1 / 45

Scheikunde

Scheikunde. Soorten gereedschap Gebruik van gereedschap Prakticum. Reageerbuis. Kenmerk: Smalle buis die niet zelf kan staan. Reageerbuis. Voor het uitvoeren van reacties. Voor het verwarmen van kleine hoeveelheden. Voor het oplossen van kleine hoeveelheden. Gevaar:

cyma
Download Presentation

Scheikunde

An Image/Link below is provided (as is) to download presentation Download Policy: Content on the Website is provided to you AS IS for your information and personal use and may not be sold / licensed / shared on other websites without getting consent from its author. Content is provided to you AS IS for your information and personal use only. Download presentation by click this link. While downloading, if for some reason you are not able to download a presentation, the publisher may have deleted the file from their server. During download, if you can't get a presentation, the file might be deleted by the publisher.

E N D

Presentation Transcript


  1. Scheikunde Soorten gereedschap Gebruik van gereedschap Prakticum

  2. Reageerbuis • Kenmerk: Smalle buis die niet zelf kan staan

  3. Reageerbuis • Voor het uitvoeren van reacties. • Voor het verwarmen van kleine hoeveelheden. • Voor het oplossen van kleine hoeveelheden. • Gevaar: • Zeer breekbaar, vooral de bodem stoot je er makkelijk uit.

  4. Maatcilinder • Buis met schaalverdeling, een schenktuit en een voet om op te staan.

  5. Maatcilinder • Nauwkeurig afmeten van vloeistoffen. • We noemen altijd de maximale hoeveelheid die de maatcilinder kan meten erbij. Bijvoorbeeld: Maatcilinder 250mL. • Let op: • Neem een maatcilinder die in 1 keer alle vloeistof kan bevatten die je moet afmeten.

  6. Erlenmeyer • Heeft een platte bodem met een taps toelopende wand.

  7. Erlenmeyer • Voor het oplossen en mengen van stoffen. • Voor het verwarmen van vloeistoffen. • Voor het opvangen van een vloeistof bij filtratie en titratie. • Niet voor: • Het afmeten van een vloeistof.

  8. Bekerglas • Heeft een platte bodem en rechte wanden. Ze zijn er wijd en smal

  9. Bekerglas • Voor het verwarmen van vloeistoffen. • Voor het maken oplossingen/mengsels in grotere hoeveelheden als met een reageerbuis. • Er zit een schenktuit aan om te schenken. • Niet voor: • Het afmeten van vloeistoffen.

  10. Gaswasfles • Voor het “wassen” van gassen.

  11. Gaswasfles • De ingaande buis eindigt laag onder het vloeistof oppervlak. Het laat het gas eerst door de vloeistof borrelen. • De uitgaande buis bevindt zich boven het vloeistofoppervlak, en dient om het gewassen gas uit de fles te voeren. • Wordt gebruikt om gassen aan te tonen • Of om stoffen uit een gas te halen Nadeel: • Zeer kwetsbaar • Gas moet onderdruk staan om door te stromen

  12. Druppelpipet • Om druppels te maken.

  13. Druppelpipet • Om druppelsgewijs hele kleine hoeveelheden toe te voegen • Om kleine hoeveelheden vocht op te zuigen • Verschillende uitvoeringen. • Nadeel: • Er gevoelig voor uitdrogen • Breekbaar (pasteurpippet)

  14. Horlogeglas • Cirkelvormig stuk glas dat een beetje bol/hol is.

  15. Horlogeglas • Om een bekerglas af te dekken • Om kleine hoeveelheden vaste stof af te wegen • Om druppelpracticum te doen. • Om reacties heel goed te kunnen observeren (reacties; kristalisatie) • Nadeel:

  16. Indampschaal • Heet ook wel indampkroes.

  17. Indampschaal • Om vloeistoffen in te dampen. • Om opgeloste stoffen uit een vloeistof te halen • Nadeel: • Zeer breekbaar, is van porselein gemaakt.

  18. Spatel

  19. Spatel • Voor het toevoegen van kleine hoeveelheden vaste stof. • Van RVS of Porselein gemaakt • Veel verschillende uitvoeringen • Kan als roerstaaf gebruikt worden.

