatie dat 0-groep schol mogelijks negatief beïnvloed werd door suppletie • Suppletie uitvoeren voor of na opgroeiperiode • Opgroeiperiodes verschillen van soort tot soort (+/- april – okt) • Niet gekend welke soorten opgroeien in Ameland en Schier 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  21. Advies voor verder onderzoek • Temporele monstername om na te gaan of Noordzeekust van Waddenzee wel degelijk functioneert als kinderkamer: • Voor welke soorten is het effectief een kinderkamer? • Welke soorten pieken wanneer? • Interessant om dit zowel voor Ameland als Schiermonnikoog te doen om ruimtelijke (en daardoor fysische) variatie mee te nemen • Deze kennis gebruiken om richtperiodes voor suppletie aan te geven • T3 monstername om huidige conclusies van impactmonitoring te bevestigen: • Meeste impactstudies lopen tot 3 jaar na impact • Trends op soortsniveau opvolgen 13 juni 2013 – Kustnatuur en strandsuppleties

  22. Bedankt! Contact: annelies.debacker@ilvo.vlaanderen.be

More Related