1 / 21

Pijlers handelingsgerichte diagnostiek

Pijlers handelingsgerichte diagnostiek . Context, veranderbaarheid en positieve kenmerken “Diagnostiek in een veranderend onderwijsveld” Antwerpen, 13 december 2007 Noëlle Pameijer. Opzet . Rollen van diagnosticus Typeren van vragen HGD: uitgangspunten en fasen Contextfactoren

mattox
Download Presentation

Pijlers handelingsgerichte diagnostiek

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Pijlers handelingsgerichte diagnostiek Context, veranderbaarheid en positieve kenmerken “Diagnostiek in een veranderend onderwijsveld” Antwerpen, 13 december 2007 Noëlle Pameijer

  2. Opzet • Rollen van diagnosticus • Typeren van vragen • HGD: uitgangspunten en fasen • Contextfactoren • Veranderbaarheid • Positieve elementen

  3. Diagnosticus bij HGD Combinatie van 2 rollen: • Gedragswetenschapper • Samenwerkingspartner • In het belang van het kind, conform beroepscodes

  4. Hoe vragen typeren? “Zicht op ..., Inzicht in ... en Uitzicht op ...” • Wat is het probleem? • Waarom is dit er? • Wat kan er aan gedaan worden?

  5. Onderkennende vragen: wat is het probleem? Om welk type probleem of stoornis gaat het? • Beschrijven • Hoe is de werkhouding/ taakgerichtheid? • Heeft hij faalangst? • Niveau bepalen • Reken-, lees- of spellingsachterstand? • Cognitief niveau? Disharmonisch profiel? • Classificeren (DSM-IV of ICD-10) • ADHD?; dyslexie?; dyscalculie?; Angststoornis?

  6. Verklarende vragen: hoe komt het? Welke factoren verklaren het probleem? Afstemming tussen behoeften kind, onderwijsleersituatie (leraar, groep, school) en opvoedingssituatie (ouders, gezin)? Waarom is dit meisje zo somber? Waarom heeft deze jongen een leesachterstand? In hoeverre is pedagogische aanpak van leerkracht goed afgestemd op deze faalangstige jongen? Hangt de inconsistente aanpak van ouders samen met oppositioneel – opstandige gedrag van dit meisje?

  7. Indicerende vragen: advies? Geschiktheid (plaatsings - advies): • Is sociale vaardigheidstraining geïndiceerd? • Welke school kan leerling het onderwijsaanbod bieden dat het nodig heeft? Invulling (begeleidings - advies): • Welke tips om werkhouding te verbeteren? • Hoe reageren op het vreemde gedrag? • Welke ondersteuning bij lezen is nodig?

  8. Waarom typeren? • Diagnostiek = vraaggericht  vraag moet glashelder zijn: • Welk onderzoek is nodig?: onderkennend (kindkenmerken), verklarend (transactioneel) of indicerend (onderwijsbehoeften  gewenste aanpak)? Niet teveel doen! • Type antwoord: onderkenning, verklaring en/of advies. Wanneer zijn we klaar? • Evaluatie: u vroeg om een onderkenning, verklaring en/of advies. Antwoord gekregen? Tevreden? Kunt u verder?

  9. 5 fasen van HGD - cyclus 1. Intake 2. Strategie 3.Onderzoek 4.Indicering 5. Advies * Fasen en stappen kunnen overgeslagen worden!

  10. Uitgangspuntenvan HGD 1. Transactioneel kader 2. Positieve benutten 3. Doelgericht werken: veranderen 4. Constructief samenwerken 5. Systematiek en transparantie 1, 2 en 3: implicaties voor de inhoud van de HGD - fasen

  11. 1. Contextfactoren • Kind ontwikkelt zich in wisselwerking met onderwijsleer- en opvoedingsomgeving (‘match’): • Afstemming leerkracht op onderwijsbehoeften leerling • Afstemming ouders op opvoedingsbehoeften kind • Zicht op behoeften/noden van kind • Observaties in context en gesprek over rol van context: gedrag is contextgebonden • Zicht op leerling - leerkracht – relatie (LLRV)

  12. Onderwijsbehoeften? Vanuit reëel en meetbaar doel: dit kind heeft … • Instructie nodig die … • Opdrachten en materialen nodig die .. • Activiteiten nodig die .. • Feedback nodig die .. • Groepsgenoten nodig die .. • Een leerkracht nodig die … • Ouders nodig die … … om doel te behalen