  20. Reageerbuisrek

  21. Reageerbuisrek • Voor het neerzetten van reageerbuizen. • Je kan ze ook geordend hierin zetten.

  22. Trechter

  23. Trechter • Om vloeistoffen in een vat/fles te doen • Met wijde opening geschikt om vaste stoffen te schenken • Om te filtreren (vaste fijnverdeelde stoffen uit een vloeistof halen)

  24. Spuitfles • Toevoegen van gedestilleerd water of andere vloeistof • Blauwe buisje ter bescherming van punt.

  25. Kroezen tang • Voor het vastpakken van hete materialen

  26. Kolf • Voor het koken van vloeistoffen bij destillatie.

  27. Teclubrander • Om stoffen te verwarmen/verhitten. • Gele vlam = pauze vlam • Niet ruisende blauwe vlam voor het verwarmen. • Ruisende blauwe vlam voor het verhitten

  28. Driepoot met gaas • Steun om over de teclubrander te zetten.

  29. Introductie in de chemie

  30. Tijdens practicum • Veiligheid • Stap voor stap • OBSERVEREN!!!!!

  31. Wat is een zout. • Een zout is een molecuul gevormd uit: een positief deeltje en een negatief deeltje. • Het positief geladen deeltje is altijd een metaal • Het bekendste zout is NaCl (keukenzout)

  32. Onderzoeksvraag • Wat gebeurt er wanneer de zouten koperchloride (CuCl2) en natriumcarbonaat (Na2CO3) opgelost en daarna gemengd worden?

  33. Wat heb je nodig • Rekje met reageerbuizen • Spuitfles met gedemineraliseerd water • Maatcilinder van 10ml • Koperchloride (spatelpuntje) • Trechter en filtreerpapier • Natriumcarbonaat (spatelpuntje) • Indampschaaltje • Bekerglas van 50ml • Brander met gaasje

  34. Uitvoering stap 1 • Reageerbuis 1 bevat een spatelpunt Koperchloride. Noteer de fase en de kleur

  35. Uitvoering stap 2 • Voeg 5 ml demi-water toe en 'kwispel' de buis goed • Lost op ja / nee • Kleur van de oplossing ..........................................

  36. Uitvoering stap 3 • Reageerbuis 2 bevat een spatelpunt Natriumcarbonaat. • Noteer de fase en de kleur ............................................

  37. Uitvoering stap 4 • Voeg 5 ml demi-water toe en 'kwispel' de buis goed. • Lost op ja / nee • Kleur van de oplossing

  38. Uitvoering stap 5 • Voeg de inhoud van buis 1 en 2 samen in het bekerglas van 50ml en roer. • Laat rusten. • Wat zie je?

  39. Uitvoering stap 6 • Plaats de trechter met filtreerpapier in een lege reageerbuis. • Schenk het mengsel uit het bekerglas in het filter. • Wat zie je? Op het filter: • In de reageerbuis:

  40. Uitvoering stap 7 • Neem 5 ml van het vocht uit de reageerbuis , schenk in het indampschaaltje en laat boven de gasbrander het water verdampen. • Wat zie je?

  41. Uitleg en berekening • Koperchloride • CuCl2 in H2O => Cu2+(aq) + 2Cl-(aq) • Natriumcarbonaat • Na2CO3in H2O => 2Na+(aq) + CO32-(aq)

  42. Uitleg en berekening Nahet mengen van de oplossingen zitten in het bekerglas de ionen: ......... + .......... koperchloride en .......... + .......... natriumcarbonaat Vorm nieuwe paren volgens de pijlen: ........... + .......... en .......... + .......... Cl-(aq) Cu2+(aq) Na+(aq) CO32-(aq) Cu2+(aq) CO32-(aq) Na+(aq) Cl-(aq)

  43. Uitleg en berekening • Oplosbaarheid van zouten in water

  44. Uitleg en berekening • Slecht oplosbare zout(en): .......................................................................... • Goed oplosbare zout(en): ..........................................................................

  45. Uitleg en berekening • Welk zout is nu wat? CuCO3 NaCL

More Related