  13. Hoe kom je eraan? • Vragen aan kind, leerkracht, IB/ZC en ouder: wat helpt je? wat werkt? • Observeren in context: wanneer lukt het wel? welke instructie, opdracht, feedback, enz? • Onderzoeksgegevens vertalen naar noden, zoals profiel IQ-test, geboden hulp en feedback. • Het Handboek: adviezen bij kinderen met … vertalen  hulpzinnen

  14. Waarom contextfactoren? • Van behoeften  gewenste aanpak in de context: • Wat biedt de leerkracht hiervan al en wat kan beter? • Wat bieden de ouders al en wat kan beter? • Advies sluit aan bij context  hogere kans van slagen • Afstemming is te beïnvloeden: leerkracht en ouder doen ertoe! • Beter haalbaar: advies is dichtbij ‘werkvloer’ en benut wat al goed gaat

  15. 2. Veranderbaarheid: van een onwenselijke  wenselijk situatie • Attributies kind, leerkracht, ouders: waar ligt het aan, hebben zij daar invloed op en wat zijn oplossingen? • Wat wil men bereiken: doelen? • Veranderingsgerichte hypothese: met een experiment toetsen. Werkt het; treedt de voorspelde verandering op? Zo ja  advies.

  16. Wat is veranderbaar? • Kind: voorkennis, leersituatiebeleving, competentiegevoel, attributies, motivatie, zelfstandig werken, hulp vragen, concentratie, faalangst, schoolbeleving. • Leerkracht: klassenmanagement, instructie, feedback, gedragsregels, groepssfeer, omgang met kind dat ‘anders’ is, sociale positie van kind. • Ouders: accepteren mogelijkheden en beperkingen van kind, verwachtingen bijstellen, ondersteuning aan kind, achter schoolbeleid staan, oefenen schoolwerk, samenwerking school – ouders. • Dus diagnostiek vooral hierop richten, want als … (diagnose)  dan … (advies).

  17. 3. Positieve elementen Kind: • veerkrachtig kind met een makkelijk temperament • sociaalvaardig kind • taalvaardig kind met belangstellingen en humor • talenten voor sport, creativiteit • sterke intelligentie • positief zelfbeeld, gunstige attributiestijl, ‘ervaren van controle op omgeving’  sterke motivatie

  18. Onderwijsleersituatie: leerkracht(Kijkwijzers HGW: effectief leerkrachtgedrag) Pedagogisch: verschillen tussen leerlingen vanzelfsprekend, ondersteuning én uitdaging, benadrukt wat leerling wel kan, motiveren met succeservaringen, effectieve feedback, accepterende sfeer waarin ook die leerling die ‘anders is’ zich veilig voelt. Didactisch: weet hoe kinderen leren, kan leerproblemen op sporen en verhelpen, instructie en extra uitleg afgestemd op instructiebehoeften van leerlingen. Klassenmanagement: overgangen verlopen soepel, leertijd wordt benut door goede ‘routines’, duidelijk systeem van hulpvragen tijdens zelfstandig werken.

  19. Opvoedingsituatie? Ouders … • Ondersteunen hun kind, zijn emotioneel betrokken en moedigen kind aan • Aanvaarden mogelijkheden en beperkingen van hun kind  reële verwachtingen • Belangstelling voor leerproces, ondersteunen het leren op school thuis • Affectieve en structurerende opvoedingsstijl • Leren sociaal adequaat gedrag aan, bevorderen contacten met vriendjes • Positieve bejegening en corrigeren op een manier die het kind begrijpt en die het helpt

  20. Waarom positieve elementen als pijler? • Bevorderen samenwerking • Verhogen competentiegevoel • Motiveren om te veranderen • Hangen samen met mate van ernst • Beïnvloeden waarschijnlijkheid hypothesen • Uitbreiden van wat werkt • Benutten in handelingsplan

  21. Bronnen • Hoofdstuk 1 van Het Handboek Diagnostiek • Handelingsgerichte diagnostiek (Pameijer & Van Beukering, 2004) • Handelingsgericht werken voor de interne begeleider (Pameijer & Van Beukering, 2006) • Vlaamse versie: Handelingsgericht werken op school (Pameijer, Van Beukering, Yolande Schulpen & Hugo Van de Veire, 2007)

More Related